HET THUIS MAKEN EN INRICHTEN VAN EEN KIJKWOESTIJN.
Een KIJKWOESTIJN kunt u opbouwen in een houten bak (bijvoorbeeld een bestekbak waar de tussenschotjes uitgehaald zijn of een dienblad waarvan de handgrepen dicht gemaakt zijn) of een mooie schaal (bijvoorbeeld een ovenschaal).
1. WOESTIJN Op de eerste zondag na carnaval vult u de KIJKWOESTIJN met zand (als u geen zand bij de hand hebt, kunt u bijvoorbeeld aquariumzand kopen in een vissenwinkel). Het is ook leuk om er wat kiezelstenen bij te doen, dat maakt de woestijn nog interessanter.
2. BERG Neem een stuk karton, een stuk wit gespoten hardboard, een triplex plankje of iets dergelijks. Teken of schilder daarop een berg. Of knip de vorm van een berg uit groen dik papier, karton, plakplastic, vloerbedekking of iets dergelijks en plak dat op de achtergrond. Zet de afbeelding van de berg achter of achterin de KIJKWOESTIJN. (In een houten bak kunnen steuntjes gemaakt worden, anders kan hij steunen tegen iets zwaars of tegen de muur). In het zand kunnen wegen aangelegd worden in de richting van de berg.
3. WATER Om water in de KIJKWOESTIJN te krijgen, maakt u een vijver of put. Daartoe zet u een waterdicht schaaltje in het zand, bijvoorbeeld een aardewerken schoteltje dat onder een potplant hoort.
4. LICHT Als het thema licht aan de beurt is, zet u de KIJKWOESTIJN in het volle licht door er een lampje (spotje) boven te hangen.
5. LEVEN U zaait nu tuinkers in de KIJKWOESTUN. Dat ontkiemt heel snel en kan dan het licht tegemoet groeien. Een heel eenvoudige manier is om een plukje watten in een bakje te doen, het nat te maken en het met tuinkerszaad te bedekken. Goed opletten dat het nat blijft. Bij normale kamertemperatuur zijn het binnen een week echte groene plantjes geworden. Als u er meerdere bakjes in zet lijkt het echt een woestijn die tot leven komt.
6. PALMZONDAG Met palmzondag maakt u een ereboog van palmtakjes (buxus) aan de voorkant van de KIJKWOESTIJN. Bij een houten bak kunt u 2 gaatjes in de rand boren, daar een stevig stuk ijzerdraad in steken in de vorm van een boog en daar de palmtakjes met bloemendraad aan vastbinden. Bij een stenen, glazen of plastic schaal kunt u daar onder een plankje leggen en daarin 2 gaatjes maken voor de ereboog.
7. PASEN Met pasen maakt u van de KIJKWOESTIJN een PAASTUIN door er vaasjes met gele bloemetjes in te zetten. Bijvoorbeeld kleine trompetnarcisjes omdat die ook wel paaslelies genoemd worden. U kunt er ook andere paasversiering in aanbrengen, zodat het echt een feestelijke tuin wordt.
NAWOORD
Deze KIJKWOESTIJN biedt vele mogelijkheden:
- Eigenlijk is hij ontworpen aan de hand van de liturgie zoals die in de katholieke kerk gevierd wordt tijdens de voorbereidingstijd op pasen. Deze gaat terug op heel oude tradities, waarin de grote thema's van het christelijk geloof centraal staan (zie ook de aangegeven bijbelteksten).
- De thema's verwijzen echter ook naar heel elementaire symbolen die aanleiding kunnen zijn om daar over te mediteren of daar verder op te studeren.
- U kunt hem echter ook gewoon zien zoals hier beschreven: het laten veranderen van een bak zand (woestijn) in een feestelijke tuin.
- U kunt zich aan de hand daarvan bezinnen op de wereld waarin we leven: waar breken we dingen af en waar bouwen we iets moois op?
U ziet het: hoe rijk een KIJKWOESTIJN kan zijn.
DE LEZINGEN UIT DE BIJBEL
DIE DE BASIS VORMEN VOOR DE KIJKWOESTIJN:
EERSTE ZONDAG
Thema: BEPROEVING
De eerste lezing (Gen 2,7-9; 3,1-7) verhaalt over de beproeving van Adam en
Eva in het paradijs.
Het evangelie (Mt 4,1-11) gaat over de beproeving van Jezus in de woestijn.
TWEEDE ZONDAG
Thema: ROEPING
In de eerste lezing (Gen 12,1-4a) toont de Heer aan Abraham welke weg hij
gaan moet.
In het evangellie (Mt 17,1-9) gaat het over de weg van Jezus.
DERDE ZONDAG
Thema: WATER
De eerste lezing (Ex 17,3-7) laat zien hoe Mozes water uit de rots slaat als
de Israelieten bang zijn dat ze van dorst zullen omkomen in de woestijn.
Het evangelie (Joh 4,5-42) vertelt over Jezus en de Samaritaanse vrouw die
water uit de put komt halen.
VIERDE ZONDAG
Thema: LICHT
Licht en zien zijn in bijbelse teksten vaak zeer nauw met elkaar verbonden.
In de eerste lezing (I Sam 16, 1b.6-7.10-13a) zien we hoe David wordt
gekozen als toekomstige koning. Waarom juist David en niet één van zijn
oudere broers? "God ziet niet zoals een mens ziet: een mens kijkt naar het
uiterlijk, maar de Heer naar het hart".
Het evangelie (Joh 9,1-41) verhaalt over de genezing van de blindgeborene,
waarbij het gaat over zien en geloven.
