GeschiedenisVestingbouw was in de zestiende en zeventiende eeuw een serieuze aangelegenheid waar veel geld, arbeid en materiaal mee gemoeid was.
De aanvallende partij mobiliseerde steeds grotere legers met steeds zwaardere kanonnen.
Deze kanonnen konden in korte tijd de middeleeuwse muren en torens kapot schieten.
De verdedigende partij introduceerde nieuwe vormen van verdediging om een stad te beschermen.
WiskundeAan het einde van de zestiende eeuw verschenen de eerste boeken over fortificatie. Sommige waren prentenboeken met afbeeldingen van steden en hun versterkingen. Simon Stevin was in 1594 een van de eerste die het ontwerp van een vesting systematisch beschreef en verslag deed van de discussie over de nieuwste ontwikkelingen. In de zeventiende eeuw verscheen een groot aantal boeken over vestingbouw met een wiskundige insteek. Ieder zich zelf respecterende schrijver had een eigen methode om te rekenen aan de afmetingen van een vesting. Waar de ene auteur werkte met alleen rechthoekige driehoeken, liet de ander zien dat hij de sinusregel beheerste of zelfs de tangensregel. Ook koos iedere auteur voor eigen uitgangspunten met iets andere hoeken en lengtes waardoor iedere vesting er net iets anders uitzag. In Geogebra is een animatie gemaakt dat een overzicht geeft van de voorstellen van een groot aantal auteurs, van Simon Stevin tot Abraham de Graaf. Zo kunnen de verschillende ontwerpen met elkaar vergeleken worden.
SterctenbovwingIn het tweede hoofdstuk, legt Stevin uit hoe je de ideale zeshoekige vesting moet tekenen.
Op bladzijde 7 begint de constructie van de grontteyckening (ichnographia) oftewel het bovenaanzicht.
Op bladzijde 22 begint de constructie van de verheven teyckening oftewel de dwarsdoorsnede.
Van Stevin zijn bijna geen vestingontwerpen bekend. Hoewel sommige auteurs dat graag anders hadden gezien en er heel wat verhalen in omloop zijn over de vermeende productie van Stevin. Ook circuleren er verhalen dat Stevin voor Harderwijk een veel te grote en dure vesting had ontworpen en dat anderen een veel kleinschaliger ontwerp voorstonden. Uit de reconstructie van Hoefer blijkt bovenal dat Harderwijk geen geld wil of kon besteden aan haar verdedigingswerken en de realisatie tientallen jaren voor zich uit heeft geschoven. Prins Maurits had Simon Stevin en David Orliens gevraagd om de vorderingen te inspecteren en constateerden dat Frans Westra schreef in 1993 een kritisch artikel in Caert Thresoor over het bestaan van getekende militair-topografische kaarten of vestingplannen van Simon Stevin.
Een van de weinige kaarten die een kopie zou kunnen zijn van een kaart van Stevin is de tekening van de fortificaties in IJzendijke uit 1605. Bron: Algemeen Rijksarchief, 4910-II
Vestingen en versterkingenNiet alleen werden de middeleeuwse muren van de steden vervangen door vestingwerken met grachten en bastions,
ook werden er op militair strategische plaasten vestingen gebouwd met als doel een vijandelijke opmars te hinderen.
Daarnaast werden er tijdelijke vestigingen gebouwd waarmee een belegeraar zichzelf verschanste tegen een ontzettingsleger of tegen uitvallen van de belegerden.
Rond 105 werd er een linie van vestingwerken gebouwd langs de rivieren Waal en IJssel om een inval van het Spaans - Koninklijke leger te stuiten.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Opstand / De Tachtigjarige OorlogWat ging er vooraf aan het jaar 1594, het jaar waarin Simon Stevin de Sterctebovwing schreef? Het was tijd voor een vernieuwend boek over vestingbouw. De jaren voor 1594 waren hectische tijden geweest. In opstand komen tegen het koninklijk gezag had nogal wat gevolgen. Een mensenleven was niet veel waard en je eigendommen kon je zo kwijt raken. Grote delen van de Nederlanden werden geteisterd door strijdende legers, door muitende soldaten, door stropende cavaleristen, door hongerige mannen en vrouwen. Religieuze fanatici scherpten tegenstellingen aan. Ook kon je land onder water gezet worden. Je zal maar boer zijn geweest, geen oogst, wel pacht betalen. In 1585 waren de Nederlanden definitief uiteengevallen. Ooit was Willem van Oranje burggraaf van Antwerpen. In 1584 werd hij vermoord en in 1585 werd het opstandige Antwerpen ingenomen door Spaanse troepen. Vanaf toen gingen de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden ieder zijn eigen weg. Prins Maurits, zoon van Willem van Oranje werd de nieuwe legeraanvoerder. Simon Stevin draagt zijn boek Sterctebovwing aan hem op. Hieronder volgt een kort historisch overzicht met het accent op de vestingbouw. 