| ||
Bronnen tot de Geschiedenis van de Leidsche UniversiteitDr P.C. Molhuysen heeft in het naslagwerk Bronnen tot de Geschiedenis van de Leidsche Universiteit de nodige feiten vastgelegd over resoluties van de curatoren van de leidse universiteit met betrekking tot de familie van Schooten.
JaarsalarisInteressant is ook de honorering. Om het salaris van Van Schooten op waarde te schatten, zijn ook mededelingen opgenomen over andere hoogleraren. Uit het overzicht, dat lang niet compleet is, blijkt duidelijk dat een professor aan de Duytsche Mathematique de helft verdiende van een professor aan de Universiteit. Vergelijk rond 1600 van Merwen en van Ceulen met Rudolf Snellius (toen hij nog geen rector was), rond 1630 Frans van Schooten Senior met Golius of rond 1680 Pieter van Schooten met Meller. De vergelijking is exclusief inkomsten uit andere bronnen als privéonderwijs, commissies of andere opdrachten. Het verzoek van Pieter van Schooten om in het Latijn college te mogen geven, moet dan ook niet geïnterpreteerd worden als een verzoek om op de Ingenieursschool Latijn te spreken, maar om openbare colleges in het Latijn te geven aan een universitair publiek. |
||
Rudolf Snellius![]() | 1581 Aug. 2. " C. en B. stellen Rud. Snellius tot extraordinaris mathematices prof. aan op ƒ 200, ingegaan 1 Nov. 1581, en zoolang totdat men een in mathematicis beter ervaren mocht bejegenen". | |
Rudolf Snellius![]() ![]() | 1583. Mrt. 16. "C. en B. verhoogen de wedde van Snellius, extraord. prof. mathematices, tot ƒ 300, mits hy voorgaat ook des Woensdags en Zaterdags college te geven.". | |
Rudolph Snellius![]() ![]() | 1599 Maart. 1. | |
Universiteit De tekst hiernaast is door Molhuysen opgenomen in bijlage 337 |
1599. Dec. 13. Geheimhouding der Acta Senatus Opten 13en Decembris 1599 zijn gecompareert in de vergaderinge van dè a. h. Rector ende Senaet van de Universiteyt tot Leyden, collegialiter beroupen zijnde, de heeren Curateurs van de Universiteyt ende Burgemrn. der voors. stadt, en hebben aldaer vertoont, dat tot haerluyder kennisse was gecommen, dat tgene zo in de vergaderinge van C. ende B. ende voors. Senaet, ende in de vergaderinge van de Rechters van de Universiteyt, als tgene in de byeencompsten van de voorn. h. Rector ende Senaet werde verhandelt, niet zo secreet en werde gehouden, alst wel betaemde, maer lichtelick werde geelimineert tot groote nadeel van de goede policye ende regeringe der voors. universiteyt ende tgene daer van dependeert, versouckende daer omme dat de voorn. a. h. Rector ende die van den Senaet voorn. niet beswaerlick en zouden vynden melcanderen by eede te verplichten van secreet te zullen houden alle tgene wes zy zo wel opte vergaderingen by de voorn. heeren C. ende B. te houden als ooc opte tezaemencompsten van Rechters ende byeencompste van de voorn. Senaet zullen hooren, si en ende verstaen, zonder dat yemant voorts te zeggen, op pene van privatie van haere staet ende voorts als meyneedich gestraft te worden naer behooren. Twelc by de voorn. a. h. Rector ende Senaet verstaen zijnde, hebben gewillich daer in ne geconsenteert ende dien achtervolgende gedaen den eedt als hier nae volgt: "Dat zweeren wy, dat wy secreet zullen houden al tgene wy opte vergaderinge der heeren Curateurs van de Universiteyt ende Burgemrn. der stadt Leyden, mitsgaders opte byeencompste van den Senaet ende andere judicieele vergaderingen der voors. universiteyt zullen hooren, zien ofte verstaen, zonder yemant tselfde te ontdecken, zo waerlick moet ons God almachtich helpen". | |
Duytsche Mathematicque |
1600. Jan. 10. "Alsoo Sijne Excellentie, Grave Maurits van Nassau, Stadthouder van Hollant, ende Capiteyn Generael, tot dienst van den lande goetgevonden hadde, dat in de Universiteit alhyer sonde worden gedoceert in goeder duytscer tale die telconste ende lantmeten principalycken tot bevordering van de geenen die hen sou den willen begeven tottet ingenieurscap ende ten dien fyne doen recommanderen hadde die personen van Mr. Simon Fransz. van der Merwen, ende Mr. Ludolf van Ceulen, die de voors. consten souden mogen opentlyck leeren, ende daer nae oock demonstreren, soo wel int groot als int cleyn, alles volgens de instructie die Sijne Extie daer toe hadde doen concipieren ende door Mr. Simon Stevin overgesonden aen de Curateurs van Van de Universiteit [Bijl. *338] soo ist dat Curateurs van de Universiteit énde Burgemeesteren voorn. om te bevorderen die begeerte van Sijne Exc. daer toe hebben versocht ende bewillicht de voors. van der Merwen ende van Ceulen" enz., op een nader te bepalen wedde. "Hebben voorts die voors. C. ende B. tot een leesplaetse geordonneert een gedeelte van de Falyebagynenkercke onder de Biblioteecque om met deelen affgeschoten ende voorts soo met bancken ende stoelen als anders gemaect te worden bequaem tot een gemeene leesplaetze om t welcke te bevorderen gecommitteert zijn de voorn. Mr. Simon Fransz. van der Merwen ende Mr. Niclaes van Zeyst, Pensionaris der stadt Leyden ende Secretaris van de voorn. C. ende B.". |
|
Willebrord Snellius |
1600. Mei 7.
| |
Ludolph van Ceulen | 1600. Mei 8/9. C. en B. stellen de wedden van van Merwen en van Ceulen vast op ƒ 400. | |
Duytsche Mathematicque | 1600. Aug. 8/9. "Ende eerstelyc aengegeven sijnde by de Professoren van de Duytsce Mathematycque dat sy te meermaelen waeren versocht geweest om te verleenen heurl. getuychnisse van bequaemheit ende ervarentheit int stuck van landtmeten aen den geenen, die sich tott exercitie van de selve conste soude willen begeven, sonder dat sy seeckerlyck wisten wat wet sy daerinne souden hebben te nemen, ende sulcx daerop versochten het advys, last. ende resolutie van de voors. C. ende B., soo hebben de voors. C. ende B. geresolveert dat die geene dewelcke sullen versoecken getuychnisse van haere bequaemheit int stuck van lantmeterye, ingenieurscap ende andere stucken der duytsce mathesis, de selve sullen by de voors. Professoren worden geexamineert wel scerpelyck, ende bequaem bevonden sijnde, sullen mette selve compareren ter camere van de Curateurs, ende aldaer voor C. ende B. ofte, in absentie van de Curateurs, voor Burgemeesteren ende Secretaris van de voors. Curateurs, verclaeringe doen, dat sy den versoeckers hebben bevonden bequam om to exercitie van de voors. mathematycque te worden geadmitteert. Ende sal opte verclaringe van de voors. Professoren den versoeckers bequaem bevonden sijnde dyenvolgende werden gelevert bryeven van haere bequaemheit, onder tsegel, van de Universiteit ofte hant van den voors. Secretaris." |
|
Rudolf Snellius | 1601 Febr. 8. | |
Rudolf Snellius | 1601. Febr. 9. C. en B. stellen den extraord. prof. "mathemaseos" Rud. Snellius aan tot ordin. professor. | |
Rudolf Snellius | 1601. Febr. 17. | |
Rudolf Snellius | 1601. Dec. 2. | |
Rudolf Snellius | 1602. Aug. 9. C. en B. verhoogen de wedden van Snellius tot ƒ 500; | |
Duytsche Mathematicque | 1602. Nov. 10/11. "Alsoo enige jaeren geleden ten aenhouden van Sijn Exctie
binnen dese Univ. was opgerecht de duytsce Professie der Mathematycque, om
daer door bequaeme ingenieurs aen te vocken ten dienste van den lande, ende
alsnu ettelycke personen versoeck gedaen hadden ten aensyene syl. soo verre
waeren gecomen dat se verhoopten met eeren te connen worden gebruyct soo
in de landtmeterie als ingenieurscap, dat daerom hem mochte werden verleent
bryeven van haere bequaemheit; ende sulcx de Professoren der voors. mathematycque
een forme van examinatie soe opt landtmeten als sterckbouwinge gemaect
ende de selve Sijn Excellentie doen verthoenen hebben de, de voorg. Sijne
Excellentie de voors. examinatie goetgevonden hadde, midtsgaders oock het
ontwerp van de promotien daerop te doen, ende daer en boven versocht hadde
dat soe wanneer de voors. examinatien souden gearresteert sijn, men daer van
copie sonde willen scicken aen den Raedt van State, op dat daerop geexamineert
souden worden alle die geene, die versochten toegelaten te worden tottet
ingenieurscap, soo is, naer examinatie van de voors. forme, goet gevonden die
voors. soo forme van examinatie als van promotie te stellen in handen van
den Senaet ende van henl. verstaen heurl. advys.