VIJFDE ZONDAG
Thema: LEVEN
In de eerste lezing (Ez 37,12-14) spreekt God de Heer: "Ik ga uw graven
openen..."
En in het evangelie (Joh 11,1-45) roept Jezus tot Lazarus: "Kom naar
buiten!" En de gestorvene komt naar buiten.
PALMZONDAG
Thema: INTOCHT
Deze zondag is genoemd naar de intocht in Jeruzalem (Mt 21,1-11).
PAASMORGEN
Thema: ONTMOETING IN DE TUIN
Wat betreft de lezingen: hier worden diverse mogelijkheden aangegeven. Bij
de kijkwoestijn past het beste Joh 20,11-18.
UITWERKING VAN DE THEMA'S VAN DE KIJKWOESTIJN
VOOR KINDERNEVENDIENSTEN
A
DE GROTE VERHALEN IN DE VEERTIGDAGENTIJD
De eerste lezingen van de liturgie, voornamelijk uit het Oude Testament,
betreffen de grote lijn van de heilsgeschiedenis.
1. De eerste mensen
Gen 2,7-9; 3,1-7
+ Mt 4,1-11
Op de eerste zondag horen we hoe de eerste mensen, Adam en Eva, in het
paradijs alles hebben wat hun hartje begeert, maar dat is hen niet genoeg:
van die ene vrucht die aan God is voorbehouden, namelijk de kennis van goed
en kwaad, willen ze ook proeven.
Dit staat in schril contrast met Jezus in de woestijn, die daar niets heeft
en zelfs de verleiding weerstaat om van stenen brood te maken, want Gods
woord is voor Hem genoeg.
Zie bijpassende verhalen.
De kinderen scheppen zand in de Kijkwoestijn, waarbij een paneeltje met het
getal 40 nog even uitzicht geeft op de boom vol vruchten.
2. De aartsvaders
Gen 12, 1-4a
+ Mt 17,1-9
Op de tweede zondag komt de aartsvader Abraham in beeld die door God wordt
geroepen om weg te trekken uit zijn land en te gaan naar het land dat God
hem geven zal.
Je zou hier een parallel kunnen zien met het evangelie van Jezus die niet op
de berg wil blijven, zoals de leerlingen voorstellen: laat ons hier drie
tenten bouwen.
Zie bijpassende verhalen.
In de Kijkwoestijn leggen de kinderen wegen aan met op de achtergrond een
berg.
3. De uittocht
Ex 17, 3-7
+ Joh 4, 5-42
Op de derde zondag horen we hoe hoe het joodse volk door de woestijn trekt
onder leiding van Mozes, die water uit de rots slaat opdat ze met nieuwe
moed verder kunnen trekken.
Levenwekkend water is ook het thema in het evangelie: het gesprek van Jezus
met de vrouw bij de bron.
Zie bijpassende verhalen.
In de Kijkwoestijn vullen de kinderen een vijver met water.
4. Het koningschap
1 Sam 16, 1b.6-7.10-13a
+ Joh 9, 1-41
Op de vierde zondag horen we waarom David tot koning wordt gezalfd en niet
één van zijn oudere broers: God ziet niet zoals mensen zien.
Ook in het evangelie speelt licht/zien een rol bij de genezing van de
blindgeborene.
Zie bijpassende verhalen.
In de Kijkwoestijn worden lichtjes aangestoken.
5. De ballingschap
Ez 37, 12-14
+ Joh 11, 1-45
Op de vijfde zondag horen we hoe de profeet Ezechiël, tijdens de
ballingschap, het volk weer nieuwe moed inspreekt: God zal als het ware hun
graven openen en hen terugvoeren naar hun eigen land.
In het evangelie horen we hoe Jezus Lazarus uit het graf terugroept.
Zie bijpassende verhalen.
In de Kijkwoestijn worden ontkiemende plantjes gezet als teken van leven.
6. De Messias
Mt 21, 1-11
Op de zesde zondag vieren we de intocht van de Messias: Jezus komt,
zachtmoedig gezeten op een ezel, Jeruzalem binnen.
Zie bijpassend verhaal.
Voorin de Kijkwoestijn wordt een ereboog van palmtakjes geplaatst.
7. Getuigen van de verrijzenis
Joh 20, 11-18
Met Pasen hoort bij de Kijkwoestijn het verhaal van Maria Magdalena, die
haar Heer ontmoet in de tuin en als getuige van de verrijzenis gaat
vertellen wat zij gezien en gehoord heeft.
Zie bijpassend verhaal.
De Kijkwoestijn verandert in een stralende tuin vol met gele
trompetnarcissen (ook wel paaslelies genoemd).
DE VOLGENDE VERHALEN ZIJN OM TE VERTELLEN (DAT IS IETS
ANDERS DAN VOORLEZEN!)
1. ZONDAG VEERTIGDAGENTIJD

Vandaag is het de eerste zondag van de Veertigdagentijd. Dat betekent dat we
ons gaan voorbereiden op Pasen.
Ik wil jullie vandaag twee verhalen vertellen en daarna gaan we wat doen: we
gaan dan zand in de Kijkwoestijn scheppen, maar dat vertel ik straks wel.
Het eerste verhaal.
Heel lang geleden, toen de aarde nog nieuw was, had God een heerlijke tuin
gemaakt en daar woonden de eerste mensen: Adam en Eva.
Adam en Eva waren heel gelukkig en alle dieren waren lief en alle planten
waren mooi.
Adam en Eva hoefden zich geen zorgen te maken: er waren genoeg vruchten om
te eten, ze hoefden geen kleren te maken want het was lekker warm en ze
hoefden geen huizen te bouwen, want ze konden lekker slapen op het zachte
mos.
