|
Kaarten
Kaarten met de naam van Frans van Schooten zijn zeldzaam.
Het meest bekend is de kaart van Bergen op Zoom.
Op deze webpagina gaat de aandacht naar al het tot zover bekende werk.
In de literatuur over de (opleiding) van landmeters en vestingbouwers in de zeventiende eeuw,
worden de namen van Frans van Schooten Senior en zijn zoons Frans en Petrus regelmatig genoemd.
Voor verschillende disciplines is de familie relevant: wiskundigen, geografen, landmeters, militair-historici.
Toch zijn maar weinig kaarten bekend.
Hieronder staat een overzicht, maar eerst volgen enkele opmerkingen over de Duytsche Mathematicque, de handel in kaarten en de identificatie van namen in oude bronnen. Een belangrijke algemene bron is Donkersloot-de Vrij.
Pluijm richt zich specifiek op Grol (Groenlo).
Een compleet literatuuroverzicht staat onderaan de webpagina.
literatuurlijst
Overzicht
- Frans van Schooten Senior
-
- Frans van Schooten Junior
- (nog) geen kaarten bekend
- Petrus van Schooten
-
|
|
|
|
Duytsche Mathematique
Frans Senior, Frans Junior en Petrus (ook wel Pieter genoemd) van Schooten waren docent aan de "Duytsche Mathematique".
Ze gaven zowel wiskunde als vestingbouw.
Frans Senior noemde zich "professor der fortificatien ende dependerende scientien".
Wie hen alleen beoordeelt op hun bijdrage aan de wiskunde doet hen tekort.
In de militair-historische literatuur wordt bij de totstandkoming van de "Duytsche Mathematique" gewezen op het geringe aantal ingenieurs waarover Prins Maurits beschikte. Scholten* stelt dat in 1594 Prins Maurits er slechts vier had (en dat het er na gevechtshandelingen wel eens minder konden zijn).
Daarom moesten er meer landmeters en ingenieurs komen. Die konden de theorie leren op de Duytsche Mathematique in Leiden en vervolgens een examen afleggen.
Lucratieve handel
Ingenieurs werkten in opdracht van Prins Maurits of, later, Prins Frederik Hendrik, of in opdracht van een stad, een waterschap of een gewest.
Een aardige bijverdienste was het achteraf maken van een kaart met het verloop van de strijd. Fraaie kaarten zijn los verkocht of opgenomen in gedenkboeken of atlassen. Het auteurschap was destijds anders geregeld dan nu. Het privilege om te verdienen aan een kaart was soms plaatselijk en vaak tijdelijk.
Zo staan onder vrijwel identieke kaarten van Grol de ene keer de naam van Theodorus Niels en de andere keer die van Frans van Schooten*.
Identificatie
Verwarrend is dat in de achttiende en negentiende eeuw namen door elkaar gehaald zijn.
Zo schreef Bordes*
"Professor Schotel of Schooten, waarschijnlijk Bernardus Schotanus"*.
In archieven worden namen verschillend gespeld, "Schoten" dan wel "Schooten".
Sommige kaarten zijn gesigneerd, beschreven en gedigitaliseerd, maar andere zijn anoniem, zonder toelichting en nog niet gedigitaliseerd.
Nieuwe vondsten zijn dus niet uitgesloten!
Op deze pagina staan kaarten die toegeschreven zijn aan de familie Van Schooten, met name Frans Senior en Petrus.
Van Frans Junior zijn nog geen kaarten bekend.
Dat kan verschillende redenen hebben.
Allereerst is in 1648 de vrede met Spanje gesloten
en bovendien is hij het meest academisch ingesteld van de drie.
De sneer van Ruse kan een verklaring geven. Hij schreef dat er twee soorten vestingbouwers zijn: zij die werken tussen het gebulder van de kanonnen en zij die doceren bij het haardvuur*.
Fockema Andreae schrijft in Geschiedenis der Kartografie van Nederland:
De kaarten die tijdens het eerste gedeelte van Prins Maurits' oorlogsvoering in verband
met de krijgsverrichtingen verschenen droegen meest nog een picturaal karakter en verhieven
het peil der geografische kennis niet boven hetgeen reeds door Jacob van Deventer en Christiaans
Grooten was gegeven.
Doch terwijl
men zich zoo nog behielp, was de grondslag voor iets veel beters gelegd; een reeks van
wetenschappelijk hoogstaande mannen, met Adriaan Anthohisz van Alkmaar te beginnen,
was met de zorg voor het fortificatiewezen van den Staat belast; de voornaamste onder hen,
Simon Stevin, werd tevens gekozen voor de (burger-)-opleiding der militaire ingenieurs, van
1600 af, aan de Leidsche hoogeschool; een cursus die erop gericht was, ook in het landmeten
en karteeren volleerde lieden af te leveren. Een nieuwigheid was dit publieke onderwijs
in de technische vakken en in de moedertaal.
Als vrucht van dit onderwijs zien we nu in de archieven en in de atlassen die prachtige
plans van de belegeringen uit den tijd van den Stedendwinger. Plans die evenwel van de omgevingen
der plaatsen zoo weinig geven dat we aarzelen ze onder de landkaarten op te nemen.
|
| top
|
|
De universiteit Leiden was eigenaar van landerijen van voormalige kloosters.
Molhuysen heeft in Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Universiteit een besluit van 6 november 1611 opgenomen:
C. en B. besluiten de Universiteits-landen te doen "carteeren ende meeten".
besluit 6 november 1611
In het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW) wordt geschreven over een kaart van de landerijen van leidsche kloosters aan den dijk in Abcoude.
Cornelis de Waard schrijft:
SCHOOTEN (Frans van) (1), geb. te Nieuwkerke in West-Vlaanderen in 1581 of 1582, gest. te Leiden 11 Dec. 1645, was een zoon van den bakker Frans van S. of Verschooten, die 4 Mei 1584 te Leiden poorter werd en daar in 1597 een huis op de Garenmarkt kocht, waarbij tevens blijkt, dat hij een broeder Jan had. Onze van S. (zie voor zijn broeder Joris het art. hieronder) studeerde onder van Ceulen (kol. 291) of Jan Pietersz. Dou (dl. II, kol. 406) voor landmeter en wordt als zoodanig genoemd als hij, vergezeld van zijn vader, 2 Jan. 1609, te Leiden ondertrouwt met Jannetje Hermansd. van Hoogervorst uit Delft. Na den dood van Ludolf van Ceulen werd hij in Apr. 1611 gemachtigd om aan de door Maurits opgerichte en aan de universiteit verbonden ingenieursschool de wiskundige lessen te geven, welke daar in het Hollandsch werden onderwezen. Ondanks de sollicitatie, sinds Febr. 1612, van Sam. Marolois (dl. II, kol. 873) werd hij gecontinueerd en is in genoemde functie, oud 30 of 31 jaren, op 15 Febr. 1612 als student aan de hoogeschool ingeschreven. Uit dit jaar is ook een door hem in kleuren geteekende kaart van landerijen van leidsche kloosters aan den dijk in Abcoude bewaard gebleven (Catal. van de Prentenverzameling te Leiden, 3e Afd. (1907), no. 8599).
|
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW)
Verschillende kaarten worden hier genoemd.
NNBW
|
|
De opname komt uit de Beeldbank Regionaal Archief Leiden.


Op de kaart staan twee teksten.
De bovenste tekst is onmiskenbaar het handschrift van Frans Senior, de tekst rechts bestaat uit twee handschriften. De onderste regels wijken af van de bovenste, maar de onderste lijken des te meer op die uit de kop.
Caerte van een Stuck lands, Geleegen in de heerlickheyt van Abcoude, Also het selve Inden jare Sestien-hondert-
en-twaalf den 21 mey, Gemeeten, ende gesepareert is, van een gemeen stuck lands, toebehoren aan deen sijde de universiteit tot Leyden,
ende aen dander syde den Ontfanger Cornelis vanderpol Also dat des voornoemde Ontfangers deel moest hondert roeden meerder syn, als
van de universiteit voorn, welcke na behooren gedaen, is tselve der universiteit groot bevonden te sijn, twee morgen
vier hondt, en vier-en-veertich roeden.
Ick onderscg. gesworen landmeter,
bekenne afgemeten en[de] gesepareert
te hebben een stuck lads
geleegen in[de] heerlickheyt van abcoude
int sticht van utrecht toecomende
de universiteyt tot leysen,
welcke voors. stuck (na beho*rlicke
seperatie te weeten dat de rest
most hondert roeden meer inhouden
alst voorn. stuck) heb tselve
groot bevonde, twee morgen
vier hondt vier-en-veertich
roeden
By my
Frans van Schoten
|
Regionaal Archief Leiden
Signatuur | PV98010
| Titel | Kaart van landerijen van Leidsche kloosters aan de dijk in Abcoude.
| Maker | Schoten, Frans van
| Plaatsnaam | Abcoude
| Formaat | 23 x 53 cm
| Vorm | Tekening in kleur
| Datum | 1612
|
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
Beeldbank
JPG
|
| top
|
|
In 1622 weerstaat Bergen op Zoom de Spaanse belegering.
Na afloop is een kaart gemaakt door Frans van Schooten Senior.
Deze kaart is door Blaeu opgenomen in Hugo de Groot's Grollae Obsidio en later in zijn atlassen.
Deze opname staat op Wikipedia, komt uit Theatrum Orbis Terrarum, sive Atlas Novus in quo Tabulæ et Descriptiones Omnium Regionum, Editæ a Guiljel et Ioanne Blaeu.