|
|
Duytsche Mathematicque De tekst hiernaast is door Molhuysen opgenomen in bijlage 354 |
Advis ende Antwoorde opte vijf Artyclen by de Heeren Curateurs ende Burgemeesteren den Senaet van de Universiteyt voorgestelt, nopende de examinatie der genen, die hem begeven sullen tottet studium van de Duytsche Mathematicque. Opt eerste artyckel, is by de Senaet goetgevonden, dat de forme van
examinatie by de voors. artyckelen gaende, gestelt sal worden in handen van
D. Rodolphus Snellius mitsgaders van M. Ludoph ende M. Simon Fransz.
om gehoort der selve goetduncken daervan gedaen te worden rappoort aen de
voors. heeren C. ende B. ende is dien volgende der selven goetduncken
geweest dat de overgeleverde forme van examinatie seer goet ende bequaem is.
|
|
Duytsche Mathematicque De tekst hiernaast is door Molhuysen opgenomen in bijlage 355 |
Diploma voor een Meester in de "Duytsche Mathematicque" Den Rector ende Senaet van de Universiteyt te Leyden doen condt een ygelick, dat also om alle vrye consten ten besten van tgemeene vaderlandt te voorderen, de reden verheyscht, dat, also degene die hem daer toe begeven genootsaeckt worden vele costen , aerbeydt ende tijt int leeren van dien te verslijten, met eenige vereeringe daer toe werden verweckt, ende het sulcs is dat nu eenige jaeren herrewaerts sich in de Universiteyt alhier N. begeven heeft, om te leeren de conste van landtmeterye ende sterckbouwinge mettet gebruyck des wercktuychs daer toe dienende, ende door sijn verstandt ende neersticheyt so vele gevoordert heeft dat hy nae verscheyden beprouvingen by de Professoren der mathematicque ofte wisconste gedaen, bevonden is wel ervaren, so ist dat wy Rector ende Senaet voorn. verclaren by desen den voors. N. bequaem om in de voors. con sten als Meester gebruyckt te worden, waer toe wy voors. hem recht ende macht geven. Ten welcken oirconde de voors. Rector ende Senaet van de voors. Universiteyt hebben het zegel des Universiteyts aen dese doen hangen ende van den Secretaris ondergescreven onderteyckenen. | |
Rudolf Snellius Zie bijlage 337 over geheimhouding. |
1602. Nov. 23.
| |
Ludolph van Ceulen |
1603. Febr. 9/10. C. en B. … verhoogen de wedden … van de twee professoren der Duytsche Mathematicque, van Merwen en van Ceulen, tot ƒ 450; | |
Duytsche Mathematicque | 1603. Mei 11. C. en B. geven den "Mathematycque professeurs" bij provisie acte van autorisatie om in de geometrie ende ingeniatie te examineren en literas testimoniales af te geven. | |
Hans Vredeman de Vries | 1604. Febr. 9. Op een verzoek van Hans Vredeman de Vriese, "met bryeven van recommendatie van Sijne Exc, om te mogen worden gebruyct int doceren van de perspective ingenie ende architecture" beschikken C. en B. afwijzend, daar "de staet van de Univ. niet suffisant is om veel meer nyewe proffessoren aen te nemen". | |
Rudolf Snellius |
1604. Aug. 6/8. C. en B. verhoogen de wedde van Snellius tot ƒ 600; | |
Willebrord Snellius |
1608. Iunni. 27. | |
Willebrord Snellius |
1610. Iul. 10. | |
Rudolf Snellius |
1611. Mei 8. C. en B. geven Snellius voor zijn langdurige buitengewone diensten een vereering van ƒ 150. | |
Frans van Schooten Senior |
1611. Nov. 6. C. en B. besluiten de Universiteits-landen te doen "carteeren ende meeten". |
|
Samuel Marolois De tekst hiernaast is door Molhuysen opgenomen in bijlage 456 met als titel: Prins Maurits beveelt Samuel Marolois bij C. en B. aan. |
1611 Verthoont reverentlyck Samuel Marolois, zoon van Nicolaes Marolois zn., woonende alhier in den Hage, uwer Princelycke Ex.tie onderdanigen dienaer, hoe dat zijn voors. za. vader vant beghin deser nederlantsche troubelen eerst van de kerckelycke vergaderinge van Valenciennes tot Dillenburch gesonden is geweest aen den Heere Prince van Oraingien, loff. memo., uwe Princel. Ex.tie Heer Vader, omme zijne Princelycke Ex.tie te verclaren die goede affectie ende genegentheyt die de voors. kerckelycke vergaderinge hem toedroegen, ende om middelen voor te wenden, door de welcke de voors. kercke verhoopten verlost te worden van de slavernye der Inquisitie etc.; het welck by des remonstrants vader volbracht sijnde, ende de saecke voorts dirigerende naer sijn vermogen, om daer van een goede wytcompste te mogen hebben, is ondertusschen dese handelinge van den magistraet ontdeckt geworden, ende is des suppliants za. vader daeromme openbaerlyck gebannen ende alle sijne goederen geconfisqueert, sulcx dat hy daer naer zijn goederen ende vrienden verlatende heeft hem continuelyck begeven in dienste van de gemelte Heere Prince van Oraingien, loff. memo.; by de welcke hy seer dickmaels is gebruyckt geweest in secrete aenslagen, niet sonder groot gevaer sijns levens, met niet minder moeyten ende costen ende tot genougen van sijnen voors. Heere, sonder daer van eenichsints gerecompenseert geweest te zijn; eensdeels door de sobere middelen, die der alsdoen waeren, anderdeels hebbende verhoopt ende vertrouwt dat zijn voors. Heere, mijn Heere die Prince van Oraingien, loff. memo., hem al tseffens soude vergolden ofte gerecompenseert hebben; waer toe des suppliants za. vader verwachtende d'occasie, dan den onverwachten doot van den selven Heere Prince, loff. memo., daer op overcomende, is des suppliants za. vader van alles gefrustreert gebleven, ende sijn daer mede de memorien van sijn getrouwe diensten verdwenen, alles tot sijn suppliants ende sijn za. vader groot achterdeel: sulcx dat sijn suppliants za. vader gestorven ende in den Heere gerust is in groote armoede, laetende den suppliant niet achter dan sijne goede naeme en fame, die hy verhoopt onbevleckt noch bekent te wesen. T is nu zoo dat niettegenstaende zijne voors. armoede nochtans door zijn groote neersticheyt den suppliant heeft laeten leeren ende onderrichten in eenige deelen der wisconsten, in de welcke den suppliant door lanckheyt van den tijt met groote costen, vlijt, moeyten ende arbeyt (sonder roem gesproken) gecomen is tot de volcomen kennisse der selver, welverstaende voor zoo veel als men het oneyntlyck eyntlyck noemen mach, in vougen dat hy verhoopt bequaem te wegen den landen in qualiteyt als professor in de vrije consten dienst te connen doen. Ende alsoo door het affsterven van Meester Ludolph van Ceulen een alsulcke ampt compt te vaceren, soo versouckt ende bidt hy suppliant seer dienstelyck, dat uwe Princelycke Ex.tie genadichlyck believe in consideratie van sijn suppliants za. vaders goede getrouwe diensten te verleenen brieven van recommandantie aen de Heeren Curateuren van de Academie tot Leyden, ten eynde by suppliant door uwe Princelycke Ex.tie faveur tot het voors. ampt soude mogen geraecken. Welck doende etc. | |