Er was maar één boom waarvan ze de vruchten niet mochten eten: dat was de
boom van kennis van goed en kwaad, want die was alleen voor God bestemd.
Nu was er een heel gemene slang, een slang die van slechte dingen hield.
Die wilde wel eens proberen of Adam en Eva ook slechte dingen konden doen.
Toen Eva even alleen was, ging hij heel schijnheilig naar haar toe en vroeg:
"Heeft God echt gezegd dat jullie geen vruchten van de bomen mogen eten?"
"Nee hoor", zei Eva, "we mogen van alle bomen eten: appels en peren en
pruimen en kersen en sinaasappels. Alleen de boom van kennis van goed en
kwaad daar mogen we niet aankomen, want die is voor God bestemd." "Wat
gemeen", zei de slang, "als jullie daarvan eten zullen jullie wijs worden
omdat jullie dan het verschil tussen goed en fout gaan zien!" En hij plukte
een vrucht van de boom, gaf die aan Eva en hij zei: "Probeer het maar eens".
Eva nam een hap en liet ook Adam van de vrucht proeven.
Toen zag de wereld er ineens heel anders uit: ze zagen dat de dingen goed of
fout konden gaan. En ze kregen ruzie, want ze gaven elkaar de schuld van de
dingen die fout gingen. En ze schaaamden zich voor elkaar omdat ze bloot
waren. En ze waren bang voor God, omdat ze vruchten van de boom hadden
gegeten, wat God verboden had.
En God was boos en verdrietig: de mensen zouden nu niet meer in het paradijs
wonen, maar in een wereld waar ook nare dingen gebeuren en waar de mensen
hard moeten werken en waar soms ruzie is en waar mensen ziek kunnen worden
en waar de mensen aan het eind van hun leven dood gaan.
Maar God had ook medelijden met de mensen hij begreep ze wel, daarom maakte
hij kleren van dierenhuiden voor Adam en Eva, zodat ze niet meer bloot rond
hoefden te lopen. En er bleven nog lekkere vruchten aan de bomen en struiken
en ze hadden feesten en vrije dagen. Daardoor zouden de mensen het paradijs
niet vergeten.
En nu moeten de mensen steeds weer kiezen: of ze de goede voorbeelden willen
volgen òf de kwade!
Het tweede verhaal.
Toen Jezus groot geworden was, ging hij naar Johannes de Doper, want hij
wilde door hem gedoopt worden.
Johannes de Doper dompelde hem helemaal onder in de rivier de Jordaan. En
toen hij weer boven kwam, klonk de stem van God: "Dit is mijn geliefde
zoon."
Daarna ging Jezus naar de woestijn om alleen te zijn en te bidden en te
vasten.
Hij herinnerde zich de verhalen over vroeger toen het joodse volk 40 jaren
door de woestijn heeft gezworven op weg naar het land waar ze nu woonden.
In die tijd hebben ze geleerd om op God te vertrouwen. Die verhalen
vertellen ze nog steeds.
Nadat Jezus 40 dagen in de woestijn had gevast, kwam de duivel naar hem toe
en zei: "Je hebt zo lang op God vertrouwd, ga nu maar eens voor jezelf
zorgen en maak van deze woestijnstenen lekkere broden om van te eten".
Maar Jezus herinnerde zich de oude verhalen en hij zei: "Nee duivel, ik ben
nu naar God aan het luisteren en ik weet dat ik wel brood zal vinden in de
woestijn".
Toen zei de duivel: "Het is toch wel prettig als je laat zien dat je de zoon
van God bent. Als je je nu van die uitzichttoren naar beneden laat vallen
dan bewijs je dat je de zoon van God bent omdat je je geen pijn zult doen".
Maar Jezus zei: "Het gaat om vertrouwen en niet om bewijzen. Daarom zal ik
me niet laten vallen".
Toen zei de duivel: "Ik weet hoe je de baas kunt worden van alle mensen: als
je doet wat ik zeg kan jij zorgen dat alles goed gaat".
Maar Jezus zei: "God heeft de mensen gemaakt zoals ze zijn en het is mijn
taak om het goede voorbeeld te geven. Dan kunnen de mensen zelf kiezen
tussen goed en kwaad".
Vanaf dat moment ging Jezus naar de steden en de dorpen om de mensen over
het Rijk van God te vertellen.
En nu gaan we zand scheppen in de Kijkwoestijn.
Als jullie een mooie woestijn maken, gaan we er volgende week mee verder.
(Jullie kunnen een zakje zand en een kleurplaat mee krijgen om thuis ook een
Kijkwoestijntje te maken).
2. ZONDAG VEERTIGDAGENTIJD

Vandaag is het de tweede zondag van de Veertigdagentijd. We zijn dus op weg
naar Pasen.
Ook vandaag wil ik jullie twee verhalen vertellen. En daarna gaan we weer
werken aan de Kijkwoestijn.
Het eerste verhaal.
Lang voordat het joodse volk door de woestijn zwierf op weg naar het
Beloofde Land, woonde Abraham met zijn familie in Haran, ergens in de buurt
van Turkije.
Abraham was een herder, maar niet zo'n herder als wij nu kennen. In die tijd
waren er nog niet zoveel mensen als nu, ze hadden dus de ruimte. En, zoals
je in een groot weiland kunt zien, blijven de koeien of schapen meestal in
een goepje bij elkaar. Zo is het ook als er geen hekken zijn: de kudde
blijft bij elkaar en loopt al grazend langzaam vooruit. Zo was het ook bij
Abraham: hij leefde op een plek waar veel gras was en andere lekkere planten
voor de schapen en geiten en ezels. Er werden dan ook veel lammetjes geboren
en de kudde werd steeds groter en groter. En de familie van Abraham werd ook
steeds groter. En ze namen knechten in dienst om al het vee te verzorgen.