Donkersloot-de Vrij schrijft over deze kaart het volgende in "Topografische kaarten van Nederland vóór 1750".
Ook verwijst ze naar kaartenverzameling afd Markiezaat van Bergen op Zoom , kaart zonder nummer (aanwinst 1902 nr 23).
555 blw. 14 KAERTE VERTONENDE DE GRONT TEYCKINGEN
DER STEDEN BERGEN OP DEN ZOOM, STEENBERGEN MET DE
OMLEGGENDE FORTEN, WATEREN, MORASSEN DIJCKEN &CT.
TUSSCHEN ENDE OMTRENT DE SELVE GELEGEN ...
door Frans van Schoten, professor der fortificatien te Leiden,
sept. 1628
ms., gekleurd, 80 X 214 cm.
schaal ca. 1 : 7000, het noorden rechtsboven
Vervaardigd op verzoek van Prins Frederik Hendrik. Vanuit Bergen op
Zoom, Steenbergen, de kerk, de molen en het Slot van Halsteren zijn meetlijnen
getrokken. Bij Steenbergen zijn enkele bouwlanden aangegeven. De
aandacht wordt echter vooral getrokken door de schepen met rood-witblauwe
vlag die centraal in het kaart beeld zijn getekend. Deze kaart was het
voorbeeld voor de atlaskaart op veel kleinere schaal van de Amsterdamse
uitgevers Blaeu, Jansonius Visscher en Schenk & Valk (zie o.a. AR.A.
Hingman 3675 en een aantal exemplaren der verschillende uitgevers op het
R.AN.B. (kaarten zonder nummer, afdeling Markiezaat van Bergen op
Zoom) en R.A.Z. cat. Unger nr. 609).
lito S.J. Fockema Andreae en B. van 't Hoff (1947) p. 38 en afbeelding 9 (het
daar vermelde jaartal 1622 is onjuist; de oorspronkelijke manuscriptkaart
was onbekend aan de schrijvers).
Fockema Andreae schrijft in Geschiedenis der Kartografie van Nederland:
Een uitzondering vormt dit kaart van de door indundatie en forten versterkte linie
tusschen Bergen op Zoom en Steenbergen, welke tijdens het beleg der eerstgenoemde stad
(1622) door professor Frans van Schooten uit Leiden "ad amussim", dus volgens het meetsnoer,
bij opmeting, vervaardigd. Een tamelijk kleine kaart, op de schaal van c. 1 : 27.000
slechts een half vel folio beslaand 4. Maar belangrijk van inhoud, door haar sobere en exacte
terreinteekening, èn door het hoofdnet van driehoekszijden dat hierop is getrokken. Van
Schooten kon hier aansluiten bij zijn ambtgenoot Willebrord Snellius, die immers kort te voren
het driehoeksnet van Alkmaar tot Bergen op Zoom had tot stand gebracht teneinde
door meting van een breedtegraad den omtrek der aarde nauwkeuriger vast te stellen.
H. Grotis, Grolla Obsidio A° 1627, Amst. 1629; voorts ook in Blaeu's atlas en elders. Origineel(?) in het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch:
Versl. v. 's Rijks Oude Arch. XXV (1902), bl. 116 (no. VIII).
Pouls schrijft in De driehoeksmeting of triangulatie:
Ook de nauwkeurig door Snellius bepaalde afstanden
tussen belangrijke kerktorens in Holland zijn, voor zover
mij bekend, nooit door landmeters of kartografen gebruikt.
Heel opmerkelijk is dat zelfs Frans van Schooten
de gegevens van Snellius niet gebruikt heeft.
...
In 1617 publiceerde
Snellius zijn Eratosthenus Batavus en in 1628 verscheen
van Van Schooten een kaart van de linie van Bergen op
Zoom naar Steenbergen. Op deze kaarten staan een
aantal lijnen met afstanden, o.a. Bergen op Zoom-Breda
9479 roeden. Deze afstand is door Snellius bepaald op
9414.7 roeden, een duidelijk bewijs dat Van Schooten
geen gebruik heeft gemaakt van de gegevens van Snellius.
Caert Thresoor
|
Wikipedia
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
Wikipedia
Geheugen van Nederland
Deze uitvoering is anders ingekleurd.
atlas Blaeu
JPG
collectie Hingman
Een kaart is aanwezig in de collectie Hingman onder nummer 3675.

collectie Bodel Nijenhuis
In 1622 is tijdens het beleg van Bergen op Zoom in opdracht van Spinola (Spaans) een hoogtekaart gemaakt.
COLLBN P 8 N 148
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1606 (Pieter Snayers)
Onderstaand schilderij met daarin verwerkt een kaart is gemaakt door Pieter Snayers.