Samuel Marolois De tekst hiernaast is door Molhuysen opgenomen in bijlage 430. Het is een rekest van Samuel Marolois aan Prins Maurits. |
1612. Feb. ? Verthoont reverentelyck Samuel Marolois, hoe dat hy volgende zijne inclinatie, die hy van zijn jeucht aen totte Mathematique ende dependentien derselver heeft gehadt, daer inne zoodaenige habitude heeft vercregen dat hy verhoopt roette hulpe Godes den lande dienst te connen doen gelijck hy tot nu toe verscheyde particulieren gedaen heeft, die by hem hebben geleert ofte geconfereert. Tis nu zoo dat door het affsterven van Mr. Ludolph van Coeulen tot Leyden het professorampt der duytse mathematicque is commen te vaceren, ende alhoewel zijne Ex.cie, die oorsaeck is geweest vande institutie deser professie, particulierlyck heeft gelet opde noot der milicie, nochtans nu deselve consten tot allen tijden haer nutticheden mede brenghen, gemerckt niet alleen de inventie der Artis Mecanicis daer door gevonden worden, maer selfs alle soorte van consten noodich tot smensen handelinge daervan dependeren, soo verhoopt hy suppliant dat U. Ed. Mo. sullen goet vinden deselve professie te doen continueren. Daeromme versouckt hy suppliant zeer dienstelyck ende met alle ootmoet dat U. Ed. Mo. favoriserende zijne sincere affectie die hy heeft de landen, daer hy is geboren, te mogen dienst doen (welcke affectie bynae alle het ghene is dat zijn vader, Nicolas Marolois, hem heeft connen naerlaten, hebbende om de suyvere religie te volgen alles verlaeten wat hy heeft gehadt, ende hem vougende by mijn Heere den Prince van Oraigne, hoogl. memorie, den welcken hem dickmaels heeft geemployeert in diverse importante ende periculeuse commissien, waervan de recompentien door den onverwachten doot vande selve Heere Prince verdwenen zijn, als noch eenige luyden bekent is) haer Ed. geliefte zy den suppliant te verleenen brieven van recommandatie aen zijn Ex. ende aen mijn Heeren Curateurs van U Ed. Mo. Universiteyt van Leyden, ten eynde hy suppliant mach totte selve professie geadmitteert werden. Twelck doende etc. | |
Samuel Marolois De tekst hiernaast is door Molhuysen opgenomen in bijlage 429. Het is een brief van Gecomm. Raden aan C. en B. |
1612. Feb. 3. Samuel de Morrolois, ons wel bekent, aen ons gedaen hebbende t'versouck, als by de neffens gaende requeste is te sien, hebben wy dienvolgende aen uwe Ed. willen recommanderen, ende vruntlycken begeren, dat uwe E. consideratie willen nemen op zijne bequaemheyt, ende hem totte professie mathematique, daer inne hy nyet alleen wel geexperimenteert is, maer oock anderen te boven gaet, prefereren; ,vy houden d'Universiteyt daer by gal weesen gedient, ende uwe E. sijnes beloven. Hiermede enz. Geschreven in den Hage den 3en Februarij 1612. | |
Willebrord Snellius | 1612 Febr. 8. C. en B. geven Will. Snellius, die een tijd lang "gelesen hadde in Mathesi publice" voor zijn moeite ƒ 150; zij besluiten geen tweeden prof. Matheseos aan te stellen, doch Snellius "te houden voor gerecommendeert", tot opvolger, mettertijd, van zijn vader. | |
Frans van Schooten Senior | 1612 Febr. 8. C. en B. vereeren Fr. van Schooten ƒ 200 voor het waarnemen, gedurende 10 maanden van de "duytsce mathematische lessen" |
|
Frans van Schooten Senior | 1613 Febr. 9. C. en B. geven Frans van Schooten ƒ 300 voor zijn "duytsce mathematyckse lessen" gedurende het afgeloopen jaar en verzoeken hem daarmede voort te gaan. | |
Willebrord Snellius | 1613 Febr. 9. Zij benoemen, wegens de ziekte van Rud. Snellius, diens zoon Willebrord tot professor Matheseos op ƒ 300. | |
Willebrord Snellius | 1613. Febr. 15. | |
Frans van Schooten Senior | 1613. Aug. 6/7. C. en B. geven Frans van Schooten ƒ 60 voor het laten maken van vier houten instrumenten voor het onderwijs in mathesi. | |
Samuel Marolois De tekst hiernaast is door Molhuysen opgenomen in bijlage 455 met als titel: Prins Murits beveelt Samuel Marolois bij C. en B. aan. De datering bevreemdt. Gelet op de chronologie zou men eerder 1611 verwachten. |
1614 Febr. 7 Alsoo deur de voorgaende publicque leeringhe der mathematiquen in duytsch mette oefeningh der instrumenten daer toe noodigh, verscheiden goede ingenieurs ghecomen zijn, die dese landen goeden dienst ghedaen hebben, oock verscheiden gheswooren landtmeters, die haer stuck verstaen. soo souden wy tot dienst van 'tgemeene landt oorboor achten, dat de professie der voors. consten onderhouden werde. Ende alsoo deur t'overlijden der professoren vooral noudigh is, dat andere wel ervaren persoonen in hunne plaetsen gestelt worden, soo en hebben wy niet connen nalaten (indien. U. E. gheresolveert souden zijn yemandt anders tot professeur der voors. conste te verkiesen), daer toe te recommanderen den persoon van Samuel Marlo, die wy in de voors. conste niet alleen bequaem ende welervaren achten, nemaer die oock de ghemeene fame daeraff voert; U. E. oversulcx verzouckende den voors. Marlo, in ghevalle voors., in sondere goede recommendatie te houden, ende voor yemandt anders tot het voors. professoorschap te promoveren. Ende salons welghevallen daer aen gheschieden. Hier mede enz. 's-Gravenhaghe den 7en Februarij 1614. | |
Willebrord Snellius | 1614 Febr. 8. C. en B. … verhoogen … W. Snellius wedde met ƒ 100. |
|
Willebrord Snellius | 1615 Febr. 8 Zij benoemen Will. Snellius tot prof. ord. | |
Frans van Schooten Senior | 1614. Febr. 8. C. en B. benoemen Fr. van Schooten tot prof. der "duytsche mathematycke" op ƒ 350. | |