Ik denk dat er daardoor wel eens problemen kwamen: als verschillende kuddes
te dicht bij elkaar komen, dan raken ze wel eens door elkaar en dan komt er
ruzie over van wie welke schapen en geiten zijn. En dan kan het gras
opraken, waardoor er niet meer genoeg te eten is. En als er teveel mensen
vlak bij elkaar wonen, kunnen ze ook gemakkelijk ruzie krijgen. Ik denk dat
Abraham zich daarom zorgen begon te maken.
Er wordt over Abraham verteld dat hij in God geloofde en dat op een dag God
tegen hem zei dat hij op weg moest gaan naar een prachtig groen land dat God
hem zou wijzen. En Abraham vertrouwde op God: hij liet de tenten waarin ze
woonden afbreken en alles wat ze mee moesten nemen op ezeltjes laden en ging
op weg, samen met zijn vrouw Sara, met zijn neef Lot en met alle mensen die
zij in dienst genomen hadden, en natuurlijk alle schapen en geiten. Hij wist
wel hoe dat moest, want toen hij jong was, was hij met zijn ouders uit Ur
gekomen, dat was ook een lange tocht geweest. Ja, zo ging dat in die tijd:
mensen moesten vaak weer een betere plek zoeken om te wonen: of omdat het
eten op was of omdat er geen regen viel of juist omdat er overstromingen
waren of omdat er teveel mensen kwamen!
En dat is nu het bijzondere van Abraham: hij geloofde in God, hij vertrouwde
op God en hij bleef vertrouwen op God ook als hij niet begreep hoe het goed
zou komen. Zo werd hij een voorbeeld voor alle gelovige mensen en kreeg hij
de titel "Vader van alle gelovigen".
(misschien kan je deze week aan een van je ouders of iemand anders vragen om
uit de kinderbijbel de andere verhalen over Abraham voor te lezen)
Het tweede verhaal.
Nadat Jezus naar de steden en de dorpen was gegaan om over het Rijk van God
te vertellen, was er iets ergs gebeurd. Johannes de Doper had tegen koning
Herodes gezegd dat die verkeerde dingen deed en dat hij daarmee op moest
houden. En koning Herodes was heel boos geworden en had Johannes de Doper in
de gevangenis gegooid en later had hij hem laten onthoofden!
Jezus begreep dat hij maar op moest passen en hij trok met zijn leerlingen
naar de andere kant van het land om daar over het Rijk van God te vertellen
en de zieken te genezen. Van alle kanten kwamen de mensen naar Jezus toe. En
als Jezus vond dat het genoeg was, dan trok hij weer naar de volgende
plaats. Zo was Jezus, net als Abraham, een soort zwerver geworden! Alleen
maakte hij niet zulke grote tochten en hoefde hij geen vee mee te nemen!
Op een dag nam Jezus drie van zijn leerlingen mee naar de top van een hoge
berg. Het waren Petrus, Jakobus en zijn broer Johannes. Jezus wilde even weg
uit de drukte en dicht bij de hemel zijn. Tijd om bij God te zijn.
De leerlingen zagen dat Jezus' gezicht begon te stralen als de zon en zijn
kleren glanzend werden als het licht. En ze zagen Mozes en Elia die met hem
spraken. Mozes en Elia waren grote mannen uit de geschiedenis van het joodse
volk. Ook zij hadden God ontmoet op een berg, net als Jezus nu.
En de leerlingen van Jezus hoorden de stem van God die zei: "Dit is mijn
geliefde zoon, luister naar hem."
De leerlingen begrepen er niets van: eerst wilden ze daar blijven, maar
daarna werden ze zo bang dat ze zich op de grond lieten vallen!
Maar toen Jezus ze geruststelde en zei dat ze best weer op konden staan, was
alles weer gewoon.
Op de terugweg zei Jezus dat ze er met niemand over mochten praten voordat
Jezus uit de doden zou zijn opgestaan.
De leerlingen begrepen er niets van, maar ze spraken er niet meer over.
En nu gaan we verder werken aan de Kijkwoestijn: eerst hangen we een
grote berg op en daarna gaan we wegen aanleggen in de woestijn. Met witte
steentjes kunnen we de weg markeren: wit herinnert aan het hemelse visioen.
(er zijn kiezelstenen en witte steentjes en een kleurplaat om mee naar huis
te nemen)
3. ZONDAG VEERTIGDAGENTIJD
Vandaag is het de derde zondag van de Veertigdagentijd. We gaan het hebben
over WATER:
Water hoort bij Pasen: in de plechtige viering van de Paasnacht staat er een
grote bak met water, die wordt klaargemaakt voor het dopen van kinderen (en
misschien wel grote mensen) in het komende jaar.
Straks gaan we in de Kijkwoestijn een vijver vullen met water, maar eerst
wil ik jullie vertellen over Mozes en hoe hij water in de woestijn vond.
Het eerste verhaal.
Jullie weten al dat het joodse volk 40 jaren door de woestijn heeft
gezworven voordat het in het Beloofde Land kwam. Mozes moest ze leiden op
die tocht.
En het was niet gemakkelijk: Eerst werden ze achtervolgd door de Egyptenaren
die vonden dat ze niet weg mochten gaan. En toen ze eindelijk ontsnapt waren
door het water van de zee en in de woestijn aangekomen waren, hadden ze
niets te eten. Maar God zorgde voor het Manna, dat ze brood uit de hemel
noemden.
