1. Een recht linie na de wterste en middelreden, te deelen.

    Dese operatie is gedaen in de 11. des 2. boucks.

  2. In de rechthouckige triangulen, is de figuer der sijde over den rechten houck, gelijck beyde sodanige gelijckformighe figueren op elcks der ander sijden.

SE-

12 en 4s zijn in reden als 9 en 6 ofte 1 6 en 64 welke is de dobbele reden haerersyden in gelijckformige reden 3 en 6 4 en 8 19 Tusschen twe gelijckformige corporale getallen vallen twe middel proportionael ghetallen ende de corpora zijn tot malcander als de drievoudige reden haeter sijden in gelijckformige reden Exempel zy twegelijcksormige corporaele ghetallen 24 en 192 tusschen welke vallen de middelproportionael getallen 48 en 9 6 en de selve getallen 24 en 192 zijn tot malander als 8 tot 64 ofte 27 tot 21 6 9ste 64 tot 5 12 zijn de de drievoudight reden van haer gelijckformige syden 2 tot 4 of 3 tot 6 of 4 tot 8 2o So tusschen twe getallen een middelproportionael ghetal comt dese zijn dan gelijckformige vlacke getallen Is de contrarie des 1 deels der 18 dtses 21 Soo tusschen twe ghetallen vallen twe continue middelproportionael getal ACHTSTE Bov cK 1 I