Klinisch en experimenteel onderzoek over anaemia perniciosa en voorwaardelijke deficiëntie. | |
Proefschrift J. Groen, Amsterdam 1935 |
Laatste aanpassing: 07-05-14 |
Een pagina uit dit proefschrift. Voor 1935
was er al veel geschreven over dit ziektebeeld en zeker over de klachten. Ook in
dit proefschrift staat al dat lever een stof bevat waaraan het lichaam grote behoefte heeft bij deze ziekte.
Vandaar de levertherapie en later de intramusculaire injecties met leverextract.
Alleen de stof (extrinsic factor) waar het om ging was nog niet duidelijk. In
dit proefschrift wordt dus al gesproken van "extrinsic factor" die in
vlees zit en
"intrinsic factor" die in het maagsap zit..
De klachten werden in dit proefschrift duidelijk beschreven, zo ook in de
proefschriften van Nieweg
(1953) en Te Velde
(1967). Helaas zijn veel dokters anno 2009 niet goed bekend met deze
symptomen. En dat is een trieste zaak.
In dit proefschrift wordt uiteraard uitgegaan van een macrocytaire anemie bij de diagnose PA.
Hierdoor miste men toen nogal wat diagnoses omdat een tekort in het lichaam
ook deze klachten kan geven zonder een afwijkend bloedbeeld. Prof. dr. J. J.
Groen (1904-1990) was een belangrijk medicus die vooral in Amsterdam en Israël heeft
gewerkt.
Zie hier waarom dit een "vergeten ziekte" is:
Citaten uit het
proefschrift van Juda Groen uit 1935 Blz. 12 2. Minder constant, docht vrij vaak aanwezig, zijn afwijkingen aan de nagels (brokkeligheid, barsten in lengterichting, vrij zelden lepeltjesnagels), rhagaden aan de mondhoeken en vroegtijdig loszitter van tanden met pyorrhoea alveolatis. Somminge patienten vertoonen eigenaardige chloasma-achtige pigmentatie van het gelaat en de handen. 3. In de derde plaats moet hier vermeld worden de aandoeningen van het centrale zenuwstelsel, meestal in de vorm van gecombineerde strengziekten van het ruggemerg. 4. Behalve ruggemergsaandoeningen zijn psychische afwijkingen bij anaemia perniciosa beschreven. Het is zelfs gebleken, dat deze volstrekt niet zeldzaam zijn. Wel is waar zijn zij het duidelijkst waarneembaar tijdens de anaemische phases van het ziektebeloop; bij nauwkeurig onderzoek zijn zij echter ook bij patiënten met een bijna normaal bloedbeeld vrij vaak te vinden. In ernstige gevallen kan een echte psychose aanwezig zijn, zich uitend als een toestand van acute verwardheid, als een manie, een depressie of als een paranoiede psychose. Blz.
13 Deze
symptomen waren dus al voor 1935 duidelijk bekend. Anno 2010, 85 jaar na
dato, zou toch elke huisarts en specialist hiermee bekend moeten
zijn? |
| Terug naar: Historie PA | Naar de beginpagina |