Maar nog waren de problemen niet voorbij: toen ze verder trokken door de
woestijn hadden ze geen water meer en kregen ze steeds grotere dorst: de
mensen konden niet meer verder en ook hun dieren hadden het moeilijk.
En de mensen werden boos op Mozes: "Wat heb je ons aangedaan: we zouden naar
het Beloofde Land gaan en nu gaan we hier dood van de dorst! Wat ben je een
slechte man, hadden we maar nooit naar je geluisterd!"
En Mozes had het er maar moeilijk mee: hij had op God vertrouwd en nu was
iedereen tegen hem.
En dus vroeg hij aan God: "Wat moet ik hier nu mee?!"
En God antwoordde: "Neem je staf mee en ga met de ervaren mensen vooruit.
Ik, God, zal op de rots staan. Sla met je staf op die rots en er zal water
uit stromen". En Mozes deed wat God gezegd had.
En toen de mensen en het vee gedronken hadden, keerde hun vertrouwen terug
en de moed om de tocht te volbrengen.
Ze zouden nog veel gevaren moeten trotseren. Maar ze zouden ook de geboden
van God leren kennen, zodat ze gelukkig zouden kunnen leven.
Gek hè, je weet hoe het goed kan gaan en toch vergeet je dat steeds weer.
Het is een lange weg om wijs te worden!
Het tweede verhaal.
In het Evangelie van vandaag wordt verteld over Jezus die op weg was naar
Galilea, omdat hij zoveel mogelijk uit de buurt van koning Herodes in
Jeruzalem wilde blijven.
Onderweg rustte hij uit bij een bron. En terwijl zijn leerlingen naar de
stad waren gegaan om boodschappen te doen, raakte Jezus in gesprek met een
vrouw die daar water kwam putten. Het werd een heel diep gesprek over de
dingen van het leven en aan het eind van dat gesprek voelde de vrouw zich
helemaal gelukkig en ze ging over Jezus vertellen in de stad. En de mensen
kwamen naar Jezus toe om hem te leren kennen. En ze waren erg blij met zijn
Boodschap. Pas na twee dagen ging Jezus weer op weg.
En nu gaan we een vijver met water vullen in de Kijkwoestijn.
(er komt een kleurplaat en flesjes met water om mee naar huis te nemen).
(misschien kan je deze week aan een van je ouders of iemand anders vragen om
uit de kinderbijbel de andere verhalen over Mozes voor te lezen)
4. ZONDAG
VEERTIGDAGENTIJD
Vandaag is het de vierde zondag van de Veertigdagentijd. Vandaag gaan we het
hebben over LICHT, want licht heb je nodig om te ZIEN:
Ook licht hoort bij Pasen: in de plechtige viering van de Paasnacht wordt
het licht ontstoken: eerst wordt een vuur gemaakt in een bak en als dat goed
brandt wordt de paaskaars daaraan aangestoken en feestelijk de kerk
ingedragen. Daar blijft hij het hele jaar staan totdat de volgende
Veertigdagentijd begint.
Straks gaan we het licht aandoen boven de Kijkwoestijn.
Licht heb je nodig om te zien: dat gaan we straks proberen, maar nu wil ik
jullie eerst vertellen hoe God anders kijkt dan mensen.
Het eerste verhaal.
Vorige keer heb ik jullie verteld over het joodse volk dat op weg was naar
het land dat God hen beloofd had.
Vandaag zijn ze aangekomen in dat land en ze zijn er gaan wonen. Ze trekken
er niet meer rond met hun vee, maar ze wonen in huizen in steden en dorpen.
Ze hebben ook geen leider meer zoals Mozes, maar ze hebben een koning, zoals
de andere volkeren in de buurt.
Hun koning heette Saul. Maar Saul was niet zo'n goede koning en daarom vond
God dat er een andere koning moest komen. Daarom gaf God aan zijn dienaar
Samuel de opdracht: "Ga naar Betlehem, naar een man die Isaï heet, want één
van zijn zonen zal de nieuwe koning worden".
Samuel ging dus op weg en toen hij aangekomen was en de broers zag, dacht
hij meteen dat de grootste en sterkste de nieuwe koning zou worden. Maar God
zei: "Nee, hem wil ik niet, want God kijkt niet zoals een mens kijkt: een
mens kijkt naar het uiterlijk, maar God kijkt naar het hart". En Samuel keek
alle broers aan die daar waren, het waren er wel zeven, allemaal stoere
jongens, maar geen van hen zou de nieuwe koning worden. Samuel begreep het
niet en vroeg aan de vader: "Zijn dit echt al uw zonen?" De vader
antwoordde: "David, de jongste, die is er niet, want hij hoedt de schapen".
En Samuel zei: "Laat die dan halen, want we gaan niet aan tafel voordat hij
er ook bij is". David had rode haren, mooie ogen en een prettig voorkomen.
Nu zei God tegen Samuel: "David zal de nieuwe koning worden. Giet dus de
olie die je meegebracht hebt over hem uit om hem te zalven". - Vanaf dat
moment was David bezield door de Geest van God. En later zou hij koning
worden.
En dat is dus wat je goed moet onthouden: God kijkt anders dan de mensen: de
mensen kijken naar het uiterlijk, maar God kijkt naar het hart!
Het tweede verhaal.
In het Evangelie van vandaag wordt verteld hoe Jezus een blinde man ontmoet.