|
Pieter Snayers
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
Wikipedia
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627
In 1627 belegerde Prins Frederik Hendrik de vesting Grol.
Jaren eerder was Grol veroverd, heroverd, etc.
Indrukwekkend was de manier waarop Prins Frederik Hendrik de stad hermetische afgrendelde, pogingen tot ontzet verijdelde en via loopgraven de stad zo dicht naderde
dat zij zich overgaf. Prins Frederik Hendrik werd als een held vereerd.
Wikipedia: Beleg van Groenlo (1627)
Verschillende kaarten zijn er van het beleg van Grol.
Om te beginnen is er een geografisch getrouwe manuscriptkaart (anoniem).
Ook zijn er verschillende kaarten die hier nauw verwant mee zijn. Deze kaarten zijn bijvoorbeeld opgenomen in boeken.
Bijzonder is dat deze kaarten verschillende namen dragen: de naam Frans van Schooten of de naam Theodoor Niels.
Ander kaarten zijn duitstalig of in het Latijn.
Een kaart is ook opgenomen in de stedenatlas van Blaeu.
Onderstaande tekst is geciteerd uit Pluijm.
Van de belegering van Grol door Frederik Hendrik werden door meerdere uitgevers kaarten op de markt gebracht hetzij als losse kaart hetzij ingebonden in geschiedenisboeken. Globaal kan men daar drie categorieën in onderscheiden. De belangrijksten van deze drie werden door het atelier van Blaeu uitgegeven of later van de Blaeu-kaarten afgeleid (pag. 106 t/m 113). Zeldzamer maar zeker ook belangrijk zijn de kaarten die Hondius uitgaf (pag. 116 t/m 121). Tenslotte is daar de serie waarvan het begin ligt bij Claes Jansz. Visscher, die een kaart vervaardigde op basis van door Danckerts de Rij aangeleverde gegevens. Deze kaart was de basis voor de kaarten in sommige latere uitgaven, onder andere bij Commelin (pag. 122 t/m 133).
|
Frederik Hendrik verovert Groenlo
Door Ferry Broshuis is een spannend boek geschreven bij de illustraties van Joep van der Pluijm.
E-book
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627 (manuscriptkaart)
Hieronder staat een manuscriptkaart.
Dit zou de oudste kaart zijn.
Opvallend is het hokjes raster.
De kaart is beschreven in het boek De vestingstad Grol in de kaart gekeken: topografisch historische atlas van Groenlo van J.E. van der Pluijm, uitgegeven in 2006 door Stadsmuseum Groenlo.
De opname komt uit collectie Bodel Nijenhuis (COLLBN Port 11 N 224 )
In de Leidse catalogus staat deze kaart toegeschreven aan F. Schotanus met als titel Delineation van 't beleg für Groll Anno 1627.
Bodel Nijenhuis maakte de aantekening dat de kaart van Frans van Schooten was.
De aantekening staat rechtsboven.
|
|
Onderstaande tekst is geciteerd uit De Vries.
De verovering van Groenlo in de zomer van 1627 was
van de eerste wapenfeiten van Frederik Hendrik
nadat hij Maurits als stadhouder en opperbevelhebber
van het leger was opgevolgd. Hij werd daarbij geholpen
door Ernst Casimir, de stadhouder van Friesland
en Groningen, die al op een lange en voortreffelijke
staat van dienst als veldheer kon terugzien. De kaart
toont ons hun beider legerkampen, vanwaaruit de
omsingeling van de stad werd aangelegd.
Zowel belegeraars als belegerden wisten beiden het
water van de Slinge voor hun plannen te gebruiken.
Bij de letter Q is volgens de uitvoerige legende een dam
aangelegd om het aangrenzende gebied onder water te
zetten ten nadele van de belegerden, die op hun beurt
het riviertje nodig hadden om de natte gracht van de
omwalling van water te voorzien. Vanuit de loopgraven
had men echter bij Z het contrascarp weten door te
graven, waardoor het water wegstroomde en de hoofdgracht droog kwam te liggen.
Bodel Nijenhuis schrijft in de marge de tekening toe
aan de Leidse hoogleraar in de vestingbouwkunde Frans
van Schooten (ca. 1581-1645), die zich 's zomers wanneer de colleges stilstonden, als militair ingenieur bij
het leger voegde. De overeenkomsten met het
gegraveerde belegeringsplan uit Hugo de Groots Grollae obsidio,
dat in 1629 bij Willem Blaeu verscheen zijn evenwel zo evident, dat een toeschrijving aan Theodorus
Niels, die daarop als auteur wordt vermeld meer voor
de hand ligt. Blijkens deze kaart, die later door Joan
Blaeu ook in zijn Stedenatlas werd opgenomen, heeft
Niels de metingen "in castris", dus in het legerkamp
verricht. Ook wordt daar verteld dat hem als lid van de
staf van Frederik Hendrik de "portefeuille" van de fortificaties was toegewezen. Misschien wijst het ruitennet
op een mogelijk gebruik door Blaeu ten behoeve van
de zoëven genoemde uitgaven.
Onderstaande tekst is geciteerd uit Pluijm.
Bodel Nijenhuis nam deze manuscriptkaart in zijn verzameling op en maakte daarop via een aantekening zijn vermoeden kenbaar, dat Frans van Schooten deze tekening voor het vervaardigen van de kopergravure "Grolla obsessa et expugnata " aan Blaeu had geleverd.
D. de Vries schreef in 1989, als conservator van de collectie Bodel Nijenhuis, in zijn publikatie 'Kaarten met geschiedenis' over deze kaart: "Bodel Nijenhuis schrijft deze manuscriptkaart in de marge toe aan de Leidse hoogleraar in de vestingbouwkunde Frans van Schooten, die zich 's zomers, wanneer er geen colleges werden gegeven, als militair ingenieur bij het leger voegde. De overeenkomsten met het gegraveerde belegeringsplan uit Hugo de Groots Grollae obsidio, dat in 1629 bij Willem Blaeu verscheen, zijn evenwel evident, dat een toeschrijving aan Theodorus Niels, die daarop als auteur wordt vermeld, meer voor de hand ligt. Blijkens deze kaart, die later ook door Joan Blaeu in zijn stedenatlas werd opgenomen, heeft Niels de metingen "in castris", dus in het legerkamp verricht. Ook wordt daar verteld, dat hem als lid van de staf van Frederik Hendrik de "portefeuille" van de fortificaties werd toegewezen".
De Vries verschilde dus duidelijk van mening met Bodel Nijenhuis. De uit 1627 daterende manuscriptkaart van pagina 105 bevat de topografische gegevens zoals die of door Van Schooten, of door Niels dan wel door beide in het legerkamp zijn opgetekend. Wie deze grote manuscriptkaart ook mag hebben getekend, het is de meest betrouwbare weergave van de situatie tijdens de belegering van Grol door Frederik Hendrik in 1627. Vast staat dat de kaarten uit het atelier van Blaeu (en waarschijnlijk ook die van Hondius) daarvan zijn afgeleid.


Hieronder staat een uitvergroting van de aantekening.


|
Transcripties van "Hugo de Groots Beleegeringh der stadt Grol" zijn verzorgd door G. Nijs (g.nijs@chello.nl) op
beleegering.ontheweb.nl.
Bodel Nijenhuis / Universiteitsbibliotheek Leiden Witte Singel 27, 2300 RA Leiden +31-(0)71-527 2855
|
| top
|
Drie verschillende namen
Op vrijwel identieke kaarten staan drie verschillende namen als landmeter en driemaal de naam van Guiljemus Blaeuw.
Frans van Schooten

De naam van de drukker is Guiljelmus Blaeuw.
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
van Ylen