Willebrord Snellius | 1615. Mart. 22. | |
Willebrord Snellius | 1616 Febr. 8/11. C. en B. verhogen de wedde van Will. Snellius tot ƒ 500. | |
Willebrord Snellius | 1620 Mart. 23. C. en B. geven Snellius voor de onkosten van zijn instrumenten gedurende 2 jaar extraordinarie ƒ 200. | |
Willebrord Snellius | 1622 Jun. 6/7. C. en B. continueeren ook Snellius' extraord. tractement van ƒ 200 voor 2 jaren. | |
Willebrord Snellius | 1624 Febr. 10. C. en B. verlengen de extraord. wedden van Snellius van ƒ 200, nog voor 3 jaren. | |
Jacob Golius | 1625. Mei 12 C. en B. nemen D. Jacobus Golius aan tot prof. in het Arabisch op ƒ 500. | |
Jacob Golius | 1625. Sept. 18. "Wijders, op het iteratyff versoeck ende aenhouden van D. Jacobus Golius, Professor Arabicae linguae, hebben eyntlick de gemelte H. C. ende B., volgens de toestemminghe van den heere Curator Paauw, geresolveert ende geconsenteert, dat de voorn. Professor Golius, om sich in corten tijt volcomentlicker tot beteren dienst van dese Academie ende Republycque in de Orientaelsehe spraecken te konnen oeffenen, sal moghen doen eene reyse van omtrent anderhalff jaer nae Alleppo, ende dat middeler tijt sal loopen t' zijnen prouffyte de gagie ofte wedden van de voors. professie, ende oock de selve professie blijven vacant, om tot zijn wedercompste by hem wederom bedient ende waergenomen te werden, mitsgaders dat hem hier van sal werden verleent acte." | |
Jacob Golius | 1625. Sept. 18. "De heeren van Sommelsdijck ende praesident Crumholt draghen voor dat de professor Golius, wesende in Aleppo, by missive hadde versocht aldaer eenighe rare Arabische ende diergelijcke Orientaelsche boecken tot koste ende dienste der voors. Universiteyt te moghen koopen; waer op nae deliberatie is verstaen ende geresolveert, dat men den voors, professor Gool by missive van dit collegie sal authoriseren totten koop der voors. Orientaelsche boecken ende dat ter somme van 1200 ende 1500 guldens, off ten hoochsten tot 2000 guldens toe, mits dat mette eerste gelegentheyt van weghen dit collegie by den heeren Gecomm. Raden sal werden geprocureert het consent om totten voors. koop mede te moghen employeren de penningen van het subsidie, dat voor degen by de gemelte heeren Raden van weghen 't landt van Hollandt es geaccordeert totten koop van de Orientaelsche boecken, die de professor Erpenius za. hadde naegelaten." | |
Jacob Golius | 1626. Aug. 10. "De heeren van Sommelsdijck ende praesident Cromholt draghen voor dat de professor Golius, wesende in Aleppo, by missive hadde versocht aldaer eenighe rare Arabische ende diergelijcke Orientaelsche boecken tot koste ende dienste der voors. Univrsiteyt te moghen koopen; waer op nae deliberatie is verstaen ende geresolveert, dat men de voors, professor Gool by missive van dit collegie sal authoriseren totten koop der voors. Orientaelsche boecken ende dat de somme van 1200 ende 1500 guldens, off ten hoochsten tot 2000 guldens toe, mits dat mette eerste gelegentheyt van weghen dit collegie by den heern Gecomm. Raden sal werden geprocureert het consent om totten voors. koop mede te moghen employeren de penningen van het subsidie, dat voor desen by de gemelte heeren Raden van weghen 't landt van Hollandt es geaccordeert totten koop van de Orientaelsche boecken, die de professor Erpenius za. hadde naegelaten." | |
Jacob Golius | 1626. Nov. 17. "Wert gelesen de missive by den professor Golius den 12en Julij laestleden in Aleppo aen dit collegie geschreven, inhoudende onder anderen versouck ten eynde hy mocht werden geauthoriseert om aldaer eenighe Orientaelsche boecken voor de bibliotheecke van de voors. Universiteyt te koopen. Ende is goet gevonden daer op te schrijvende naevolgende antwoorde, dienende om den voorn. professor totte continuatie van zijne begonste devoiren te encourageren, ende tot zijne tijdelicke wederecompste te vermanen, mitsgaders de vorige gegevene authorisatie tot den koop der voors. boecken andermael te notificeren." | |
Willebrord Snellius | 1627. Febr. 9. De gedeputeerden van de Senaet der Univ. komen in de vergaderinghe versouckende, de wijle den prof. Willebrordus Snellius deser werelt overleden was, dat niet alleen zijne weduwe, maar oock voortaen alle andere weduwen van professoren mochten genieten een jaer van gratie, dat is een jaer gagie van haren overleden mannen. Waerop geresolveert is dat alleenlick de voorn. weduwe Snellii sal genieten een jaar gagie ofte tractement van haren overleden man, soowel 't gene hem extraordinaire als ordinaire was toegevoecht, beginnende 't selve jaer van gratie metten 8en Novembris. | |
Frans van Schooten Senior | Frans van Schooten, professor der Duytsche mathematique, versouckt by requeste verbeteringe zijner gagie, gemerckt den tijdt kostelicker wert, ende den last zijns huysgesins verswaret; waer op gedelibereert zijnde, is den selven van Schoten zijn voorgaende tractement verhoocht met 50 gulden jaerlix, zulx dat hy voortaen tot jaerlixe wedden sal genieten eene somme van 400 guldens. | |
Jacob Golius | 1627. Febr. 9. Nademael Dr. Cornelius Pijnacker verklaerde door expressen last van den professor Jacobus Golius voor den selven gekoft te hebben binnen de stadt Tunis acht Arabische boucken ende dat den selven inkoop met corretage ende wisselgeld en be1iep 76 realen van achten, om de restitutie van de welcke hy den voorn. Curateuren hadde aengesproocken, mitsgaders oock den greffier Gool, vader van den voorn. professor Golius, die oock alreede eenige penningen in minderinge van de voors. realen aen den voorn. Pijnacker hadde gerestitueert; dat mede de voors. acht boecken waren alhier overgelevert mette catalogue van dien ende andere bescheyden daertoe dienende, die alle by de charters van dit collegie zijn opgesloten: soo is goet gevonden van de voors. 76 realen, 't stock gereeckent tot acht ende veertich stuyvers, te depescheren ordonnantie van betalinge opten Rentmr. van de Universiteyt ten behouve van den voorn. greffier Gool." | |
Jacob Golius | 1627. Febr. 9.