Jezus maakt dat die man kan gaan zien, maar deze man kan daarna niet alleen
de mensen en de bomen en de huizen zien, maar hij begrijpt ook de boodschap
van Jezus over het Rijk van God: dat het niet om de buitenkant gaat, maar om
het innerlijk. De Farizeeën, die nooit blind geweest waren, snapten er niets
van!
En nu gaan we blindemannetje spelen: rondlopen, zonder dat je iets
kunt zien. En daarna gaan we het licht boven de Kijkwoestijn aandoen.
(er KOMT een kleurplaat en lichtjes om mee naar huis te nemen).
(misschien kan je deze week aan een van je ouders of iemand anders vragen om
uit de kinderbijbel de andere verhalen over David voor te lezen)
5. ZONDAG VEERTIGDAGENTIJD
Vandaag is het de vijfde zondag van de Veertigdagentijd. Vandaag gaan we het
hebben over LEVEN:
En leven hoort natúúrlijk bij Pasen, want met Pasen vieren we dat Jezus
leeft!
Straks gaan we leven brengen in de Kijkwoestijn en daarvóór gaan we voelen
wat leven is, maar eerst wil ik jullie een verhaal vertellen.
Het eerste verhaal.
Er was eens een prachtige plant, met mooie groene bladeren. Er kwamen mooie
bloemen in en er kwamen vlinders om honing te eten en bijen en hommels en
andere insecten. De zon scheen vrolijk en de vogels floten blij. En uit de
bloemen groeiden zaaddozen en in die zaaddoosjes groeiden zaadjes.
Maar de zaaddoosjes begonnen te verdrogen en lelijk te worden, ze gingen
stuk en de zaadjes vielen op de grond. En ook de plant begon lelijk te
worden: z'n mooie bladeren werden bruin, vielen af of gingen rotten en slap
hangen. En toen er een hele harde regenbui kwam met stevige wind, viel de
plant om. En toen de winter voorbij was met sneeuw en vorst, was er niets
meer van de plant te zien.
Toen begon de lentezon te schijnen en een zacht regenbuitje maakte alles
fris en schoon. Maar de zaadjes die in de grond lagen werden nu ook lelijk
en het leek wel of ze ook begonnen te rotten... Maar kijk: tussen het
verschrompelde velletje van zo'n zaadje kwam iets groens te voorschijn. Als
je goed keek bleken het twee dikke, vormeloze blaadjes te zijn... Maar kijk:
tussen die blaadjes kwam een groen knopje te voorschijn. En zie: daar kwamen
veel mooiere blaadjes. En het plantje groeide verder tot het een heel grote
mooie plant was geworden. En nu was deze plant niet alleen, want er waren
een heleboel zaadjes gaan groeien, zodat er een heleboel mooie planten
stonden!
En nu moet ik jullie iets heel verdrietigs vertellen over het joodse volk:
vorige keer vertelde ik hoe ze eindelijk woonden in het land dat God hen
beloofd had. En over David, de koning die God voor hen gekozen had. En na
David waren er nog vele koningen geweest: sommigen waren goed, maar anderen
deden vaak verkeerde dingen.
En toen kwamen er oorlogen: grote landen namen de macht over, ze vernielden
de tempel in Jeruzalem, namen alle kostbaarheden mee en ook veel mensen
werden meegenomen weg uit het land dat God hen beloofd had en ze moesten
leven en werken in een vreemd land - in ballingschap wordt dat genoemd -.
Maar toen ze nagedacht hadden over wat ze allemaal verkeerd hadden gedaan en
zich afvroegen waarom God hen niet beschermd had tegen de machtige vijanden,
begon de profeet Ezechiël hen moed in te spreken en hij vertelde over een
machtig visioen dat God hem gegeven had, hij zei: "Ik zag een
verschrikkelijk slagveld: allemaal botten van gestorven soldaten en God
maakte alle beenderen weer aan elkaar en maakte er weer nieuwe mensen van!
Zo zal het met jullie gaan", zei de profeet Ezechiël: "jullie die nu
verstrooid zijn tussen alle volken zullen weer teruggaan naar Jeruzalem om
daar te wonen".
En zo is het nu eenmaal: ook als je kind van God bent kunnen er nare dingen
gebeuren. Soms is het je eigen schuld, maar soms ook niet: het kan door de
schuld van anderen komen, maar soms kan het alleen maar pech zijn, een
ongeluk waar niemand schuld aan heeft.
Maar God is er altijd. Soms voel je het niet, maar je kunt altijd tot Hem
blijven bidden of zeggen dat je boos bent of klagen dat je zo verdrietig
bent, want Hij begrijpt alles. En als je eens erg moet huilen, vertrouw er
dan toch maar op dat het weer over zal gaan en dan zul je weer kunnen
lachen.
Het tweede verhaal.
En in het Evangelie van vandaag wordt verteld hoe Jezus zijn goede vriend
Lazarus, die gestorven was en al in een graf gelegd was, weer terug riep uit
de dood: Jezus riep: "Lazarus, kom naar buiten!" en Lazarus kwam naar
buiten!
En nu gaan we een kleed op de grond leggen en jullie gaan daar op
liggen alsof je erg moe bent... en dan gaan jullie spelen dat je langzaam
wakker wordt /zitten/staan/dansen.
Daarna gaan we leven brengen in de Kijkwoestijn (bakjes met tuinkers). (er
komt een kleurplaat en kweekbakjes om thuis tuinkers te laten groeien, dan
kan je het zelf zien).
6. ZONDAG VEERTIGDAGENTIJD
Vandaag vieren we Palmzondag: er zijn palmtakjes uitgedeeld en we hebben het
Evangelie gehoord over de feestelijke intocht van Jezus in Jeruzalem.