De naam van de drukker is Guiljelmus Blaeuw.
Theodorus Niels

De naam van de drukker is Guiljelmus Blaeuw, dan wel Jan Blaeu.
|
Beleg van Grol 1627 (Frans van Schooten)
Op onderstaande kaart staat de naam van Frans van Schooten.
Deze kaart lijkt heel veel op de volgende kaart waarop de naam van Theodorus Niels staat.
Beide kaarten zijn beschreven in het boek De vestingstad Grol in de kaart gekeken: topografisch historische atlas van Groenlo van J.E. van der Pluijm.
Deze kaart is opgenomen in Grollae obsidio cum annexis anni 1627 door Hugo de Groot.
In sommige drukken staat echter een tekening met de naam van Frans Schooten, in andere de naam van Niels en weer andere de naam van Ylen.
Onderstaande tekst is geciteerd uit Pluijm.
In ballingschap te Parijs wonend beschreef Hugo de Groot de geschiedenis van de belegering en verovering van Grol in zijn Grollae obsidio. Het in het Latijn gestelde boek verscheen bij Willem Blaeu te Amsterdam in 1629.
Er moet echter reeds vóór 1629 een dergelijke kaart zijn uitgegeven. Bij de voorbereiding van de uitgave van zijn boek Grollae obsidio schreef Hugo de Groot daar immers, in een brief van 4 februari 1628 aan zijn zwager Nicolaes van Reigersberch, over: "Nopende Grol, ick heb uE. voor desen geadviseert, dat daer een caerte van is gemaeckt tot Amsterdam, dye wel gemaeckt is."
Blijft de vraag waarom de kaart in Grollae obsidio dan aan Niels werd toegeschreven. We kunnen hier slechts vermoedens uitspreken. Hugo de Groot schreef zijn geschiedenis van de belegering en verovering van Grol om daarmee Frederik Hendrik gunstig te stemmen in verband met een mogelijke terugkeer uit zijn balling schap te Parijs naar de Nederlanden. Hugo de Groot zou dan in de toeschrijving aan Niels de hand kunnen hebben gehad. Niels was militair ingenieur in het leger van Frederik Hendrik en het is daarom mogelijk dat Hugo de Groot het beter vond Niels op de kaart te vermelden dan daarop de naam van de Leidse hoogleraar Frans Van Schooten te handhaven. De toevoeging dat Niels tot de staf van de illustere prins ("Illustrissimum Principem") behoorde wijst zeker in die richting.
De publicatie van Grollae obsidio leidde voor Hugo de Groot niet tot het gewenste resultaat. Dat Frans van Schooten destijds de betreffende tekening had aangeleverd wordt mogelijk ook bevestigd door het feit, dat in de Nederlandse vertaling van het werk van Hugo de Groot, die in 1681 verscheen (alle direct betrokkenen waren inmiddels overleden), op een nagenoeg identieke kaart (pag. 110) het onderschrift verscheen: "In 't leeger afgetekent door Franciscus van Schooten, Professor der Mathematische konsten tot Leiden".
Deze vertaling van Grollae obsidio werd overigens niet bij Blaeu uitgegeven, maar te Amsterdam "By de Weduwe van Johan van Someren, Abraham Wolfgangh, Hendrik en Dirk Boom, Boek verkopers, 1681". In die tijd was het atelier van Blaeu al op zijn retour. Dat bij het vervaardigen van die gravure ook van de eerder in Grollae obsidio verschenen kaart gebruik werd gemaakt is evident.
Een aantal verschillen met de bij Blaeu vervaardigde kaarten zijn waarschijnlijk het gevolg van de kleinere uitvoering (25,7 x 33,9), waardoor voor een aantal toevoegingen, zoals de legenda, te weinig plaats was, dan wel dat de letters zo klein zouden worden, dat ze moeilijk leesbaar zouden zijn.
In de eerder in 1649 uitgegeven Stedenatlas handhaafde Joan Blaeu overigens de naam van Niels op de kaart van de belegering van Grol in 1627. Waarschijnlijk werd gebruik gemaakt van dezelfde koperplaat die voor Grollae obsidio werd gebruikt, met dien verstande dat de inzet links boven werd weggelaten en als uitgever Joan Blaeu werd vermeld (zie pag. 109).
Onderstaande tekst is geciteerd uit Pluijm.
De Bibliothèque National de France te Parijs beschikt over een door Willem Blaeu uitgegeven kaart, die identiek is aan en de zelfde afmetingen heeft als de afbeelding op pag. 107, waarop echter vermeld staat "In castris ad amussim delineavit Franciscus van Schooten Matheseos Professor in Academia LugdunoBatava"
(In het legerkamp nauwkeurig getekend door Frans van Schooten, professor in de wiskunde aan de Universiteit van Leiden).
In de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam liggen twee exemplaren, één zonder en één met de naam van Grotius en beide met niet ingekleurde kaarten waarop staat de naam van Frans van Schooten. Ook in de exemplaren van de bibliotheek van Utrecht zijn niet ingekleurde kaarten ingebonden met de naam van Frans van Schooten.
In de Koninklijke Bibliotheek liggen twee exemplaren, één met de naam van Frans van Schooten en één met de naam van Niels.
Verschil is dat de naam van Niels staat in een boek met titelblad Obsidio Bredana uit 1629 met daarin opgenomen een Grollae Obsidio, gedrukt in 1629 in Antwerpen.
Van Schooten staat in een exemplaar van Grollae Obsidio
In het stadsmuseum van Groenlo liggen echter exemplaren met ingekleurde kaarten waarop de namen van Ylen en Niels staan.
Conclusies
De volgende conclusies kunnen getrokken worden.
- In 1628 was er al een kaart over het beleg van Grol beschikbaar,
want de kaart wordt genoemd in de correspondentie van Hugo de Groot.
- Er is een manuscriptkaart met een eenvoudige legenda waar de versterkingen van 1628 nog niet op staan.
- Er zijn drie vrijwel identieke, gedrukte kaarten die sterke overeenkomst vertonen met de manuscriptkaart.
Daarop staat een sierlijke legenda en in een inzet met de versterkingen van 1628.
Op deze drie kaarten staan verschillende namen: Frans van Schooten, Niels en Ylen.
Op alle kaarten staat Guiljelmus Blaeuw als drukker en uitgever.
In die tijd bepaalde de drukker de opmaak en de illustraties en dus ook de uitvoering van de kaart.
- Er zijn in 1629 verschillende drukken verschenen van Hugo de Groot's Grollae obsidio,
zonder en met de naam van Grotius op het titelblad.
- In universiteitsbibliotheken liggen alleen exemplaren van Grollae obsidio,
met en zonder de naam van Grotius,
met de kaart met de naam van Frans van Schooten.
- In de stedenatlas van Blaeu uit 1649 staat een ingekleurde en bewerkte versie met grote overeenkomsten met de naam van Niels.
Opvallend detail is dat de inzet met de versterkingen na 1627 niet op de kaart staat.
Uitgever is Jan Blaeu.
- In 1681 verschijnt een vertaling in het Nederlands bij
"By de Weduwe van Johan van Someren, Abraham Wolfgangh, Hendrik en Dirk Boom, Boek verkopers, 1681".
Op deze kaart staat de naam van Frans van Schooten.
De inzet is anders vormgegeven en de sierlijke legenda is verdwenen.
- Verschillende theoriën zijn geopperd om de kwestie te verklaren.
Belangrijk feit is dat in die tijd drukkers exclusieve rechten kregen om een kaart te drukken
en dat die rechten met wisselend succes verdedigd werden.
|
Grollae obsidio
Op books.google staan alleen incomplete scans zonder de relevante afbeelding.
Zie books.Google (incompleet)
Zie books.Google (incompleet)
Gallica
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
Gallica
JPG
stadsmuseum Groenlo
Het stadsmuseum van Groenlo beschikt over een hoge resolute opname (200 MB).
|
|
|
Onderstaande tekst komt uit Nellen, Hugo de Groot, een leven in strijd om de vrede, 1583-1645 :
Minder succes had Grotius met een andere publicatie, Grollae obsidio.
De geschiedenis van dit boek is een treffend staaltje van de inspanningen die hij
zich getroostte om bij stadhouder Frederik Hendrik in het gevlij te komen.
Hij verzamelde
getuigenissen uit de eerste hand en zorgde voor illustratieve kaarten.
Op een moment dat het protestantse bolwerk La Rochelle belegerd werd,
was er in Parijs kennelijk weinig belangstelling voor een Latijnse geschiedenis
van de verovering van het noordelijke provincieplaatsje Groenlo. De onderhandelingen
over uitgave mislukten en Grotius moest zijn broer vragen er in
Holland voor te zorgen.
Wanneer het boek uitkwam, valt niet met zekerheid vast te stellen. Wel is duidelijk
dat de opdracht was vergeven aan de Amsterdamse drukker Willem Jansz
Blaeu, die zich goed van zijn taak kweet, want Grollae obsidio is een verzorgde
uitgave in een duidelijke letter en met prachtige kaarten.
In zijn brieven voer Grotius uit tegen Blaeu, aan wiens traagheid het te wijten
was dat zijn eerbetoon als mosterd na de maaltijd kwam. Vermoedelijk leverde
de drukker hem nog een lelijke streek, maar daar kwam hij pas later achter.
Grollae obsidio verscheen eerst met een titelpagina naar Grotius' wensen,
zonder auteursnaam. Een gedeelte van de oplage voorzag de drukker echter
van een nieuwe titelpagina waarop hij de woorden 'Hug. Grotïï' toevoegde, in
een alleszins begrijpelijke poging zo de verkoop van het boek te stimuleren.
Vervolgens gaf hij nog in 1629 een tweede druk uit, eveneens met de naam van
de auteur op de titelpagina. Grotius moet hiervan niets geweten hebben, want
op 2 november 1629 schreef hij verbaasd dat hij in de catalogus van de Frankfortse Buchmess
de titel van zijn boek had aangetroffen, onder vermelding van zijn naam.
|
LIAS
Lees het artikel The significance of Grollae Obsidio in the development of Grotius' relations with the fatherland. van Nellen.
The significance …
The Correspondence of Hugo Grotius
Zoek in de uitgebreide correspondentie van Hugo de Groot.
Correspondence
|
|
|
Onderstaande bijdrage is van P. van der Krogt:
Jr. Vincent van Yl.em, luitenant in de comp. van
Falckenhaen te Breda 1647-1649, luitenant van de
garde van de Prins van Oranje, tr. 's-Gravenhage
21 dec. 1653 Maria Dedell, geb. 27 sept. 1607, (volgens
Wittert van Hoogland,. Ned. Leeuw 1941, k.
449) dr. van Mr. Joost Dedel en Odilia Stalperf van
der Wiele.


|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627 (Theodorus Niels)
Op onderstaande kaart staat de naam van Theodorus Niels.
Deze kaart lijkt heel veel op de vorige kaart waar de naam van Frans van Schooten op staat
en de volgende kaart waarop ook de naam van Theodorus Niels staat.
De kaart is beschreven in het boek De vestingstad Grol in de kaart gekeken: topografisch historische atlas van Groenlo van J.E. van der Pluijm.
De opname komt van Wikipedia.
Er zijn twee verschillende kaarten in omloop: op de hieronder getoonde kaart staat de naam van Jan Blaeu, op ander staat de naam Guiljelmus Blaeuw.
.jpg)

