Koororgel in de Grote of St. Nicolaaskerk te Muiden

Op 18 januari 2005 is in de Grote of St. Nicolaaskerk te Muiden het Flentrop-orgel uit de Morgensterkerk te Rotterdam geplaatst. Het orgel is in 1960 door de firma Flentrop gebouwd.

Het orgel heeft de volgende dispositie:

   Prestant 4'  Holpijp 8' D  
  Holpijp 8' B   Roerfluit 4' D   
  Roerfluit 4' B Sesquialter II D c1 = 2 2/3' , 1 3/5'
  Gemshoorn 2' Mixtuur II C = 1 1/3' , 1'                      c1 =  2' , 1 1/3'

Omvang manuaal C-g3

Omvang pedaal C-d1

Pedaal aangehangen

Toonhoogte a 1 = 440 Hz bij 18° C

Temperatuur: evenredig zwevend gestemd


De aankoop en de opbouw

De eerste kennismaking met het orgel was op dinsdag 30 november 2004. Samen met de heer Jan Janssen hebben we het orgel bezocht en bespeeld.

Het koororgel zoals wij het met de roodkoperen frontpijpen in Rotterdam aantroffen.

Op dinsdag 18 januari 2005 is het orgel van de Morgensterkerk in Rotterdam overgeplaatst naar de Grote of St. Nicolaaskerk in Muiden. De orgelbouwer Ide Boogaard was in alle vroegte begonnen met de orgelpijpen uit het orgel te halen en keurig in pijpenkisten voor vervoer te rangschikken. Het transportbedrijf Moerkerken verzorgde het vervoer van de orgeldelen van Rotterdam naar Muiden.

 

Het onderstuk van het  orgel is hier op de lift gezet.

Om half elf waren alle onderdelen ingeladen in de verhuisauto. Tegen 1 uur 's middags kwam de auto voor de kerk in Muiden aan en konden we de onderdelen gaan uitladen. Alles werd in het koor neergezet.

Hier is het pedaalklavier te zien en  pijpenkisten. Tegen de muur staan een aantal frontpijpen.

De onderkast werd als eerste in het koor op zijn plaats gezet. Na het waterpas stellen van de grondplaat kwam het bovenstuk aan de beurt. Toen dat gereed was kon worden begonnen met de lege orgelkast te vullen met de orgelpijpen. Onderhand werd de elektriciteit aangesloten zodat het orgel wind kon krijgen.

De lege orgelkast in afwachting van de pijpen die weer teruggezet moesten worden.

De orgelbouwer Ide Boogaard uit Rijssen plaatste alle pijpen feilloos in het orgel, waarna het stemmen kon beginnen. Tegen half acht 's avonds stond het orgel als een juweel in het koor opgesteld. Meteen bleek al dat het Flentrop-orgel prachtig klonk vanuit het koor in de nieuwe omgeving.

Alle 400 pijpen waren door Ide Boogaard weer keurig teruggeplaatst en kon het stemmen gaan beginnen.

Met verbazing constateerden we dat het orgel klonk alsof het voor deze kerk was gebouwd. Het was meteen duidelijk dat we met dit koororgel cantorij èn gemeente goed kunnen begeleiden. De klank is heel typerend voor een Flentrop-orgel uit 1960. Het zogenaamde "spucken" van de Roerfluit 4' is karakteristiek voor die tijd. Ook de brede klank van de Sesquialter is goed herkenbaar bij deze "D.A.F".

Het vignet van het Flentrop-orgel.

De volgende dag met het zonlicht in de kerk leek het wel of het orgel voor die plaats gebouwd was. De kleur harmonieert schitterend met de fresco's.

  

Het koororgel is gereed voor gebruik.

De ingebruikneming

Zondag 23 januari 2005 is het koororgel in gebruik genomen. De cantor-organist Koos Damman hield de volgende toespraak:


KOORORGEL EN GEMEENTEZANG

Als Constantijn Huygens vanmiddag, na zijn bezoek aan het "Hoge Huys", bij ons beter bekend als het Muiderslot, een blik in deze kerk zou werpen, zou hij een glimlach van voldoening niet hebben kunnen onderdrukken.

Het was namelijk Constantijn Huygens die in het jaar 1641 een warm pleidooi voerde voor het gebruik van het orgel bij de gemeentezang in de "Kercken der Vereenighde Nederlanden".

Dat is ook de directe aanleiding geweest waarom het grote orgel in deze kerk in het midden van de zeventiende eeuw werd gebouwd voor de begeleiding van de gemeentezang.

Nu kunnen we het jaar 2005 voor de plaatsing van een tweede orgel aan de geschiedenis van deze monumentale kerk bijschrijven.

In het kort iets over de voorgeschiedenis.

Sinds 1994 werden er bij de Commissie Herinrichting van deze kerk door verschillende mensen reeds voorstellen en plannen ingediend om tot aanschaf van een koororgel te komen, waarover gunstig werd beslist.

Direct na het gereedkomen van de restauratie van deze kerk ben ik in 1999 begonnen met ieder jaar een serie orgelconcerten te geven ten bate van het orgelfonds voor de aanschaf van een koororgel.