Straks gaan we in de Kijkwoestijn een ereboog van palmtakjes maken om Jezus
welkom te heten.
Maar eerst wil ik jullie nog iets vertellen.
Uitleg.
De gewone mensen waren blij dat Jezus naar Jeruzalem kwam, want ze waren
blij met zijn Boodschap.
Weten jullie nog dat ik jullie vertelde over het joodse volk dat 40 jaren
door de woestijn had gezworven op weg naar het land dat God hen beloofd had
en dat ze daar de geboden van God hadden geleerd, zodat ze gelukkig zouden
kunnen leven?
En dat ik jullie verteld had over God die niet ziet zoals mensen zien: de
mensen kijken naar de buitenkant, maar God kijkt naar het hart?
Dat was Jezus aan het uitleggen aan de mensen in de dorpen en de steden: dat
God van mensen houdt en hoopt dat ze gelukkig zullen zijn en dat dat soms
moeite kost, maar dat je moet blijven vertrouwen.
Het is belangrijk dat je je aan wetten houdt, anders gebeuren er ongelukken
of andere nare dingen. Maar soms is het nodig om je even niet aan de wet te
houden, om te zorgen dat er geen nare dingen gebeuren.
Ik zal jullie een voorbeeld geven:
Toen Jezus eens een keer op sabbat in de synagoge was, was daar ook een man
met een verschrompelde hand.
Nu is het de bedoeling dat er op de sabbat niet gewerkt wordt, want dan
mogen de mensen uitrusten en kunnen ze terugdenken aan het paradijs om het
niet te vergeten.
Maar Jezus vond het deze keer belangrijker dat de man met de verschrompelde
hand weer beter werd, daarom werd de man weer gezond op de sabbat.
Maar de Farizeeën, die alle wetten heel goed kenden werden boos: ze kenden
de buitenkant van de wetten beter dan de binnenkant en ze waren vergeten om
te kijken of de mensen gelukkig waren.
En ze waren héél boos op Jezus, want Jezus keek de mensen aan, en de
Farizeeën vonden dat Hij op moest houden, dat Hij dood moest!
Zo kwam het dat Jezus, toen hij Jeruzalem binnenkwam, werd toegejuicht door
de gewone mensen, maar dat er andere mensen waren die een manier zochten om
hem dood te maken.
En jullie weten het hè: Jezus werd dood gemaakt, maar ze hebben Hem niet
kunnen stoppen: Jezus leeft voort en zijn Blijde Boodschap wordt verder
verteld. (Maar dat is het verhaal van Pasen, dat vertel ik volgende week).
Nu gaan we de Kijkwoestijn verder inrichten met een ereboog van
palmtakjes om Jezus welkom te heten en we zetten een paar jampotjes met
palmtakjes in de Kijkwoestijn.
(er komt een kleurplaat en in de kerk hebben jullie al een palmtakje
gekregen om mee naar huis te nemen)
(de kruisweg laat het lijden en sterven van Jezus zien).
7. ZONDAG VEERTIGDAGENTIJD = 1. ZONDAG
VAN PASEN
Vandaag vieren we Pasen, de Veertigdagentijd is voorbij!
We vieren dat Jezus leeft en dat we nog steeds kunnen vertellen over zijn
Blijde Boodschap over het Rijk van God. En dat er nog heel veel mensen zijn
die werken aan een betere wereld: zieken genezen, arme mensen helpen, vrede
stichten...
En ook in de natuur zien we nieuw leven: uit de bloembollen komen mooie
bloemen: narcissen, tulpen, hyacinten en nog veel meer. Kuikentjes kruipen
uit hun ei. Lammetjes huppelen in het weiland. Bijen maken grote schoonmaak.
En mensen verheugen zich op warme dagen in de zon.
Straks gaan we van de Kijkwoestijn een Paastuin maken.
En voor onszelf een feestelijke paasbloem.
Maar eerst wil ik jullie nog vertellen over de dagen nadat Jezus gestorven
was.
Het verhaal.
Wij zijn nu wel blij, maar toen Jezus pas gestorven was, waren zijn
leerlingen en vrienden heel verdrietig: ze wisten niet meer hoe het verder
moest.
Ze hadden gedacht dat Jezus altijd bij hen zou blijven totdat de hele wereld
goed zou zijn en alle kwaad verdwenen.
Maar nu leek het of het kwaad gewonnen had: de slechte mensen hadden Jezus
doodgemaakt en de leerlingen waren bang dat ze ook doodgemaakt zouden
worden. Hoe moest dat nu verder? Was de boodschap van Jezus eigenlijk
waardeloos? Ze hadden zich verstopt in een huis en de deuren stevig op slot
gedaan.
Na de sabbat gingen Maria Magdalena, Maria de moeder van Jakobus en een
vrouw die Salome heette naar het graf om het lichaam van Jezus te verzorgen
en afscheid van Hem te nemen. Ze waren diep bedroefd.
Maar kijk: toen ze bij het graf kwamen zagen ze dat Jezus daar niet was!
Ze konden niet eens afscheid nemen!
En tot hun verbazing zagen ze een jongeman in witte kleren zitten die zei:
"Zeg aan de leerlingen van Jezus dat ze naar Galilea moeten gaan waar Jezus
in de steden en dorpen had verteld over de Blijde Boodschap over het Rijk
van God en waar Hij mensen had genezen van hun kwalen: daar zullen ze Hem
ontmoeten".
De vrouwen begrepen het niet, ze waren bang, ze gingen weg bij het graf en
ze durfden er eerst niet over te praten.
En pas toen ze zich omgekeerd hadden en het graf achter zich hadden gelaten,
kwam Jezus hen in de tuin tegemoet. Pas na die ontmoeting met Jezus gingen
ze er over vertellen.