1568-1585: Willem van OranjeDe tachtig jarige oorlog begon in 1568 met drie veldslagen door professionele legers. Er was nog geen sprake van een volksopstand. In 1572 veroverde Lodewijk van Nassau met zijn leger de stad Bergen in Henegouwen zonder geweld. Zutphen werd met hulp van binnenuit in een dag veroverd door Willem van den Bergh, die vervolgens steden in de wijde omtrek opeiste. Vaak gaf een stad binnen een dag al op, zonder serieuze gevechten. Zijn operatie leek op een strooptocht met plundering, afpersing en een bloedige nasleep voor katholieken. In Holland en Zeeland werden steden gedwongen door onder andere de watergeuzen om de kant van de opstand te kiezen. Ondertussen trok Willem van Oranje door Brabant en Vlaanderen. Veel steden kozen zijn kant. In het zelfde jaar gaat het Spaans gezag in de tegenaanval. De strategie was om de steden één voor één te onderwerpen aan het koninklijk gezag. De tactiek om met een groot leger de omwalling van een stad te doorbreken was in de decennia daarvoor uitgebreid beproefd in Italië en Frankrijk. De stad Bergen werd drie maanden lang belegerd, een ontzettingsleger werd verslagen en Lodewijk van Nassau gaf zich over. Hij mocht eervol de stad verlaten. Mechelen, toen de hoofdstad van de Nederlanden, gaf zich over, maar werd wreed geplunderd. Het zelfde overkwam Zutphen. Na een dag van beschietingen gaf Zutphen zich over en werd uitgemoord, als een waarschuwing voor de andere steden. Daarna was Naarden aan de beurt. Naarden verwachtte er genadig vanaf te komen, maar werd uitgemoord. Bij Haarlem duurde het beleg zeven maanden en als de stad Amsterdam de kant van de opstand hadden gekozen, dan was Haarlem nooit gevallen. Haarlem mocht zich op gunstige voorwaarden overgeven: alleen de ingehuurde soldaten werden vermoord. In 1573 en 1574 weerstonden Alkmaar en Leiden het beleg. Het Spaanse leger beschikte niet over genoeg zware kanonnen en munitie om de vestingwerken te slechten. Ook moest het in de wijde omgeving vechten om het cordon om de stad gesloten te houden. In 1575 konden kleinere steden als Oudewater en Schoonhoven, maar ook Zierikzee zich niet staande houden. Vanaf 1579 ging onder leiding van de Spaanse generaal Alexander Farnese (bekend als de hertog van Parma) de oorlog verder in de Zuidelijke Nederlanden. Veel steden gaven zich binnen een dag gewonnen, maar de vesting Maastricht werd meer dan drie maanden belegerd, die van Doornik zeven weken en die van Oudenaarde ook. Het beleg van Antwerpen duurde zelfs 14 maanden. De aanvaller schoot met zwaar geschut bressen in de muren en de bastions, naderde de stad met loopgraven en mijngangen, liet vanuit de gangen bommen ontploffen om de wallen op te blazen, sloeg tegenaanvallen van ontzettingslegers af, waarop de stad zich uiteindelijk in 1585 moest overgeven. 1588-1594: Prins MauritsIn 1588 werd Prins Maurits legeraanvoerder. Samen met de Staten generaal werd het leger gereorganiseerd, de financiering herzien, de bevoorrading aangepakt, de productie van zwaar geschut in eigen hand genomen. In 1591 nam Maurits met listen de steden Breda en Zutphen in. De belegering van Deventer kostte hem slechts twee weken. Het jaar erop werden Steenwijk en Coevorden belegerd. Beide steden hadden goede vestingwerken en een garnizoen dat dacht te kunnen rekenen op een ontzettingsleger. Maurits en zijn neef Willem Lodewijk doorbraken de hegemonie van de Spaanse legerleiding. Een nieuw tijdperk begon. De oorlogsvoering werd een vestingenstrijd. Niet langer gaf een stad zich na enkele uren over aan een legertje van een paar honderd man. Maurits beschikte over een leger van 4000 manschappen en 1500 ruiters en over tientallen kanonnen die per dag duizenden schoten afvuurden op de wallen. Toch was deze vuurkracht zelden voldoende om een bres te slaan, maar wel om de verdedigers van de muren af te schieten. Uiteindelijk werd de vesting vanuit loopgraven benaderd, werd de gracht gedempt, werden de wallen ondermijnd en het ontzettingsleger op een afstand gehouden door een veldleger dat veilig was in schansen met droge grachten, wallen en bastions. Na twee maanden belegering gaf Steenwijk zich over en na vijf weken gaf Coevorden de strijd op. Coevorden stond bekend als een moderne vesting, maar was dus geen partij voor een moderne aanvaller met voldoende kanonnen, ingenieurs en een goed getraind leger. Een vestingwerk dat een aanval wel kan weerstaanDe voorgeschiedenis van de Sterctenbovwing is dus een verhaal van vestingen en steden die ofwel via list en verraad veroverd worden, dan wel zich bij voorbaat overgeven, maar ook van vestingen die met een garnizoen van slechts een paar duizend soldaten in staat waren om een numeriek veel grotere aanvalsmacht van tienduizend en meer soldaten maandenlang te weerstaan. Rond 1590 was vestingbouw dus heel belangrijk. Veel geld en mankracht werd besteed aan het weerbaar maken van de Nederlandse steden. Het was in deze tijd dat Simon Stevin zijn Sterctenbovwing schreef. Hij deed een voorstel voor een vestingwerk dat een aanvaller wel kon weerstaan. Duytsche MathematiqueSimon Stevin heeft in 1600 de instructie geschreven voor de Duytsche Mathematique. Daarin staat het curriculum waaraan generaties van Schooten (Frans Sr, Frans Jr en Pieter) zich gehouden hebben. Onderdelen van het programma zijn rekenen, landmeten en vestingbouw, zowel ontwerpen op papier als uitzetten in het veld. Van Frans Sr en van Pieter van Schooten zijn enkele manuscripten over vestingbouw bewaard in de universiteitsbibliotheken van Groningen en Leiden.
Antwerpen en de CitadelIn het FelixArchief van de stad Antwerpen zijn vogelvluchtpanorama's te zien van de omwalling van de stad Antwerpen uit de zestiende en zeventiende eeuw, waaronder onderstaande afbeelding van Pauwels van Overbeke uit 1568. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Terminologie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|