Op DBNL staan verschillende verwijzingen naar Niels als succesvol ingenieur
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
Theodoor Niels was ingenieur van Z.E. en heeft in die hoedanigheid diensten bewezen bij het beleg van Maastricht. Hij schijnt in 1633 gestorven te zijn.
a.J. van der Aa, Biographisch woordenboek der Nederlanden.
Schets van het beleg van 's Hertogenbosch in 1629, in 6 bladen, behalve nog zes bladen tekst waarvan de fortificatiën echter door Theodorus Niels, de figuren door Adriaan van der Venne, en het overige door S. Savri en onzen Berckenrode gegraveerd zijn.
Kram, De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van den vroegsten tot op onzen tijd.
[Niels, (Theodorus, of Dirck)]
NIELS, (Theodorus, of Dirck) een Ingenieur, die zich, bij het beleg van 's Hertogenbosch, in 1629, zeer had onderscheiden, en, op grond daarvan, zich om eene bijzondere belooning tot 's Lands regering wende, zooals uit de Resolutiën der Staten-Generaal, 30 April, 1630, blijkt: "Opt versoeck van theodorus niels, Ingenieur, is hem vereert een gouden Medaille ter weerde van hondert ende veerthien guldens, in regardt van zyne goede diensten, gedurende 't belegh van 's Hertogenbossche extraordinarie gedaen, ende zal dselve Medaille hem by den Ontfanger-generael verhantreyckt worden." - Dat hij een praktisch man was in dat vak, vind ik in een idem Resolutie van 7 December, 1629, bewezen: "Opt versoeck van dirck niels, ingenieur in dienste deser landen is hem geconsenteert ende geaccordeert Octroy cum solitis clausulis et poenis, voor den tyt van vier jaeren, van seeckere Caerte by hem door last van Syn Extie. gemaeckt van 't Belech der Stadt 's Hertogenbossche alleen te mogen laten drucken ende vercoopen." - Dat men destijds van alle dergelijke gebeurtenissen, als om strijd, de eerste wilde zijn, om daarvan afbeeldingen te verkoopen, en dat toen dikwijls in strijd met de wetlijke bepalingen daaromtrent gegeven, gehandeld werd, is mij gebleken uit cornelis danckerts, Plaatsnijder, te Amsterdam, die voor dezelfde voorstelling ook octrooi had verkregen, onder bepaling, dat hij zijne kaart niet eerder dan die van niels mogt doen verschijnen. Doch danckerts was met de zijne veel vroeger gereed, en had de onvoorzigtigheid op zijne prenten te zetten met privilegie van hare Ho. Mo. niels klaagde hem aan, danckerts werd streng vervolgd en al de kaarten met dat Privilegie werden opgehaald en verbeurd verklaard. - Zie idem Resolutie, 22 Mei, 1630, en 8 Junij, 1630.
|
Wikipedia
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
Wikipedia
stadsmuseum Groenlo
Het stadsmuseum van Groenlo beschikt over een hoge resolute opname (200 MB).
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627 (Theodorus Niels)
_1627_-_Grolla_Obsessa_et_Expugnata_sml.jpg)

In de stedenatlas van Blaeu staat een ingekleurde en bewerkte versie met grote overeenkomsten.
Ook hier staat de naam van Niels. Rechtsonder staat de naam Jan Blaeu. Op de eerdere kaarten staat de naam Guiljelmus Blaeuw.
|
Wikipedia
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
Wikipedia
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627 (Frans van Schooten Senior)
Op deze kaart staat linksonder de naam van Frans van Schooten.
In het onderschrift staat "In't leeger afgetekent door Fransiscus van Schooten, Profesor der Mathematische konsten tot Leyden.".
De kaart is beschreven in het boek De vestingstad Grol in de kaart gekeken: topografisch historische atlas van Groenlo.
Onderstaande tekst is geciteerd uit Pluijm.
Met de hier afgebeelde kaart , die in 1681 in de Nederlandse vertaling van het boek van Hugo de Groot verscheen, werd de mogelijk oorspronkelijke tekenaar van deze kaart, Professor, Frans van Schooten, in ere hersteld.
Deze vertaling van Grollae obsidio werd overigens niet bij Blaeu uitgegeven, maar te Amsterdam "By de Weduwe van Johan van Someren, Abraham Wolfgangh, Hendrik en Dirk Boom, Boek verkopers, 1681". In die tijd was het atelier van Blaeu al op zijn retour. Dat bij het vervaardigen van die gravure ook van de eerder in Grollae obsidio verschenen kaart gebruik werd gemaakt is evident.
Een aantal verschillen met de bij Blaeu vervaardigde kaarten zijn waarschijnlijk het gevolg van de kleinere uitvoering (25,7 x 33,9), waardoor voor een aantal toevoegingen, zoals de legenda, te weinig plaats was, dan wel dat de letters zo klein zouden worden, dat ze moeilijk leesbaar zouden zijn.
De opname is door Edward-Wells genomen uit Hugo de Groots Nederlandtsche Jaerboeken en Historien: "Beleg van Grol in den Jaeren MDCXXVII", Fransiscus van Schooten, 1681. Het betreft een ingekleurde kaart. Er zijn ook zwart/wit versies, bijvoorbeeld in de Bibliothèque National de France.
De opname komt uit de collectie Stichting Menno van Coehoorn en draagt nummer 19269.


|
Menno van Coehoorn
Stichting Menno van Coehoorn Documentatiecentrum Mariaplaats 51, 3511 LM Utrecht 030 - 231 22 30
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
19269
stadsmuseum Groenlo
Het stadsmuseum van Groenlo beschikt over een hoge resolute opname (200 MB).
Edward Wells
Cartografisch Antiquariaat Edward Wells heeft een ingekleurde versie verkocht.
JPG
Bodel Nijenhuis
Volgens de omschrijving in de catalogus zou deze kaart ook aanwezig zijn onder nummer COLLBN Port 11 N 225.
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627 (anoniem)
Deze anonieme kaart heeft een legenda in het latijn.


|
stadsmuseum Groenlo
Het stadsmuseum van Groenlo beschikt over een hoge resolute opname (200 MB).
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627
De Nederlandstalige kaart is beschreven in het boek De vestingstad Grol in de kaart gekeken: topografisch historische atlas van Groenlo.
De opname komt uit de collectie Stichting Menno van Coehoorn.
Soortgelijke duitstalige kaart (13520)
De kaart komt ook voor in Gallica en staat daar omschreven als
"Perfekte afteykeninghe van de gelegentheyt ende belegeringe der starcke stadt Groll ... / door Cornelis Danckerss de Rij",
en als uitgever Claes Jansz Visscher (1586-1652).


|
Menno van Coehoorn
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
30528
Gallica
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
Gallica
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627 (onbekend)
Van onderstaande kaart is de maker onbekend.
In vergelijking met de andere is deze minder gedetailleerd.
De opname komt uit de collectie Stichting Menno van Coehoorn.


|
Menno van Coehoorn
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
19268
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627 (onbekend)
Van onderstaande kaart is de maker onbekend.
De opname komt uit de collectie Stichting Menno van Coehoorn.


|
Menno van Coehoorn
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
13519
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627 (onbekend)
Onderstaande anonieme kaart is spaanstalig.
De opname komt uit de collectie van de Bibliothèque nationale de France, P153382 [Vc-69-Fol.].


|
|
| top
|
|
Siege de Grole Anno 1627


Franstalige kaart
De opname uit collectie Bodel Nijenhuis
|
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627 (onbekend)
De kaart is beschreven in historischecartografie.nl
De opname komt van de Studiekring Historische Cartografie.


Pluijm schrijft het volgende over.
De voorliggende kaart nu toont de vestingwerken van vóór 1614 met dien verstande dat in de lange noordoostzijde een zesde bastion is toegevoegd, dat daar nooit heeft gelegen. De ravelijnen zijn afwezig en ook De Slinge is hier reeds omgeleid. Daaruit ontstaat het vermoeden dat de tekenaar van deze kaart wel beschikte over informatie over die verbouwing, maar niet over een plattegrond daarvan en daarom gemakshalve van oudere kaarten is uitgegaan en daaraan het een en ander naar goeddunken heeft veranderd en toegevoegd.
Dat alles neemt niet weg dat de afgebeelde aanvalswerken en de weergegeven circumvallatielinie correct zijn weergegeven. Die bevatten details die ofwel afkomstig zijn van ter plaatse verzamelde gegevens ofwel zijn ontleend aan een gedetailleerde veldkaart van die belegering. De getekende aanvalswerken en circumvallatielinie kunnen een vergelijking met dezelfde details op de bij Blaeu gedrukte kaarten doorstaan. Zelfs komen hier nieuwe gegevens naar voren.
Er was tot op heden geen enkele kaart van 1627 bekend waarop de plaats van de mortieren is aangegeven van waaruit brandbommen richting de stad werden afgeschoten. Interessant zijn eveneens de ingetekende approches. Die hadden soms een breedte van wel 4 meter, zodat door deze loopgraven kanonnen veilig naar de aan de rand van de gracht te bouwen batterijen konden worden gebracht. Dwarsverbindingen (hier aangeduid met "Loopgraef") konden dus smaller zijn. Steeds is bij de approches en de loopgraaf de plaats van de aarden wal aangegeven door een bredere streep.
Betreffende de circumvallatielinie valt het op dat hier nadrukkelijk sprake is van een "Dubbel trenschement" wat in overeenstemming is met recente waarneming bij het graven van een proefsleuf juist op de plaats waar die tekst in de kaart staat. Links onder is de omtrek van de linie beschreven. Die is hier nauwkeuriger omschreven dan voorheen bekend: "Den omganck des Legers is 12000 pas oft 3½ uijr gans, elcke uijr tot 1600 voet". Ook hebben hier 3 van de 5 schansen een andere naam dan tot nu algemeen werd aanvaard.
|
The National Archives
Bekijk de omschrijving.
Catalogue
|
| top
|
|
Beleg van Grol 1627 (onbekend)
De kaart is beschreven door Antiquariaat FORUM


