Dag 7
vrijdag 25 april : Ettenkirch -
Dalaas
Klik voor een vergroting op de afbeeldingen
Bij het vertrek is het uitzicht van de
dag ervoor geheel gehuld achter een dik wolkendek. En
tijdens de afdaling naar de oever van de Bodensee is het
ook nog eens gemeen koud. Tot gisteren hadden we
nauwelijks regen gehad, een enkel buitje en een paar
spetters, dat was het. Maar nu hebben we, vooral in de
ochtend, een paar buien over onze nek gehad. Na het maken
van een foto aan de Bodensee, stap ik weer op en gaan we
verder. Bertus zie ik niet, hij zal wel langzaam vooruit
zijn gefietst. Ik ga steeds harder fietsen, maar inhalen
doe ik hem niet. Na een tijdje stop ik bij een afslag,
komt Bertus er even later aan gereden. Blijkt dat hij
juist in de achtervolging moest. Ik was bij het wegrijden
straal langs hem heen gereden. Koud hadden we het in elk
geval niet meer. Verder fietsen we langs de Bodensee in een normaal tempo. We zien Lindau liggen, een plaatsje op een schiereiland. Op ansichtkaarten zie je het plaatsje er altijd schitterend bijliggen, met op de achtergrond besneeuwde bergtoppen. Vandaag niet. Even verder passeren we bijna onopgemerkt de Oostenrijkse grens. Na de Bodensee maken we weer opnieuw kennis met de Rijn. Deze is hier een stuk smaller en lijkt meer op een kanaal. Maar over de dijk is het goed fietsen, ook omdat het weer wat beter wordt. Verderop is er, waar de Rijn is recht getrokken, van de oorspronkelijke loop weinig meer over. Bij Meiningen verlaten we de Rijn, als we een fietsbrug over steken. Wat volgt is een lang recht stuk langs de Ill, een zo'n verschrikkelijk slecht stuk pad, dat we ons ernstige zorgen maken over het materiaal, en nog meer over onze edele delen. Na Feldkirch is het pad inmiddels weer goed en gaan we verder naar Bludenz. Tussen de wolken door zien we dat de Bergen al heel dichtbij zijn. Het ziet er niet veelbelovend uit, op de bergen ligt verse sneeuw. We fietsen het Klostertal in en zijn begonnen aan de klim naar de Arlbergpas. Het wordt al laat en stoppen in Dalaas bij gasthof Paluda. Het is Feierabend, enkele mannen komen naar buiten gewaggeld, één kijkt ons aan en mompelt iets over schwindlig of zoiets. Met moeite loopt hij het trapje af, gaat naar zijn auto, stapt in, en rijdt weg. Binnen zitten er nog wat aan der stammtisch. Ook zij zitten niet aan een Buckler, dat zie je zo. Bokke zat. |