Financieel leek het nagenoeg een onmogelijke opgave om genoeg gelden bijeen te krijgen.

De verkoop van het orgel uit de Singelkerk en de ruim 1.600,00 euro die opgebracht werden door de orgelconcerten, waaraan vele organisten belangeloos meewerkten, waren voldoende om dit koororgel financieel te kunnen realiseren.

Met de heer Jan Janssen heb ik orgels die te koop werden aangeboden bekeken, beluisterd en bespeeld.

Zo kwamen wij in de Morgensterkerk in Rotterdam waar het Flentrop-orgel te koop werd aangeboden.

De orgelbouwer Flentrop bouwde dit instrument als een eenklaviers orgel met aangehangen pedaal voor de Morgensterkerk in 1960. In materiaal en wijze van vervaardiging, de zogenaamde mechanische sleeplade, is de hoogst mogelijke kwaliteit als norm gesteld. Het resultaat is een orgel met een prettige speelaard en een goede windvoorziening, waardoor de 400 orgelpijpen optimaal kunnen klinken.

Vorig jaar november is het voorstel om dit orgel aan te schaffen als koororgel door de heer Janssen en mij bij het kerkbestuur ingediend.

Met dank aan de kerkrentmeesters en de leden van de Kerkenraad die op korte termijn besloten hebben tot de aanschaf van dit instrument als koororgel over te gaan, is de realisering afgelopen dinsdag een feit geworden. Aan de voorbereiding voor de plaatsing hebben Rinus Schaap en Henk Nauta uitstekend werk verricht. Dank zijn we ook verschuldigd aan velen die ons van advies dienden en een helpende hand boden, met name de heren Brouwer en Hak. Ook de orgelbouwer Ide Boogaard is het waard om even genoemd te worden. Hij heeft in één dag kans gezien om het orgel in Rotterdam uit elkaar te halen en in Muiden op te bouwen.

Van 6 uur ’s morgens tot ’s avonds half acht zijn we in de weer geweest. Als hulpje gingen die dag honderden orgelpijpen door mijn handen.

Het verheugt mij dat de organist van Muiderberg, André Potter, vanmiddag zijn medewerking wil verlenen voor de begeleiding op het koororgel.

Om een eerste indruk te krijgen van het typische karakter van een Flentrop-orgel, Flentrop is er wereldberoemd mee geworden, demonstreert André Potter de verschillende geluiden.

Allereerst het belangrijkste register de Prestant 4’. De pijpen zijn duidelijk zichtbaar. Het zijn de roodkoperen pijpen, waarvan u er 29 van de 56 pijpen in het front ziet staan. De langste pijp, 4 voet lang, dus ongeveer 1 meter 20 plus de voet van de pijp, staat helemaal links. De Prestant is van karakter enigszins strijkend, vergelijkbaar met de klank van een strijkinstrument, zeg maar een viool.

De registers Holpijp, Roerfluit en Gemshoorn klinken als verschillende fluiten.

De registers Mixtuur II en Sesquialter II discant dienen om te kleuren en klinken als zilver en goud.

Het gebruik van het orgel kan velerlei zijn. Allereerst is het aangeschaft om op gezette tijden dienstbaar te zijn in de eredienst. Het heeft de functie van koororgel ter ondersteuning van de cantorij, maar daarnaast heeft het de mogelijkheid om de zingende gemeente te kunnen begeleiden. Hetgeen noodzakelijk zal zijn als het grote orgel gedurende een jaar in restauratie moet worden genomen.

Instrumentale of vocale solisten kunnen er uitstekend op worden begeleid. In bescheiden mate is het koororgel ook geschikt om het een zelfstandige functie te geven door er werken uit de orgelliteratuur op te spelen.

Ook bij orgelconcerten en kerkmuziekuitvoeringen zal het zeker een functie gaan vervullen. In die zin is het cultureel gezien voor het stadje Muiden een verrijking van het instrumentarium. Ook orgelminnend Nederland zal graag kennis nemen van dit Flentrop-orgel.

Tot slot nog iets over het uiterlijk van het orgel.

Als symboliek van de morgenster heeft dit orgel luiken meegekregen die als de punten van een ster opwaarts rijzen. Over de morgenster als symbool is het lied "Wie schön leuchtet der Morgenstern" geschreven. We vinden het in het liedboek onder gezang 157. Om het orgel solistisch te laten horen speel ik van Dietrich Buxtehude zijn uitgebreide orgelbewerking over "Wie schön leuchtet der Morgenstern", waarna de cantorij in wisselzang gezang 157 zingt zoals aangegeven in uw boekje.

Laat al het vrolijke geluid, Van stemmen, van viool en fluit, Te zijner ere klinken. Met die regel feliciteer ik deze gemeente en hoop dat het orgel een zegenrijke toekomst in deze kerk tegemoet mag gaan.


Het koororgel gezien vanaf het orgelbalkon. Het grote orgel en het koororgel staan bijna 30 meter van elkaar verwijderd.

Terug naar index