Wij hoeven niet op reis te gaan naar Galilea, want wij hebben de
evangelieverhalen waarin verteld wordt over Jezus in Galilea en wat Hij daar
deed en vertelde. Zo kunnen wij Jezus leren kennen.
De komende zondagen worden de evangelieverhalen voorgelezen over de
ontmoetingen met Jezus en wat het betekent dat Hij verrezen is.
Nu gaan we van de Kijkwoestijn een Paastuin maken door er gele
bloemen in te zetten.
(trompetnarcissen worden ook wel paaslelies genoemd, ze passen mooi in de
jampotten waarin al palmtakjes staan).
Daarna gaan we voor onszelf een paasbloem maken (zie voor de beschrijving
van zo'n bloem onder PAASBOEKET).
(er komt ook een kleurplaat om mee naar huis te nemen)
De gegevens voor de kindernevendiensten in het
A-jaar downloaden in MSWord-formaat.
Voor meer informatie: Marca Wolterbeek, telefoon 020 6205429.
B
OP WEG NAAR PASEN AAN DE HAND VAN DE EVANGELIE VERHALEN
De evangelie verhalen hebben betrekking op de thema's van het christelijk
geloof die we met Pasen vieren.
Het betreffende symbool wordt in de Kijkwoestijn verwerkt.
Na afloop krijgen de kinderen iets mee naar huis om zelf een kijkwoestijntje
in te richten of op een andere manier met het betreffende thema om te gaan.
Beproeving in de woestijn
Op de eerste zondag lezen we over de beproeving van Jezus in de woestijn, we
doen dat uit het evangelie van Matteüs omdat dat wat uitgebreider is dan dat
van Marcus. Bovendien sluit het evangelie van Matteüs nauw aan bij het
verhaal van de tocht door de woestijn van het joodse volk volgens de
deuteronomische traditie.
Symbool: zand.
Verheerlijking op de berg
Op de tweede zondag lezen we over de verheerlijking van Jezus op de berg.
Symbool: witte steentjes, zij kunnen gebruikt worden om de weg te markeren
en de witte kleur herinnert aan het hemelse visioen.
Water - Licht - Leven
Op de derde, vierde en vijfde zondag staan de grote thema's van pasen
centraal: water, licht en leven.
We lezen dan uit het Johannesevangelie resp. over:
De vrouw bij de bron die van Jezus levend water krijgt.
Symbool: een kan of flesje met water.
De genezing van de blindgeborene die ècht gaat zien.
Symbool: waxine lichtjes.
Het zaad dat sterven moet om tot nieuw leven te komen.
Symbool: tuinkersplantjes die uit zaadjes gegroeid zijn.
Intocht in Jeruzalem
Op palmzondag vieren de kinderen de intocht van Jezus door met de
palmwijding en processie mee te doen.
Daar horen natuurlijk palmtakjes bij.
Verrijzenis
Bij pasen horen natuurlijk gele bloemen!
C
DE SYMBOLIEK
Aandacht voor de thema's die de basis vormen voor de symboliek in de
liturgie.
Leven in de woestijn
Eerste zondag: wat betekent leven in de woestijn, hoe doen nomaden dat, wat
voor gevaarlijke dieren zijn er enz.
Beklimmen van een berg
Op de tweede zondag willen we ingaan op het beklimmen van een berg: hoe je
steeds hoge komt, alles beneden steeds kleiner wordt, maar dat je veel meer
overzicht en uitzicht krijgt. De triomf van het bereiken van de top. Het
afdalen, dat vaak moelijker en zwaarder is dan het beklimmem. En de
terugkeer naar het gewone leven (maar de herinnering blijft!).
Water
Op de derde zondag: water ophalen uit een put (bijvoorbeeld uit een hoge
glazen vaas waterputten met een heel klein emmertje aan een touw).
Licht
Op de vierde zondag: blindemannetje spelen, en blij zijn om daarna het licht
weer te zien.
Leven
Op de vijfde zondag: van dood naar leven, ontwaken en groeien (pantomime of
dansje).
Palmzondag
Op palmzondag napraten over de palmprocessie en een tekening inkleuren over
de intocht van Jezus in Jeruzalem.
HANDREIKING VOOR GROEPEN
OM ZICH VERDER TE VERDIEPEN IN DE THEMA'S VAN DE LITURGIE
DIE DE ACHTERGROND VORMEN VOOR DE KIJKWOESTIJN
Het eenvoudigst is het als iedere deelnemer een kopie van de eerste lezing
en van de evangelietekst krijgt: dan zijn beide gemakkelijk naast elkaar te
leggen en kan men er aantekeningen bij maken.
OPDRACHT VOOR KLEINE GROEPJES:
- iemand leest de eerste lezing voor;
daarna stilte om het tot je door te laten dringen;
- iemand leest het evangelie voor;
daarna stilte om het tot je door te laten dringen;
- ieder schrijft voor zichzelf op welke verschillen zij/hij ziet èn welke
overeenkomsten;
- daarna uitwisselen met elkaar;
- tenslotte op een flap schrijven voor de uitwisseling in de grote groep.
Ga uit van de dingen die je begrijpt, die je iets zeggen;
laat de moeilijkere dingen maar liggen (misschien hoor je die later nog wel
eens in een preek of lees je er nog eens iets over).
Voor meer informatie Marca Wolterbeek tel.: 020 6205429.
Kijkwoestijn downloaden in
MSWord-formaat.
De gegevens voor de kindernevendiensten in het
A-jaar downloaden in MSWord-formaat. |