| |
Jacob Golius | 1629. Nov. 21. C. en B. benoemen Jacobus Golius tot afd. prof. Mathesios als opvolger van Snellius op een wedde van ƒ 600. Golius legt daarna een catalogus over van "alle geschreven boecken tot laste van de Univ. en ten dienste van deselve, in Orienten oft' Levanten gekoft ende herwarts over gedaen voeren". Hij dient een rekening in ten bedrage van ƒ 1195 en 8 st. voor dezen aankoop, boven hetgeen hij daarvoor reeds ontvangen heeft. C. en B. geven hem bovendien een vereering van ƒ 1200 voor de onkosten van zijn reis. | |
Jacob Golius | 1630. Feb. 7. "OPte recommendatie van den prof. Golius is geconsenteert dat seecker persoon, die d'Arabische letteren kan maecken ende nu t'Amsteledam wonende is, soo wanneer de selve alhier tot Leyden metter woone komen ende sich onder de litmaten van de Univ. laten immatriculeren sal, alsdan mede sal genieten de vrydom van de imposten van wijn ende bier, gelijck de setters der Orientaelsche boecken in de druckereye van Elsevier." | |
Jacob Golius | 1631. Aug. 9. C. en B. geven … Golius een jaarlijksch extraord. tractement van ƒ 100. | |
Frans van Schooten Senior | 1632. Febr. 9. C. en B. geven Frans van Schooten een jaarlijksche extra-toelage van ƒ 100. | |
Wilhem Paedts | 1632. Aug 9. Ten versoucke van den H. Meester Wilhem Paedts ende Carol us Gallus, burgemeesteren der stadt Leyden, is den selven geconsenteert seeckere blaeuwe steene sarcken, leggende op de graven van heure respective voorouders ofte vrinden in Auditorio Theologico van de Academie, te moghen van daer doen voeren ende hen selven toeeygenen, mits in plaetse van dien wederom andere blaeuwe steenen doende legghen, t'heuren koste." | |
Quadrant | 1632. Aug 9. "Jan Jacobsz. van Banchem, als fabryckmeester der stadt Leyden, ontboden sijnde, wert gelast te dispicieren ofte besichtighen eenighe bequame plaetse ofte gelegentheyt boven op 't gebouw van de Academie, omme aldaer te stellen ende bewaeren het instrumentum mathematicum, hier vooren geroert, ende om aldaer oock den studenten te demonstreren den loop des hemels ende van de sterren, mitsgaders van dit nieuw te maecken werck een pertinent besteck ende model te ontwerpen: alle 't welck de voorn. fabryckmeester aengenomen heeft te doen." |
Astronomisch quadrant Willebrord Snellius (1580-1626) heeft een quadrant van twee meter groot laten maken om nauwkeurige hoekmetingen te kunnen doen. Na zijn dood heeft Jacob Golius dat instrument laten plaatsen op het Academiegebouw geïnstalleerd, wat het begin van de praktische sterrenkunde als een universitair vak in de Republiek markeerde. |
Frans van Schooten Senior | 1635. Jun. 8. C. en B. verhoogen het extraord. tractement van Golius tot ƒ 400. | |
Frans van Schooten Junior | 1635. Jun. 8. Zij staan toe dat Frans van Schooten jun. bij ziekte van zijn vader, diens lessen waarneemt. | |
1638. Febr. 8. "Wert bekent gemaeckt dat meester Henrick van Taden, vechtmeester, klaecht dat ten tijde als men anatomiseert, de professoren voot 't begin van de actie gaen wandelen in sijn schermschool en alsdan den studenten, die in hare exercitien van schermen ende diergelijcke sijn, daer uyt doen scheyden; waer op goet gevonden wert hier van by gelegentheyt te spreecken met den rector, ten eynde voor het toekomende over 't gene voors. is by ordre mach werden voorsien." 1638. Febr. 9. Een verzoek van den schermmeester, Henrick van Taden, om een tractement te mogen hebben, wordt door C. en B. afgewezen. | ||
John Pell | 1640. nov. 8. Is by d'heer Curator Cats openinge gedaen van de persoon ende qualiteyten van seker geleert Engelsman, synde een philosophus ende mathematicus, genaemt Magister Pellaeus die tot eene van de vacerende professien Phi- losophiae in de Universiteyt alhier wert gerecommandeert. | |
Frans van Schooten Junior | 1646. Febr. 8. C. en B. benoemen François van Schooten den jonge, in plaats van wijlen zijn vader, tot "Nederduyts Professor Matheseos" op ƒ 400. | |
Stampioen | "Op de requeste van seeckere mathematici ende landtmeters alhier binnen Leyden, de selve requeste onderteyckent hebbende, ende versouckende voorsieninge ten eynde de candidaten van die konst voortaen niet by een eenen Stampioen, maer by de Professoren Matheseos in de Univ. alhier mochten werden geexamineert, wert niet geraden gevonden daer in te treden." | |
Frans van Schooten Junior | 1646. Nov. 5. C. en B. geven Frans van Schooten voor de aanbieding van zijn boek de Organica conicarum sectionum in plano descriptione tractatus, ƒ 60. | |
Stampioen |
"De voorn. Professor Schoten vertoont wijders hoe weleer de personen, trachtende landtmeters te werden in dese provincie van Hollandt, plegen alvorens geexamineert te werden by den Professoren Mathematum in de Universiteyt alhier, gelijck in andere provincien by den Professoren van iten Academien aldaer mede geschiet, maer dat sedert eenigen tijt herwaerts de voors. examinatien sijn gedaen by eenen genaemt Jan Jansz. Stampioen, mathematicus in 's Gravenhage, de welcke den voorn. personen voorhout eenige sware poincten in de mathese, die syl. niet en behouven te weten, en nochtans hen daerover als onbequame wederom sendt, streckende tot disreputatie van hem, Professor Schoten voorn., als of hy sijne toehoorders niet genouch en ouffende: waerom hy versouckt dat de voors. examinatien wederom by den Professoren Matheseos in de Academie alhier mochten werden gedaen. Waerop naer deliberatie werdt verstaen dat de gelegentheyt deser sake zal werden i vertoont aen den H. Gecommitteerden Raden van de H. Staten van Hollandt, ende van wegen dese vergaderinge versocht dat de mathematische Professoren in de Academie van Leyden tot haer voorgaende recht ende gebruyck aengaende de voors. examinatien mochten werden herstelt, ende dat in zulcken gevalle 't Hof Provinciael van Hollandt daervan by aenschryvinge kennisse mochte werden gedaen". | |
Frans van Schooten Junior | 1646. Dec. 10. "Op 't versouck in de voorgaende vergaderinge gedaen by François van Schoten, Professor van de Nederduytsche Mathematique, ende de resolutie dienaengaende alsdoen hier genomen ende tot elucidatie van dien, werdt goedtgevonden dat alsnoch de veranderinge off nieuwicheyt, in dese sake gevallen, aen de H. Gecommitteerde Raden zal werden vertoont by den H. C. ende B. voorn., ende versocht dat alsnoch de landtmeters by de Professoren van de Mathese alhier geexamineert ende bequaem gekent zijn de, daermede sullen mogen gestaen, ende niet gehouden zijn andermael by andere mathematici in den Hage te werden geexamineert, om tot het landtmeterschap geadmitteert te sijn, ende dat metten eersten in dese stadt Leyden sal werden ondersocht hoe ende by wien voor desen de landtmeters sijn geexamineert ende geadmitteert geweest, om, dat verstaen zijnde, alsdan nader geresolveert te werden op het verder versouck op dit subject sen den H. Gecommitteerden Raden te doen." | |
Frans van Schooten Junior | 1647 Febr. 8. "Na lecture van seecker schriftelick vertooch aen dese vergaderinghe overgelevert by Frans van Schoten, Nederduyts Professor Matheseos alhier, werdt goedtgevonden dat den pensionaris Wevelichoven, als secretaris van de gemelte vergaderinge, zal concipieren eene requeste op den name van de H.C. en B. voorn., met insertie van de redenen van 't voors. vertooch, ende dat deselve requeste zal werden geaddresseert aen den H. Staten van Hollandt ende Westfrieslandt, mitsgaders dat daerby zal werden versocht dat den voorn. Professor werde gequalificeert totte examinatien van den geenen, die voortaen tot het landtmetersampt zullen komen te aspireren ende toegelaten werden." | |
Descartes | 1647 Mei 20. "Is geopent ende gelesen eene Latijnse missive, geschreven
op den 4en dach van de lopende maent tot Egmondt, van eenen genaemt des
Cartes, in de welcke hy klaecht van't groot ongelijck hem aengedaen met het
publiceren ende defenderen van sekere These onder het presidium van een
primarius Professor Theologiae in de Universiteyt, ende van den Regent van
't Collegium Theologiae alhier, overmits hy, des Cartes voorn., in de voors.
