WESPEN - HOMMELS - BIJEN
Willen we tegemoet komen aan milieuvriendelijke en natuurlijke zaken, dan zal de onderlinge relatie tussen
insekten en bloemplanten daarin een steeds belangrijkere plaats gaan innemen.
Met name Hommels en Bijen spelen hierin een belangrijke rol.
Eveneens zijn Wespen als opruimers van vele schadelijke andere insekten van groot belang; immers zij voeren hun broed met een voorgekauwde "Vleesbrei".
Stellen we ons nu de vraag of het wel echt nodig is om wespennesten op te laten ruimen als we weten dat omstreeks oktober deze uitgestorven zijn.
Wat geldt voor wespen zal in elk geval voor hommelnesten opgaan, deze verdienen alle zonder meer onze bescherming.
Ook wilde bijtjes die nestelen in b.v. onze bestratingen worden veelal onnodig bestreden omdat men ze voor mieren aanziet.
Zo worden bijenzwermen die zonder hulp van de mens in de wintertijd veelal ten gronde zullen gaan ook dikwijls aan hun lot overgelaten.
Als museumimker bij het Natuurhistorisch museum 'De Peel' te Asten ben ik verantwoordelijk
voor alle zaken rond wilde bijen, honingbijen en wespen. Honingbijen liggen mij na aan het hart.
Vaak hoor ik dat er door ' wespen - vangers' nodeloos zwermen, hommelnesten en wilde bijen
worden vergiftigd.
Juiste voorlichting ontbreekt vaak of is vaak onvoldoende aanwezig. Juist hiervoor wil ik mij inzetten.
Bij overlast door wespen en bijen kunt U mij bellen of naar mij doorverwijzen.
Heeft U over het voorgaande vragen of denkt U dit beest is best een dia waard laat het
dan even weten.
Met vriendelijke groet.
Frans Hoefnagels, Tel. 0493 -691356.
"HELP" -- "DE HOORNAAR" -- "FABELTJES"
Wie kent ze niet, de fabeltjes die de volksoverlevering ons van geslacht op geslacht doorgeeft: Vlinders besmetten melk en boter, zodat Duitsers nu nog praten over "Schmetterling" en de Engelsen over "Butterfly". Grote libellen of glazenmakers raken verward in ons hoofdhaar, wat ze met hun blinkende "glazen" vleugels kunnen afsnijden en daarbij soms ernstige verwondingen kunnen toebrengen, vandaar de naam "Glas- of hoarsnijders". De betekenis van "Hoar" heeft hier echter niets te maken met hoofdhaar maar is een oude naam voor hakhoutbos, de plaats waar gekapt en tevens gestookt wordt. Uit hoar ontstond later de naam "Haard".
We dwalen af en daarom het volgende insect "De hoornaar", waarvan men zegt dat drie steken een mens, en zeven steken een paard kunnen doden. Ook het gezegde: " Zes wespen en zeven hörzen kunnen een perd betörzen" getuigd hiervan.Vrij vertaald betekend dit dat zes wespen en zeven hoornaars een paard gek kunnen maken. Jammer voor de laboratoriummuizen die als proefobject moesten dienen. Maar daarbij kwam aan het licht dat zes hoornaars nodig waren om een muis te doden.
"SOCIALER DAN DE MENS"
"De valk onder de insecten" zoals men de hoornaar ook wel noemt is onze grootste wespensoort met een grootte van vier cm. Het zijn sociale dieren die in een staat leven. Dit in gebieden waar het matig warm en niet te nat is. Van de naam hoornaar verwijst het eerste deel "hoor" naar "hoar" ofwel de streek waar ze zich van huis uit in ophield, n.l. het (hakhout) bos. Ze wordt daarom plaatselijk ook wel eens boswesp genoemd overigens is de boswesp een andere soort die echter veel kleiner is. In lichte en jonge bossen moeten wel een paar oude grens- of perceelbomen staan, want die grotere holle bomen heeft de koningin nodig om haar nest te stichten. Helaas heeft de moderne bosbouw geen boodschap aan zogenaamde haardbossen en al evenmin aan oeroude perceelbomen. Wie zal het de koningin kwalijk nemen dat ze voor het stichten van een staat een vogelnestkast kraakt? In het voorjaar gaat de koningin op zoek naar een holle boom, schoorsteengat of ander geschikte nestplaats en maakt daar met gekauwd hout haar nest wat lijkt op het nest van de gewone wesp. Ze legt in het begin een beperkt aantal eitjes waarvan de larven als ze uitgekomen zijn worden gevoerd met een soort vleespapje wat bestaat uit voorgekauwde insecten die de hoornaar heeft gevangen. Nadat de larven volgroeid zijn, gaan ze verpoppen en na enige tijd verschijnen hieruit de volwassen werksters. Deze cyclus duurt ongeveer vier weken. Nu nemen deze werksters alle werkzaamheden van hun moeder