FORTIFICATION.- Collection of 80 superbly executed maps and plans of fortifications, fortified towns and castles. Included are plans of fortifications and towns in the Netherlands (51), Germany (16), Italy (3), France (4), Poland (2), Belgium (2), Malta (1) and Brasil (1).
Magnificent atlas containing 80 coloured manuscript maps and plans of fortifications, fortified cities, fortresses and castles, often showing the situations during a siege. Most of the maps are drawn in the years following the end of 'The 12-years Truce' (1609-1621), when the Eigthy years' War with Spain was resumed, first under the leadership of Stadtholder Maurits, until his dead in 1625, later under his brother Frederik Hendrik, the 'Stededwinger' (conqueror of cities). During the military campains in the years 1621-1630 many cities were reconquered, for example Bergen op Zoom in 1622 (map 3 and 29), Grol in 1627/8 (maps 6 and 16; cf. 43), Rees in 1622 (map 27), Breda in 1625 (map 30) and Steenbergen in 1627 (map 71). Many plans contain profiles of the fortifications and the scale is indicated in so-called 'Roeden', the newly introduced standard measure: the Rhineland rood of 3.767 m.
List of the maps (unless otherwise stated double page: ca. 417 x 535mm.):
- Beautiful folding map of Grol (Groenlo) and surroundings (522 x 750mm.), including the quarters of the Stadholder Frederik Hendrik and Count Ernst during the siege in 1627, with profiles of the fortifications and compass rose. In the extensive legend all the companies with their officers are mentioned.
( legenda)
( kaart)
( detail Grol)
- Grol (Groenlo), anno 1628.
( kaart)
- Grol (Groenlo) and surroundings with the trenchements and batteries and the route the English and Frisian took to capture Grol in 1597.
( kaart)
|
Antiquariaat FORUM
Dealers in rare and antiquarian books, prints, maps, manuscripts and drawings.
website
Wie weet meer
De atlas is te koop bij Antiquariaat FORUM. Foto's zijn welwillend ter beschikking gesteld door Antiquariaat FORUM.
Informatie over de geschiedenis van de atlas en de kaarten is zeer welkom.
website
|
| top
|
|
Utrecht (1629)
Deze anonieme kaart is gecatalogiseerd als een schetskaart van de stad Utrecht en de omliggende versterkingen en gedateerd op 1629.
De opname komt uit de collectie Stichting Menno van Coehoorn en draagt nummer 41323.


GAU TA Da 1.1
Plattegrond van de stad en omstreken
Tekening in kleuren
vervaardiger: Hendrick Jansz. Verstraelen (?)
vervaardigd in 1629
met aanduiding van een fortificatielinie ver ten oosten van de stad.
GAU TA Da 1.2
Plattegrond van de stad en omstreken, zelfde voorstelling als GAU TA Da 1.1
Litho
vervaardiger: Gieben en Dumont
vervaardigd in 1856, opgenomen in Bordes
met aanduiding van een fortificatielinie ver ten oosten van de stad.
GAU TA Da 1.3
Plattegrond van de omtrek van de stadswallen, versterkt door drie geprojecteerde bolwerken.
de naam "Van Zijl" heeft vermoedelijk betrekking op de vroedschapsresolutie van 18 juli 1629 f.122
GAU TA Da 1.6.2
Plattegrond van de omtrek van de stad met vestingwerken
Originele kaart wordt bewaard bij het Generallandesarchiv Karlsruhe, inv nr Hfk.Bd. XVIII fol 40 nr 77
minder gedetailleerd als de kaart uit collectie Menno van Coehoorn
Taverne schrijft in In 't land van belofte
Hoe kwetsbaar de irregulier versterkte stad, met bovendien allerlei
voorsteden en buiten betimmeringen, was, bleek in 1629 toen zij na de
bezetting van Amersfoort door de vijand serieus bedreigd werd. De
verwarring, chaos en ruzie betreffende de financiering van de hoogst
noodzakelijke aanvullende verdedigingswerken zijn illustratief voor de
besluiteloosheid die tegelijk de grootste hinderpaal was bij het uitleggen
van de stad.
In juli 1629 werden op verzoek van de Staten van Utrecht door de
stadsregering van Leiden drie ingenieurs gezonden, te weten Mr. Joris
Gerstecoren, Claes Slabbinck en niemand minder dan Professor Van
Schooten, docent in de Duytsche Mathematicque, en auteur van het
eerder genoemde handboek der fortifikatie en landmeetkunde. Kort
daarop werd door de Utrechtse Vroedschap een kommissie aangesteld
"tot ordonneren van buitenwerken, volgens tekening van ingenieurs
hiertoe uit Leiden gekomen".19 Het betrof hier de realisering van een
ontwerp voor het versterken van het tweede gedeelte van de zogenaamde
Utrechtse linie, het gedeelte tussen de Vaertse Rijn ten oosten van de
stad tot aan de Vecht. Het door de Leidse ingenieurs ontworpen stelsel
werd op advies van kapitein Pithan, goeverneur van Gulik, door de
Vroedschap nog in dezelfde maand goedgekeurd. Het ontwerp dat
bestond uit een aaneengesloten reeks van bolwerken verbonden door
een aarden wal met borstwering, met daarvoor een natte gracht is
afgebeeld op een kaart van later datum, waar de linie met nummer 1 is
aangegeven.20 De uitvoering geschiedde door de inwoners van de stad
zelf, en die van de voorsteden die tegelijk - onder protest - de taak
kregen om alle "timmeragie, plantagie, coorngewas, off andere met ter
daet te doen opruymen ende amoveren'".
Het projekt geraakte echter in een kritieke fase toen binnen een
maand Prins Frederik Hendrik, die het beroemde beleg van 's-Hertogenbosch
leidde, berichtte dat de rond Utrecht geplande werken veel
te uitgebreid waren en dus teveel mankracht ter verdediging vereisten.
Naar zijn mening zou de stad beter zijn gebaat met versterkingen dicht
tegen de stad aan, al was het maar een bedekte weg. Nieuwe plannen
werden gemaakt door de Leidse ingenieur Gerstecoren en de
kapitein-ingenieur Van den Bosch.
In voetnoot 19 verwijst Taverne naar blz 116 uit De verdediging van Nederland in 1629 van J.P. de Bordes.
Bordes schrijft daar:
De werken om Utrecht werden uitgebakend door drie ongenieurs,
door de regering van Leyden op verzoek der Ged. Staten gezonden, en ten overstaan van acht leden uit de Vroedschap van Utrecht.
…
Het waren Mr. Joris van Gerstecoorn, Claes Slabbinck en Professor Schotel of Schooten, waarschijnlijk Bernardus Schotanus. …
Zij werden den 26 Sept. door de Ged. Staten ontslagen, die de vertering, door hen in de herberg gemaakt, voor hen voldeden, en daarenboven uitbetaalden aan Gerstecoorn en zijn assistent ƒ 248-6-8; aan Slabbinck en zijn zoon ƒ 206-18 en aan Schotel en zijn zoon ƒ 450,-.
- Res.Ged.St. van Utrecht 20/30 Oct. Bovendien werden zij door den burgemeester van Utrecht en
eenige heeren in stadt kelre met een vrundelycke maeltyt getracteert
ende elck van stadts wege vereert met XXV guld. Res.Vr.Utr 21 Sept/1 Oct.
Op bladzijde 129 noemt Bordes dezelfde Gerstecoorn en een zekere Schouten, mogelijk een verwijzing naar Van Schooten.
De ingenieurs Schouten en Gerstecoorn vergezelden die
afgevaardigden, ten einde Frederik Hendrik in t elichten omtrent
de gemaakte en door hen aangelegde werken, en zoo mogelijk aan te
toonen, dat Utrecht daardoor voldoende verzekerd was
Res.Ged.St.Utr 12 en 13 Aug.
|
Menno van Coehoorn
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
41323
|
| top
|
|
Utrecht (1629)
GAU TA Ab 62
Kaart van de bouw- en weilanden om de stad Utrecht.
Bij besluit der Vroedschap van 13 sept. 1630 werd aan Hendrick Jansz. Verstraelen toegelegd f.30,- voor het maken op last van Burgemeesteren een kopie van "seeckere caerte, die hy door last van de Ed.Mo.Heeren Staten slants van Utrecht in Septembri ende Octobri 1629 gecarteert ende gemeeten hadde van de situatie deser stadt met alle die buytenwercken tot fortificatie van dyen, soo affgesteecken als eensdeels volmaeckt, mette byleggende boomgaerden, weegen ende steegen."
De datering 1660 is onjuist omdat de in 1637 aangelegde Maliebaan niet op de kaart voorkomt.
Vervaardiger: Hendrick Jansz Verstraelen.
scannummer X4280
Donkersloot schrijft in Kaarten van Utrecht:
De toelichting op het doel van de kaartvervaardiging in
het kader links is helaas onleesbaar. Met enige moeite is
nog te lezen dat de kaart gemaakt is 'door last en bevel
van Ed. H. Staten sLands van Utrecht ... oct. 1629 ... ' De
naam van de maker komt daar niet (meer) op voor, maar
dat Henrick Jz. Verstralen de auteur van de kaart is blijkt
uit de vroedschapsresoluties van 13 september 1630 waarin
staat dat hij f 30,- zal ontvangen voor het maken van
een kopie van 'seeckere caerte, die hij door last van de Ed.
Mo. Heeren Staten slants van Utrecht in septembri ende
octrobri 1629 gecarteert ende gemeeten hadde van de situatie
deser stadt met alle die buitenwercken tot fortificatie
van dyen, soo affgesteecken als eensdeels volmaeckt, mette
byleggende boomgaerden, weeg en ende steegen' .
Aardige details van deze plankaart zijn voorts de vele
oomgaarden rondom de stad, waarvan er enkele (met
name aan de oostkant) zijn aangegeven als 'Afgehouwen
Bongarden'. Frederik Hendrik had in 1629 geadviseerd
bomen rond de stad, die een naderende vijand beschutting
zouden kunnen bieden, om te hakken.
Tot slot mag hier niet onvermeld blijven dat er nog enkele
anonieme en ongedateerde handschriftkaarten bestaan die
verband houden met fortificatieplannen uit 1629, maar
mogelijk iets later ontstonden. Deze kaarten zijn veel minder
gedetailleerd en hebben een schetsmatig karakter. Het
betreft: GA u TA Da 1. I (de stad en omgeving is weergegeven
met een vrijwel gelijksoortig fortificatieplan als van
Verstralen èn een fortificatielinie een eind buiten de stad
aan de oostkant), Da 1.2 (steendrukkopie van Da 1. I vervaardigd
voor het boek van). P. Bordes De verdediging van
Nederland in 1629 in 1856 te Utrecht verschenen bij Gieben
en Dumont). Voorts de kaarten Da 1.3, Da 1.6, Da 1.6.1,
UBL BN 40-77 en Karlsruhe, Generallandesarchiv Hfk. Bd
XVIII fol. 40 nr 77 (foto aanwezig op GAU) die slechts de
omtrek van de stad in beeld brengen.
Renes schrijft in Historische atlas van de stad Utrecht
Bijgaande kaart toont een plan uit 1629
voor een nieuwe reeks vestingwerken die
grote delen van de voorsteden zou beschermen.
Dit fortificatieplan werd gemaakt in
opdracht van de Staten van Utrecht, dus
van het gewestelijke bestuur. De aanleiding
was de toen bestaande oorlogssituatie, die ook leidde tot de aanleg van een
voorganger van de Hollandse Waterlinie.
De landmeter Hendrik Verstralen kreeg
de uitdrukkelijke opdracht om het terrein
gedetailleerd in kaart te brengen, met inbegrip van wegen, stegen en boomgaarden.