Thesis van godtslasteringe ende godtloosheyt soude sijn geinsimuleert, ende
mitsdien tecn hoochsten geiniureert; ende versoeckt daer over satisfactie of dat
hy anders met schriften sich daerentegens zoude moeten verdedigen, gelijck breder
is te sien by deselve missive [Bijl no 661]; waerop, naer deliberatie, goedtgevonden
| |
Frans van Schooten Junior | 1647 Dec. 2. C. en B. kennen van Schooten, boven zijn wedde van ƒ 400, een extraord. tractement van ƒ 100 toe. | |
Jacob Golius | 1647 Dec. 3. "Naer lecture van het volgende vertooch van den Professor Jacob Gool [Bijl no. 667], wert, om redenen in 't voors. vertooch verhaelt, goedtgevonden by desen den voorn. Professor Gool te authoriseren om de vijff geschreven Persiaensche boucken, in 't voors. vertooch gespecificeert, voor den prijs mede aldaer uytgedruckt, te mogen kopen voor dese Universiteit, ende dat hem daer toe eene ordonnantie ter somme van 75 guldens op den Rentmr. der voors. Universiteit sal werden verleent, mitsgaders dat de voors. boucken, alsoo gekost ende betaelt wesende, sullen werden gebracht op de publique Bibliotheque, om in der kasse aldaer opgesloten, ende ten dienste van de Universiteit bewaert te worden." … vijff geschreven Persiaense boucken, 't een handelende van de medicine, twee van morale ende spirituele saken, … religie der Persianen, … een chronyck van 't Persiaensche rijck …. | |
Frans van Schooten Junior | 1653. Febr. 9. C. en B. verhoogen het extraord. tractement van van Schoten tot 250. | |
Frans van Schooten Junior | 1653 Oct. 30.
| |
Series Lectionum | 1654 Febr. | |
Series Lectionum | 1654 Sept. | |
Series Lectionum | 1656 Febr. | |
Series Lectionum | 1657 Febr. / Sept. | |
Series Lectionum | 1658 Febr. | |
Frans van Schooten Junior | 1658 Febr 27. C. en B. geven … Franciscus van Schooten voor de dedicatie van zijn tractaet de Constructione problematum simplicium geometricorum eene (vereering) van ƒ 50. | |
Frans van Schooten Junior | 1658 Aug. 8. C. en B. verhoogen het extraord. tractement van van Schooten met ƒ 50. | |
Series Lectionum | 1658 Sept. | |
Jacob Golius | 1658 Sept. 18. "Is gelesen een schriftelijck vertooch, mitsgaders eene schriftelicke memorie ende declaratie van den Professor Gool, aengaende 't gene by den selven Professor ten dienste van d'Universiteyt was uytgereyckt ende betaelt, als eerstelick ten behouve ende tot onderhout van seker Armenisch Christen genaemt Siahyn Kandi, de welcke eenige Orientaelsche boucken voor de publycke Bibliotheque had gecopieert, de somme van 245 guldens ende 3 stuyvers … | |
Series Lectionum | 1659 Febr. | |
Henrick Snewints | 1659 Mei 8. "Dewijle by resolutie van den C. ende B. genomen den 17en Decembris in den voorleden jare 1658 was verklaert, dat d'erffgenamen van wijlen meester Henrick Snewints, in sijn leven mathematisch instrumentmaecker, het onvolmaeckt instrument van den selven Snewints, gehecht aen't groot quadrant staende boven in het toornken op d'Academie, souden mogen laten aestimeren by ymandt hem des verstaende, ende dat Jan Davidt, oock mathematisch instrumentmaker, …." | |
Series Lectionum | 1659 Sept. | |
Series Lectionum | 1660 Sept. | |
Frans van Schooten Junior | 1660 Aug. 7. "Dewijle François van Schooten, die in sijn leven is geweest Professeur van de Nederduytsche Mathematycque, dese werelt was gecomen t'overlijden, ende dat oversulcx die professie vacant geworden sijnde, Petrus van Schooten, broeder van den overleden, by requeste versouckt die vacerende plaetse te mogen becleeden; dat oock eenige andere personen tot de voors. becleedinge in consideratie sijn gebracht, soo wert goetgevonden omtrent de voors. professie ende de voorn. persoonen te hooren de consideratien van D.M. Jacobus Golius, Mathematum Professor in d'Universiteyt alhier. | |
Series Lectionum | 1660 Sept. | |
Petrus van Schooten | 1660
| |
Series Lectionum | 1661 Febr. | |
Petrus van Schooten | 1661 Febr. 8. C. en B. besluiten dat Petrus van Schooten "by provisie
ende op eene preuve de professie van de Nederduytsche mathematique"
vaceerende door het overlijden van zijn broeder Frans van Schooten zal
bekleeden.
