Geschiedenis van de Main Coon.
De Main Coon is een van de oudste natuurlijke rassen van Noord Amerika
.Men vermoedt dat hij oorspronkelijk afkomstig is uit de staat Maine.
Dit verklaart het eerste deel van de naam.
Het tweede deel verwijst naar het populaire verhaal dat hij een product zou zijn uit een kruising van halfwilde huiskatten en wasbeertjes (raccoons).
Hoewel een tabby Maine Coon met zijn gestreepte volle staart wel iets weg heeft van een wasbeer,is gebleken dat dit biologisch niet mogelijk is.
Algemeen wordt aangenomen dat de Main Coon zijn ontstaan te danken heeft aan de import van halflanghaarkatten,meegenomen door zeelieden en dat die zich vermengd hebben met de daar wonende katten.
Hierna deed de natuurlijke selectie de rest,waarbij de kat zich aanpaste aan het ruwe klimaat.
De Main Coon kun je als volgt omschrijven: een echte werkkat,gespierd,robuust en groot van afmeting,op zijn hoede,maar geinteresseerd in zijn omgeving.Hij heeft een vriendelijk en beminnelijk karakter.
Karakter en uiterlijk.
Onder het misschien wat wilde uiterlijk van de Main Coon verbergt zich een aanhankelijke kat met een zeer tolerant karakter.
Hij is niet opdringerig,maar wel speels en intilligent.Van nature rustig van aard en goedge-humeurd zal hij niet gauw zijn nagels gebruiken en vechtpartijen bij voorkeur uit de weg gaan.
U zult verbaasd zijn over het zachte stemgeluid als U voor het eerst een Maine Coon hoort miauwen.
Met een jaar of drie zijn ze pas echt volgroeid en hebben dan pas hun volwassen grootte,type en vacht bereikt.
Ze hebben een makkelijk te onderhouden vacht en kunnen vijf tot tien kilo zwaar worden.
De brede kop heeft een vierkante snuit met een lichte welving in de neus,grote oren met haarpluimen eruit en het liefst kwastjes aan de punten.
De kop wordt omlijst door een kraag en een baard.
Na de schouders wordt de vacht aan de zijkanten op onregelmatige wijze langer
De lange pluimstaart wordt gebruikt om voeten en oren warm te houden als e zich helemaal oprollen.
De vacht is waterafstotend en klit niet of nauwelijks omdat er weinig ondervacht aanwezig is,en is dan ook eenvoudig te verzorgen.Een keer in de week borstelen is meestal genoeg.
Hoewel brown tabby de meest populaire kleur is,bestaat de Main Coon in bijna alle voorkomende kleuren.
Rasstandaard Maine Coon
De Maine Coon is een natuurlijk ras met een vriendelijk karakter, waarvan de oorsprong te vinden is bij de boerderijkatten in Noordoost Amerika,die zelf hun kostje moesten opscharrelen.
Het ras Maine Coon i s groot gebouwd met een vierkante kop,grote oren,een brede borst,stevige botten,een lang gespierd rechthoekig lichaam en een lange,soepel vallende staart.
Goede spierkracht en stevigheid geven de kat een uitstraling van kracht en robuustheid.
De Maine Coon dient altijd goed in evenwicht,in de juiste verhoudingen en in een goede conditie te zijn.
Het type heeft altijd de voorkeur boven de kleur.Formaat:gemiddeld tot groot.
Rekening moet worden gehouden meteen zeer langzame ontwikkeling van het ras.
Poezen zijn verhoudingsgewijs kleiner dan katers.Volwassen katers kunnen een grotere en bredere schedel hebben dan poezen.
Kop:Gemiddeld van lengte met hoge,uitstekende jukbeenderen.Gezicht en neus van gemiddelde lengte met een vierkante snuit.
Een duidelijke stop kan gevoeld worden tussen snuit en de jukbeenderen.
Het voorhoofd is zacht glooiend.Het profiel heeft een lichte,holle welving.Stevige kin,in verticale lijn met de neus en bovenlip.
Oren:Groot,breed aan de basis.De basis van de buitenste oorrand is iets naar achteren geplaatst ten opzichte van de basis van de binnenste oorrand.In een bescheiden punt uitlopend.Hoog op de kop geplaatst,iets naar buiten neigend.Een oorbreedte uit elkaar geplaatst.De afstand tussen de oren wordt bij oudere katten iets groter.Lynxpluimpjes zijn gewenst.Pluimen uit de oren reiken horizontaal tot buiten de oorschelp.
Ogen:Groot en wijd uit elkaar geplaatst. Iets ovaal,maar niet amandelvormig,lijken rond als ze wijd geopend zijn.Licht schuin geplaatst ten opzichte van de buitenste oorrand.Iedere kleur is toegestaan. Heldere oogkleur is gewenst.Er is geen verband tussen oog-en vachtkleur.
Lichaam:Stevig gespierd,krachtig met een brede borst,groot van afmeting,met stevige botten. Katers hebben een forse nek.Het lichaam moet lang zijn,met alle delen van het lichaam zodanig in verhouding dat de indruk van een rechthoek ontstaat.
De poten zijn stevig,gemiddeld van lengte en vormen een rechthoek met het lichaam.
De voeten zijn groot,rond en goed voorzien van pluizen tussen de tenen.
Staart:Minstens zo lang als het lichaam,gemeten vanaf de aanzet van de staart tot aan de schouderbladen.
Breed van de aanzet,uitlopend in een punt,met vol en soepel vallend haar.
Vacht:Een vacht voor alle jaargetijden.Dicht,kort op de kop,schouders en poten en geleidelijk langer langs de rug en de flanken,met een enigszins ruig-en volbehaarde broek op de achterpoten enlang buikhaar.
Een kraag wordt verwacht.De vacht voelt stevig aan en valt soepel.
De ondervacht is zacht en fijn,bedekt met de stuggere gladde bovenvacht.De lengte van de vacht en de dichtheid van de ondervacht kunnen varieren met de seizoenen.Het haar van de staart is lang en blijft altijd soepel vallend.
Kleur:Alle kleuren zijn toegestaan,behalve de (Siamese) pointtekening,de kleuren chocolate,cinnamon,lilac en fawn en de Burmese kleurfactoren.
Iedere hoeveelheid wit is toegestaan.