over zoals het bouwen van de horizontale raten met behulp van fijngekauwd hout, het voeden van de larven en het schoonhouden van het nest. De koningin houdt zich nu vooral bezig met het leggen van eitjes, en zo groeit de staat gestaag. In de zomermaanden moeten de hoornaars duizenden insecten vangen om hun broed te kunnen voeden. Tijdens het voeden scheiden de larven een zoete stof af welke weer wordt opgenomen door de werksters zodat deze op hun beurt weer worden voorzien van de nodige brandstof om te vliegen. Dit gedrag vertonen alle sociale wespen, hieruit valt dan ook eenvoudig te verklaren dat wij eigenlijk nooit echt last hebben van wespen totdat de staat volgroeid is en er geen of weinig larven meer aanwezig zijn nl. de tijd dat de jonge darrenwespen en koninginnewespen worden geboren. In die tijd n.l. augustus en september zwerven veel werksters doelloos rond en zijn op zoek naar zoetigheid en we kennen deze als de "Limonadewesp". De prooien die de hoornaar vangt zijn veelal andere insecten zoals vliegen en muggen maar ook wespen. Dus beesten waarvan wij overtuigd zijn dat ze wel eens lastig of onhygiënisch zijn. Vooral vliegen zijn een lekkernij. Veelal worden de kop, de poten en de vleugels
afgebeten en het lichaam wordt fijngekauwd en als vleesbrei aan de larven gevoerd. Onderzoek bracht aan het licht dat een hoornaarstaat in een boomgaard, het spuiten van chemische bestrijdingsmiddelen overbodig maakt. Als een soort eco-politie zwermen de hoornaars door de boomkronen en iedere vlieg, worm of made is een welkome aanvulling op het menu. In augustus bestaat de staat uit zo'n 600 Hoornaars en is het nest zo'n 50 cm groot. Vanaf september worden er geen werksters meer geboren. Nu zien de darren en jonge koninginnen het levenslicht. Ze verlaten het nest en keren niet meer terug. Alle hoornaars inclusief de darren sterven nog voor de winter, alleen de jonge bevruchte koninginnen zoeken een beschermd plekje en stichten in het voorjaar een nieuwe staat.
BESCHERMING.
Stel dat we een hoornaarsnest ontdekken in een nestkast. Niet vernielen en het nest ook tijdens de winter in de kast laten zitten. Soms brengt een koningin in zo'n kast de winter door, terwijl een zeldzame keversoort, de Hoornaarkever, eveneens in dat oude nest overwinterd. Verstandige tuinmannen of tuinvrouwen gebruiken de Hoornaar om schadelijke insecten te verdelgen en timmeren een nestkast voor de Hoornaars. De ideale maten zijn: 60 cm hoog, 25 cm breed en 25 cm lang. Bevestig onder het dak een lat zodat de koningin gemakkelijk een begin kan maken. De opening aan de voorkant is niet rond maar bestaat uit een verticale sleuf met een lengte van 12 cm en een breedte van 2 cm. Maak in de bodem enkele gaatjes voor de ventilatie. Maak in de bodem enkele gaatjes voor de ventilatie.
INFORMATIE.
Een voorbeeld van deze kast is te zien in het Natuurhistorisch Museum "De Peel" aan de Ostaderstraat 23 te Asten waar ze hangt tegen de Insectenmuur in de Bloemen en Kruidentuin. Hier zijn ook werktekeningen van deze kast verkrijgbaar. Het plaatsen van een dergelijke nestkast achter in de tuin in een rustig schaduwrijk hoekje is aan te bevelen. Hang ze niet te laag op zodat aanvliegende hoornaars het U nooit lastig kunnen maken, een hoogte van ruim twee meter is prima. De Hoornaar is onze grootste wespensoort en staat bekend als weinig agressief. Ze kunnen echter wel degelijk steken, vooral bij verstoring van hun nesten. Dit geld echter voor alle wespensoorten. Veel mensen zijn daarom ook angstig voor wespen in het algemeen. Deels is deze angst terecht omdat sommige mensen sterke allergische reacties kunnen vertonen bij het oplopen van een steek. Bij benauwdheid of tekenen van flauw vallen moet dan ook altijd onmiddellijk een dokter worden gewaarschuwd. Daarom kan het wel eens nodig zijn om wespenkolonies op te laten ruimen, vooral als ze in de buurt van de voor- of achterdeur zitten of bij het terras of op plaatsen waar kinderen spelen. Adressen van mensen, in de regel imkers die U hiervoor kunt inschakelen zijn veelal bekend bij de diverse Gemeentes of woningbouwverenigingen. Ook kunt U bellen naar het Natuurhistorisch Museum Asten (Tel. 04936-91865) of rechtstreeks naar de Museumimker Frans Hoefnagels. (Tel 0493-691356).