| |
Petrus van Schooten | 1661. Apr. 25. Lecta sunt acta, quibus a D.D. Curatoribus et Consulibus Professor Matheseos in Belgica lingua per provisionem designator I). Petrus van Schoten [Doc. A. S. VI . f.61]. | |
Petrus van Schooten | 1661 Nov. 7. C. en B. stellen Petrus van Schooten aan tot Prof. der Nederduytsche mathematicque op ƒ 200. | |
Series Lectionum | 1661 Sept. | |
Series Lectionum | 1662 Febr. / Sept. | |
Series Lectionum | 1663 Febr. | |
Series Lectionum | 1663 Sept. | |
Petrus van Schooten | 1663 Nov. 12. C. en B. verhoogen de wedde … van van Schooten van ƒ 200 tot ƒ 400. | |
Series Lectionum | 1664 Febr. | |
Series Lectionum | 1664 Sept. | |
Series Lectionum | 1665 Febr. | |
Series Lectionum | 1665 Sept. | |
Petrus van Schooten | 1666 Febr. 8. C. en B. verhoogen de wedde van van Schooten tot 500; | |
Series Lectionum | 1666 Febr. | |
1666 Febr 8. "Is geconsidereert dat de jegenwoordige vacantien deser Universiteyt te menichvuldich sijnde, daer door grooten ondienst ende voor d'Universiteyt mitsgaders voor de studenten in de sleve komt t'ontstaen, ende mitsdien goetgevonden dat metten Senaet sal werden overleyt of de vacantien voorn. in de navolgende forme niet en souden dienen te werden gerestringeert, als namentlijck dat de vacantie van Kerstmis tot den tweeden Januarij, van Paesschen tot acht dagen daernae, van Hemelvaertsdach tot den derden dach nae Pinxteren, van den eersten Augusti tot den eersten September alle incluys, mitsgaders op den 3en Octobris alleen, voortaen souden werden gehouden, … | ||
Series Lectionum | 1666 Sept. | |
Series Lectionum | 1667 Febr. | |
Series Lectionum | 1667 Sept. | |
Samuel Kechel | 1667. Nov. 8. Opt ernstich versouck van Samuel Carel Kechel, mathematicus, om in plaetse van den overleden Heer Gooi, in sijn leven Professor Matheseos, tot de voors. professie te werden gevordert, soo is goetgevonden aen d'een sijde't voors. versouck wel t'excuseren, doch om niet te min den voorn. D. Kechel in sijnen dienst t'encouragereu, denselven te geven permissie om op het toornken der Univ. de gewoonlicke astronomische demonstratie te doen, ende daervoor hem in plaetse van ƒ 200, ƒ 400 jaerlicx toe te vougen. | |
Series Lectionum | 1668 Febr. | |
Samuel Kechel | 1668. Maart 22. Na de doodt van Samuel Kechel, Mathematicus en litmaat deser Universiteyt, woonende by Antony Hoevenaer, horologimaker alhier, sonder testament off hier bekende erffgenamen, | |
Christiaan Melder | 1668 Mei 22. C. en B. beroepen tot opvolger van Golius als Matheseos Prof. D. Christianus Melder te Dordrecht, op ƒ 1200, en besluiten uit te zien naar een opvolger van Gool als Prof. in het Arabisch. | |
Christiaan Melder | 1668 Oct 16. Eadem sessione D. Melder ad legeudum data est hora 9a. | |
Christiaan Melder | 1668 Nov. 13. C. en B. geven den prof. Melder 100 voor verhuiskosten | |
Series Lectionum | 1669 Febr. | |
Series Lectionum | 1669 Sept. | |
Petrus van Schooten | 1670 Febr 7.
| |
Theodorus Cranen | 1670. Mrt. 10. C. en B. beroepen Theod. Kraen a) te Nijmegen tot ord. Prof. Pbilosopbiae op een wedde van ƒ 1000, en tot Subregent van bet Collegie op ƒ 600; | |
Petrus van Schooten | 1670 Mrt 14.
| |
Theodorus Cranen | 1670. Mei. 8. C. en B. bepalen dat Prof. Cranen en de lector Harderus 17 Mei hun inaug. oraties zullen houden. | |
Theodorus Cranen | 1670 Jun. 3. | |
Series Lectionum | 1670 Sept. | |
Series Lectionum | 1671 Febr. | |
Series Lectionum | 1671 Sept. | |
Christiaan Melder | 1672 Mei 16. "Op de representatie van D. Christianus Melder, Professor Matheseos, van dat het seer dienstigh ende insonderheyt by deses tijts gelegentheyt van een apparent succes soude sijn, indien hy de institutie van de fortificatien ende 't geen daer aen soude mogen dependeren niet alleen theoretice maer by effective demonstratie soude mogen doen, ende dat sijne genegentheyt, gelijck mede het verlangen van verscheyde studenten wel daer henen soude gaan dat tot het doen van de voors. demonstratie een bequaam stuxken landts by C. ende B. gedespicieert ende tot de voors. exercitatie geapproprieert soude mogen werden, ende alsoo door het opwerpen van enige figuuren de voors. studenten van de nuttigheyt ende de operatie van alderhande fortificatien by oculaire inspectie grondelijk te konnen informeren, is goedgevonden en verstaan dat Burgemeesteren der stad Leyden sullen worden versoght ende geautoriseeert, gelijck derselve versoght ende geautoriseert werden mits desen, om een ofte twe hont lands ven een gelegene situatie ten dien eynde in te koopen ofte wel voor eenige tijd van jaren in huyre aen te staan soo als deselve commodieuselyx ende ten meeste mesnage van deselve Universiteyt sal konnen geschieden." | |
Christiaan Melder | 1672 Oct. 7. "Het secretarisampt van de Senaet van de Universiteyt door het affsterven van wylen D. Daniel Colonius, in sijn leven Professor in de Reghten, vacant gewerden synde, hebben de H. C. ende B. in consideratie van de goede en aengenaeme diensten by D. Christianus Meller, Professor Matheseos in de selve Universiteyt, gepresteert en de bysondere moeyten ende vigilantie by den selve in 't exerceren van de studenten in de wapenhandelinge ende andere militaire oeffeningen en wetenschappen eenigen tydt herwaarts met een goed succes geadhibeert, mitsgaders in vertrouwen dat hy sigh daerinne by continuatie sal blyven evertueren, den voorn. D. Christianum Mellerum aengestelt en gecommitteert, gelyck sy denselven aenstellen ende committeren mits desen, tot secretaris van den voorn. Senaat en dat op soodanige voordeelen, privilegiën ende emolumenten, als hetselve ampt jonxst by den voorn. D. Professor Colonius bedient is geweest; ende wert den secretaris Burgersdyck versoght ende gelast de commissie daertoe dienende op te maeken ende aen den voorn. D. Mellerus te behandigen". | |
Theodorus Cranen | 1673. Febr. 8. "Is mede eyndelyck verstaan dat den heer Professor Cranen volgens de Statuten van 't voors. Collegie geen andere Logicam ofte Metaphysicam in Collegio Ordinum sal mogen doceren ofte interpreteren als die van Franco Burgersdicius." | |
Theodorus Cranen | 1673. Aug. 14. "D. Fredericus Spanhemius, heeft aen de C. en
B. mondelingh gerepresenteert dat hem ter hande gekomen wesende seekere
Exercitationes Physicae om by Abrahamus Weerden, bursael in het Neder-
duytsche Collegium Theologie, op den 1 July nu jonxstoverstreeken sub praesidio
D. Theodori Kranen, Sub-regens van't selve Collegium, gedefendeert te werden, (etc..)
| |
Theodorus Cranen | 1673. Aug. 28. "Den Rector Magnificus, D. Fredericus Spanhemius, Professor
in de H. Theologie in de Universiteyt alhier, heeft alsnogh aen de C. ende .
gerepresenteert en in effecte weder verhaelt 't geen hy op den 14en Augusti
daer bevorens aen deselve te kennen hadde gegeven, (etc..)
| |
Theodorus Cranen | 1673. Dec. 1. "soo is goedgevonden ende verstaan dat den
voorn. D. Theodorus Kranen van de professie Philosophie ende het Subregentschap
van 't selve Collegium sal werden ontslagen ende gedimitteert, gelyck deselve
daer van ontslagen ende gedimitteert werd mits desen;"
| |
Theodorus Cranen | 1673. Dec. 4. "dat den voorn. Theoderus Cranen op de acceptatie van de voors. commissie hadde gemoveert: eerstelyk dat hy niet wel sonder syne groote ongelegentheyt uyt het voors. Collegium sonde kunnen delogeren binnen den tyd in de voors. resolutie geprescribeert, versoekende dat den voors. terminus voor eenigen tijd, ten minsten tot den len January 1674 moghte werden geprolongeert; ten andere dat hy nogh twe particuliere collegia hadde loopen, het eene Algabraicum ende het andere in Physicis," | |
Petrus van Schooten | 1674 Juli 13. "By C. en B. overwogen sijnde of niet aen Dominus Petrus Schooten, Professor in de Duytsche ende Latijnse mathesis, ten respecte van de voors. dobble proefessie ende den arbeyt by hem daerinne geimpendeert eenig meerder tractement soude behooren te werden toegestaan, hebbende nae rijpe deliberatie ender sonder eenige reflexie te nemen op eenige versoeken, die van sijnentwegen soude mogen wese gedaan, goedgevonden ende geresolveert dat ten respecte van sijne Latijnsche professie het voors. tractement sal werden verhoogt met een somme van 200 guld. jaerlyx." | |
Christiaan Melder | 1678 Feb. 15. "C. en B. ten besten niet vergenoeght wesende in de conduitte
ende de manier van leven van den Professor Christianus Melder, mitsgaders in
de debvoiren, die hy aengaende sijne professie ende de institutie van de studenten
behoorde te presteren, hebben niet konnen goedvinden het voors. ongenoegen
langer te dissimuleren, maer geresolveert hem daerover ter eerste byeencomste
in hertelijcke termen te reprehenderen, met verklaringe dat indien hy
onaengesien de voors. vermaninge sijne tot nogh toe gehouden cours niet quam te
verlaaten, ende sigh ten genoege van C. ende B. te evertueren, in dien gevalle
souden incurreren in derselver hoogste disgratie.