Utrechts Archief
Wikipedia
|
| top
|
|
Frans van Schooten Junior
Taverne schrijft in In 't land van belofte
Als illustratie van de verstarring, die geleidelijk aan in het theoretisch
onderwijs te Leiden en elders sloop, kan dienen het niet onaardig
geschreven boek van kapitein Ruse (1654). Ruse is, samen met de veel
meer bekende Menno van Coehoorn, één van de belangrijkste vernieuwers
van het Nederlandse vestingbouwkundig systeem. In zijn boek
maakt hij onderscheid tussen ingenieurs "die by een goet vuer in 't
hoexcken van den haert de Steden attacqueren" en hen die "gewoon
waren te danssen na 't gespeel des Canons en Musquetten". Ruse keert
zich vooral tegen de "onderdanen van Mathesis, welcke meynen dat den
Oorlogh en alle saken ter weereld sich na hare regels onveranderlijck
moeten voegen".
|
Henrick Ruse
was militair-ingenieur-vestingbouwer in dienst van vele Europese vorsten.
In 1654 verscheen bij Joan Blaeu Versterckte Vesting, uitgevonden in velerley voorvallen, en geobserveert in dese laeste oorloogen, soo in de Vereenigde Nederlanden als in Vranckryck, Duyts-land, Italiën, Dalmatiën, Albaniën en die daar aengelegen landen.
Wikipedia
|
| top
|
|
Utrecht (1660)
Kaart van de ontworpen verdedigingswerken
Linksonder aan staat de naam van Petrus van Schooten.
Het origineel maakt deel uit van de collectie Hingman en draagt nummer 3517.
De kaart is beschreven door Donkersloot in Kaarten van Utrecht.
Deze opname komt uit de collectie Stichting Menno van Coehoorn en draagt nummer 30465.


