Laten dan AB, AC en AD de drie schaduwen zijn, gemaeckt op eenen dag in eenig vlack door de stijl AE, staende recht-hoeckig op 't selve vlack in A. Dan welcke schaduwen / soo der twee gelijck gevonden worden / soo blijckt dat de liny / die uyt A recht-hoeckig getrocken wort op de liny / die de uytterste punten deser 't samen voegt / de middag liny is.
Maer soose alle drie ongelijck zijn / gelijck soo AC de kleenste gestelt wort / soo laten in A op AB, AC, en AD getrocken worden de perpendicularen AF,
AG, en