1680 Mrt. 4.
| |
Series Lectionum | 1681 Febr. | |
Petrus van Schooten | 1681 Mei 8. "In consideratie genomen sijnde off niet dienstigh soude sijn dat de professie in de duytsche Mathematycque, jonxst bedient geweest sijnde door Petrus van Schoten zal., wierd gemortificeert, es goedgevonden en verstaan, dewijle de reedenen ende oorsaecken van de eerste instellinge van 't voors. professoraat al over eenigen tijd sijn gecomen te cesseren ende die functie alsnu van die nuttigheyt niet is, dat de finantie van de Universiteyt met het tractement van een Professor by continuatie soude blijven gedruct, dat daeromme het voors. ampt van nu aff aen sal sijn ende blijven gemortificeert." | |
de Volder | 1682 Apr. 25. C. en B. benoemen tot Prof. Mathesos, in plaats van Melder, die overleden is, Burch. de Volder, op een wedde van ƒ 300, met verplichting om tweemaal per week, des Woensdags en Zaterdags "Mathesin te lesen". | |
de Volder | 1682 Mei 12. Onder intrekking van hun besluit van 25 April, bepalen C. en B. dat de Volder op twee der gewone collegedagen onderwijs in Mathesis zal geven, en verhoogen zijn wedde tot ƒ 400. | |
Theodorus Cranen | 1684 Dec. 18. "By resumptie gedelibereert sijnde off men de exercitien in de Duytsche Mathesis niet wederom behoorde te hervatten, ende daertoe als Professor niet behoorde te worden versoght D. Theodorus Cranen, Professor Medicinae in dese Universiteyt, die soo geseyd werd daertoe al eenige genegentheyt soude hebben getoont, ende daer tegens in consideratie genomen sijnde dat eenige jaeren geleden de voors. professie nae een aendachtigh overlegh was gemortificeert, soo is de finale resolutie darop te nemen uytgestelt tot nader deliberatie. | |
Henricus Coets | 1691 Febr. 10. C. en B. geven den mathematicus Henricus Coets, voor de dedicatie van zijn Euclides, een verering van 20 ducatons. | |
Henricus Coets | 1691 Dec. 11. | |
Henricus Coets | 1697 Mei 8. Zij besluiten een Professor in de Duytsche Mathematyq op een wedde van ƒ 600 aan te stellen en Z.M. "als selve seer grondige kennisse hebbende van dese materie" te verzoeken, "een bequam subject daertoe te willen despicieren"; en zoo Z.M. daartoe niemand aanwijzen wil, voor te slaan de personen van Koets of Symbagh. | |
Quadrant | 1701 Mei 18. "Lotharius Symbagh, Medicinae Doct., ter vergaderinge
sijnde binnen gestaen, heeft aan de H. C. ende B. gepraesenteert seker instrument
in de astronomie genaemt planetolabium, dienende t'selve om op een
facile ende klare wijse de waere plaetse van de geven planeten ende van de
vaste sterren naa lengte ende brete aan te wijsen, mitsgaders om de eclipsen
van son ende maan infallibel wt te rekenen, sulx het voors. instrument in
allen deelen perfectelyk ende van grooter gebruyk sou de sijn als 't automatum
planetarium door den heer Huygens geinventeert, ende is by den voorn.
Doct. Symbag wijders versogt, dat de H. C. ende B. de dedicatie van 't
voors. iustrument sonde gelieven te accepteren, ende t'selve op de publycque
Bibliotheeq te doen plaetsen benevens de globen, ten eynde aldaer tot een
ornament mogte verstrecken ende de studenten tegelijk hierdoor geanimeert
worden, om sijne institutie in Astronomicis ende Mathesi te gebruyken.
| |
Henricus Coets | 1701 Mei 18. C. en B. benoemen tot Lector van de Duytsche Mathematique voor den tijd van 3 jaar, op een jaarwedde van f 400, D. Henricus Coets, die gedurende eenige jaren privaat-colleges in Mathesis heeft gegeven, en door den Luitenant-Generaal Coehoorn zeer is aanbevolen bij den secretaris van den Bergh. | |
Henricus Coets | 1701. Juni 27. C. en B. wonen de inangureele oratie van Coets in de Engelsche kerk bij. | |
Henricus Coets | 1704. Mei 8. C. en B. machtigen den rentmeester een stuk weiland gelegen buiten de Koepoort aan de Haagsche Trekvaart te huren, waarop de Lector Coets zijn demonstratien in Geometrie en Architectura militalis kan houden De rentmeester deelt ter vergadering van C. en B. mede, dat hij bezoek heeft gehad van twee landmeters, Nicolaes en Jacob Cruyckius, die hem kaarten overleverden van de Universiteits-tienden in Delfland en Schieland die zij op last van den Curator van Bleiswijck vervaardigd hadden, en waarvoor zij ƒ 4505 vorderden, namelijk 530 dagen à ƒ 8,50. C. en B., aan wie van een dergelijken last niets bekend is, achten dit bedrag bovendien veel te hoog, en geven de landmeters in overweging hun vordering belangrijk te verminderen. | |
Henricus Coets | 1704. Nov. 8. C. en B. geven … den Lector Coets voor de opdracht van zijn Euclides ƒ 50. | |
Henricus Coets | 1705. Febr. 1. C. en B. verhoogen de wedde … van Coets met ƒ 100. | |
Henricus Coets | 1705. Mrt. 17. | |
Henricus Coets | 1712. Nov. 25. | |
Henricus Coets | 1724. Febr. 20. | |
Willem La Bordus | 1734 Aug. 9. C. en B. ontlasten 's Gravesande van het onderwys in de Nederduytsche doctrine van de civile en militaire bouwkunden, met behoud van tractement, en benoemen tot Lector in de Duytsche Mathematyck" Willem La Bordus, op een wedde van ƒ 400. | |
Willem La Bordus | 1734 Oct. 23. Syn de H. Curateuren, Schout, Burgermeesteren, Schepenen en ministers gegaen van het Raedhuys na het Falide Bagynhoff, ende hebben aldaer in de Engelsche Kerk aengehoort de Nederduytsche redevoering welke D. Wilhelmus La Bordus met een algemeene goedkeuring ende toejuyging van syn aenhoorderen ter inwydingh van syn Lectoraet in de Nederduytsche Wiskonst gedaen heeft over de Nuttigheyt van 't onderwys der Wiskonst, voornamentlyk in dit landt en bysonderlyk in de Nederduytsche spraeke". |