Taverne schrijft in In 't land van belofte
Meer dan dertig jaar waren de ouderwetse stenen
muren en de enkele aarden bolwerken verwaarloosd; van buitenaf
gezien leken de fortifikaties als beroofd van hun militaire karakter en
overwoekerd door tuinen, bedrijfjes en vuilnisstortplaatsen. Buiten
de architektonisch vaak fraai uitgedoste stadspoorten groeiden - tot
schade van de huishouding en beveiliging van de stad - dichtbevolkte,
voorsteden die niet gemakkelijk ontruimd konden worden. In deze
omstandigheden zorgde de korte en snelle veldtocht van de Bisschop
van Munster in 1665 - tenauwernood kon worden voorkomen "dat hij de
IJssel overstak - voor ongekende paniek. Met het oog daarop werden in
de loop van 1666 allerlei initiatieven genomen met betrekking tot de
fortifikatiewerken rond de stad. In Leiden werd advies gevraagd van
de pas benoemde professor Petrus van Schooten; tegelijk werd eenzelfde
verzoek gedaan aan de Utrechtse hoogleraar Hugo Ruysch en vermoedelijk ook aan Bernard de Roy,
landmeter-ingerneur van de Staten van Utrecht.
Donkersloot schrijft in Kaarten van Utrecht
Afteyckeninge volgens welcke de Circumferentie der stadt
Uijtrecht met de weynichste Bolwercken, Op het sterkste soude
cunnen werden gefortificeert ende in volkoomen defensie gebracht
gedaan door Petrus van Schooten Prof. Math. in d'Universiteijt
tot Leyden', [1665/1666].
Handschrift in kleur, 58 X 88,5 cm.
Schaal ca I:3500 (2r,6 cm = 200 Rijnlandse roeden), het
noorden rechtsonder .
ARA VTH 35r7 (herkomst: kaartenverzameling Nassause
Domeinraad, gemengde stukken nr 34).
Het verschil van deze fortificatieplankaart met andere uit
dezelfde tijd (zie nr 95, 96, 98) is, dat met de toen ter
discussie staande stadsuitbreiding totaal geen rekening
werd gehouden. De versterking sluit vrijwel direct aan op
de stad. Er zijn twee fortificatiesystemen ingetekend:
r) de omwalling direct grenzend aan de bestaande stadsbuitengracht
met 25 bolwerken (waarin de oude bolwerken
zijn opgenomen); de Bemuurde Weerd valt er buiten.
2) een minder. duidelijk uitgewerkt systeem, iets verder
van de stad gelegen, waarin de Bemuurde Weerd is opgenomen,
met 27 bolwerken.
Volgens Taverne dateert deze plankaart van 1665/1666,
hetgeen hij in direct verband brengt met de veldtocht van
de Bisschop van Munster in 1665. Voor een datering na
1664 pleit het feit dat het Mariabolwerk, in dat jaar verdwenen
bij het rechttrekken van de Catharijnesingel, niet
is aangegeven. Echter, de nieuwe grachten aan de westkant
die toen werden gegraven, en het hoornwerk aan de oostkant
dat nog steeds bestond, zijn ook niet op deze plankaart
getekend. Dat de kaart uit 1672 zou dateren, omdat de
vernieuwing van de fortificatie toen weer acuut ter discussie
stond, wordt door Taverne verworpen.
Het is aardig om hier te vermelden dat de fortificatiedeskundige
Frans van Schooten (1581/82-1645), hoogleraar
te Leiden en vader van Petrus die de hier beschreven
plankaart maakte, in 1629 ook alom advies gevraagd was
voor een verbetering van de stadsfortificatie (zie Taverne,
p. 244). Fortificatieplankaarten uit dat jaar zijn er (zie kaart
nr 92), maar deze dragen niet de naam van Frans van
Schooten.
Er zijn enkele schetsmatige fortificatieplankaarten bewaard
gebleven die overeenkomsten vertonen met de hier
beschreven kaart, waarin soms ook het plan van kaart nr
92 uit 1629 is verwerkt. Deze kaarten zijn niet gedateerd
en onduidelijk gesigneerd, respectievelijk: GAU TA Da 1.4
('Wtrecht van de Roij', 44 X 66 cm), Da 1.8 (gesigneerd:
A.D.R., 50 X 61 cm), Da 1.9 (48 X 67 cm), Da 1. 15 (20
X 24 cm).
Literatuur: Taverne (1978) p. 267, 481 noot 79 en 482 noot
87
GAU TA Da 1.4
Plattegrond van de omtrek van de stadswallen met opvulling van alle tussenruimten door negen nieuwe bolwerken,
drie hoornwerken en door een doorlopende muur langs het noordeinde van de Bemuurde Weerd vanaf de Catharijnepoort tot aan de Wittevrouwenpoort.
Vervaardiger: B. de Roy (?) na 1640
GAU TA Da 1.13
Kaart van de ontworpen omwalling van de stad, van een deel van de westelijke voorsteden en van de moesgrachten.
vervaardigd door N.D. van Groenou
origineel maakt deel uit van collectie Bodel Nijenhuis 40 nr 83)
De Vries schrijft in Kaarten met geschiedenis bij een kaart van Hugo Ruijsch.
In 1665 - tijdens de Tweede Engelse Oorlog - had men
de bisschop van Munster, die onverwachts het oosten
van het land was binnengevallen ternauwernood met
Franse hulp bij de IJssel weten tegen te houden. De
Utrechtse magistraat zag zich toen gedwongen ijlings
maatregelen voor de verwaarloosde stadsverdediging
te nemen, Kon men daarbij volstaan met het versterken
van de bestaande stadsomwalling, zoals de te hulp geroepen
Leidse hoogleraar Van Schoten adviseerde of
moesten de vier voorsteden (bij de Weerd, buiten de
Wittevrouwen- en Catharijnepoorten en langs de
Vaartse Rijn) binnen een geheel nieuw aan te leggen
ruime omwalling met achtentwintig bastions opgenomen
worden, zoals op deze twee ontwerpen van
Hugo Ruijsch te zien is?
|
Menno van Coehoorn
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
30465
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (NNBW)
Op het gemeente-archief is van hem eene afteekening in kleuren van de fortificaties van Leiden (Cat. prentverz., 2e Afd. (1907), no. 869) en op het Rijksarchief een plan van de vestingwerken van Utrecht (Hingman, Inv. kaarten II, no. 3517).
NNBW
Nationaal Archief
kaart is opgevraagd in collectie Hingman.
collectie Universiteit Leiden
In 1664 is door Hugo Ruysch een kaart verzorgd over het Plan Moreelse voor de uitbreiding van de stad Utrecht.
Toonneel des Aerdrijcx
|
| top
|
|
Leiden
De opname komt uit de Beeldbank Regionaal Archief Leiden.
In de Beeldbank Regionaal Archief Leiden staat de volgende omschrijving:
Signatuur | PV3052.5
| Titel | Profijl volgens welck, soo Ravelijnen als Retrenchementen moogen werden opgebouwt
Afteijkeninge, volgens welcke de Circumferentie der Stadt Leijden door Weijnichste Bolwercken op het sterckste soude cunnen werden gefortificeert ende in volcomen defensie gebracht.
| Maker | Schooten, Petrus van
| Plaatsnaam | Leiden
| Formaat | 117 x 130 cm
| Vormtechniek | Tekening in kleur
| Datum vervaardiging | ca 1660
|


|
Regionaal Archief Leiden
Bekijk een vergroting in hoge resolutie.
Beeldbank
JPG
Menno van Coehoorn
Notities zijn aanwezig met als titel "het gebastioneerde vestingstelsel
het plan tot verbetering door Petrus van Schooten
uitgewerkt door J. Douw (1674)"
42441
42442
|
| top
|
|
Gebruik gemaakt is van:
- J.P. de Bordes, 1856, De verdediging van Nederland in 1629, Broese, Utrecht
(google books)
- M. Donkersloot-de Vrij, 1981, Topografische kaarten van Nederland vóór 1750,
Handgetekende en gedrukte kaarten) aanwezig in de Nederlandse rijksarchieven, Wolters-Noordhoff, Groningen
- M. Donkersloot-de Vrij, 1989, Kaarten van Utrecht, Topografische en thematische kartografie van de stad uit vijf eeuwen, Hes, Utrecht
- M. Donkersloot-de Vrij, 1989, Repertorium van Nederlandse Kaartmakers: 1500 - 1900
(www.maphist.nl)
- S.J. Fockema Andreae, 1947, Geschiedenis der Kartografie van Nederland: van den romeinschen tijd tot het midden der 19de eeuw, Martinus Nijhoff, 's Gravenhage
- C. van den Heuvel, 2007, De vesting als mathematisch en cultureel kennissysteem.
Het onderwijs in de vestingbouw aan hovelingen, kooplui en ambachtslieden in de Hollandse Republiek (17de eeuw),
In: Scientiarum Historia 32 (2006) pp 99-117
- C. van den Heuvel, 2006, De versterkte stad, In: De Stad Uitgeverij 010, Rotterdam (pp 23-36)
(google books)
- K. de Jonge, 2005, De mislukte aanleg van verdedigingslinies in 1629, Saillant (2005-2) pp 23-25
(pdf)
- H.J.M. Nellen, 1984, The significance of Grollae Obsidio in the development of Grotius' relations with the fatherland. in: LIAS 11 (1984) p. 1-17
(pdf)
- H.J.M. Nellen, 2007, Hugo de Groot: een leven in strijd om de vrede, Balans, Amsterdam
- G. Nijs, 2002, Belegering der stadt Grol, afstudeerscriptie
(pdf)
- J.E. Pluijm, 2005, De vestingstad Grol in de kaart gekeken: topografisch historische atlas van Groenlo, Stadsmuseum Groenlo, Groenlo, 2006
- J.E. Pluijm, 2008, Grollae obsidio, In: Grols verleden, Tijdschrift voor de historie van Groenlo en directe omgeving, (2008-10).
(pdf)
- H. Renes, Historische atlas van de stad Utrecht: twintig eeuwen ontwikkeling in kaart, Sun, Utrecht
- F.W.J. Scholten, 1989, Militaire topografische kaarten en stadsplattegronden van Nederland, 1579-1795, Canaletto, Alphen aan den Rijn
(Canaletto)
- E. Taverne, 1978, In 't land van belofte: in de nieuwe stadt, Ideaal en werkelijkheid van de stadsuitleg in de Republiek 1580-1680, Maarssen
- D. de Vries, 1989, Kaarten met geschiedenis 1550-1800: een selectie van oude getekende kaarten van Nederland uit de Collectie Bodel Nijenhuis, HES
Overige Kaarten
Beleegeringe vande stadt Hertogen Bosch
Wahreundeigentliche delineatio ... der vesten statt Hertzogenbusch ... / durch Iacobb Prempart
Nieuwe kaerte van Breda belegert door syne altesa Frederick Hendrick van Nassou prince van Orangien den 23 Iuly 1637
Belegering van Breda onderbeleyt des marquis Spinola begonnen den 27 augusti 1624
Breda obsessa et expugnata, armis Philippi IV regis hispaniarum, ductu Isabellae Clarae Eugeniae hispaniarum infantis, virtute Ambrosii Spinolae
|
http://www.forten.info/index.htm
http://dutchrevolt.leidenuniv.nl/Nederlands/geschiedschrijvers/Grotius.htm