HONING INFORMATIE CERTIFICAAT


 

Deze honing is gegarandeerd onbewerkt en onverhit en uit Nederland afkomstig.

Na het slingeren gaat honing op den duur kristalliseren. Kristalliseren of versuikeren zal sneller geschieden naarmate de honing uit meer delen glucose (druivensuiker) bestaat.

Gekristalliseerde honing heeft daarmee haar eindfase bereikt.

Versuikerde honing kunt U weer vloeibaar maken door deze  "au bain marie" te verwarmen tot maximaal 40 graden Celsius.

Het hoge suikergehalte van honing zorgt ervoor dat ze minstens 2 jaar houdbaar blijft. Honing is echter hygroscopisch d.w.z. dat ze van nature water kan opnemen, daalt hierbij het suikergehalte onder de 78 % dan kan ze gaan vergisten.

 Het bewaren van honing in een koele en vooral droge omgeving heeft de voorkeur, hierbij moet men het deksel goed afsluiten.

Nectar uit bloemen bestaat ten dele uit meervoudige, maar honing nagenoeg geheel uit enkelvoudige suikers, welke direct door het lichaam kunnen worden opgenomen. Gewone biet- of rietsuiker is een tweeledige suiker welke in het lichaam wordt omgezet in enkelvoudige suikers, hierbij wordt dan wel de nodige kalk gebruikt die aan ons lichaam wordt onttrokken.

De honingbij splitst twee- of meervoudige suikers in haar honingblaas tot merendeels enkelvoudige suikers, dit gebeurt d.m.v. enzymen en fermenten welke ze toevoegt. Dit proces vindt haar voortzetting in het zgn. herslikken (wurgen) en indampen (verplaatsen en ventileren). Tenslotte wordt de honing in de raat opgeslagen en van een wasdekseltje voorzien. De honingbij is dus ook honingmaakster.

 Enzymen zijn van grote betekenis voor onze spijsvertering, honing bevat verschillende waardevolle enzymen en vooral kinderen, zieken en ouderen bij wie de enzymenproductie niet meer optimaal is hebben hier baat bij.

Enzymen zijn niet bestand tegen temperaturen boven 50 graden Celsius.

Deze koudgeslingerde honing heeft geen nadelige verhitting- of bewerkingsprocessen ondergaan. Langdurig vervoer en vermenging van honing, zoals we dat dikwijls zien bij import-honingsoorten, is bij uw plaatselijke imker niet aan de orde.  De kwaliteit van inheemse honing zal hiervan dan ook geen nadelige invloed ondervinden.  Voor mensen met hooikoortsklachten is het regelmatig gebruiken van bloemenhoning uit Uw directe omgeving aan te raden. Door dat in deze honing stuifmeelpollen van allerlei planten uit Uw  eigen streek zitten ‘ent’ U zich a.h.w. tegen de echte hooikoorts.

Honing welke U in de supermarkt of reformhuizen aantreft is bijna  altijd afkomstig uit het buitenland en dus ongeschikt tegen hooikoorts. Haal dus tijdig een voorraad voorjaar- en zomerhoning voor volgend seizoen bij Uw plaatselijke imker.


Honingprijzen!  
Voorjaar - Asten   5,--
Zomer  - Asten 5,--
Heide Strabrecht 7,50

Heidehoning

Bewerkelijk en Apart.

Waarom hebben veel mensen een voorkeur voor heidehoning?

Heidehoning is van oudsher een honingsoort die uit onze streek met voornamelijk arme dekzandbodems afkomstig is. De struikheide bloeide tussen de Hoog- en Laag Lieve Vrouwe.

15 augustus was de dag van Maria Tenhemelopneming (de Hoog Lieve Vrouwe) en 9 september de dag van Maria Geboorte (de Laag Lieve vrouwe). In die tijd waren de meeste bijenvolken nog gehuisvest in korven. De door de bijen verzamelde heidehoning kon uitsluitend gewonnen worden door de bijen te doden. Dit deed men dit door een gat in de grond te maken en de korf erboven te plaatsen. Hieronder werd een zwavel of salpeterstrookje aan gestoken. En de bijen vielen zodoende van de raten. Deze konden daarna worden uitgebroken uit de korven. Deze werkwijze ging veelal ten koste van de sterkste volken. Jonge zwermen werden dan ook meestal als ‘opzetters’ de winter doorgehouden voor het komende jaar. Deze honing werd vaak als heideraathoning (honig met raat en al) verkocht. De kleinere stukken raathoning werden veelal geperst in een honingblokpers en als vloeibare heidehoning op de markt gebracht. Zat er in deze honingflessen dan ook nog stukjes raat dan noemde men dit heidebrokhoning. Na de opkomst in de 40er jaren van de bijenkast met houten raampjes die uitneembaar waren, hoefde men de volken niet meer te doden. De bijen konden van de ramen worden geklopt. Vervolgens werden de ramen in de honingslinger geplaatst en werd de honing er door de centrifugaalkracht uitgeslingerd. De heidehoning echter is dermate stroperig van samenstelling dat deze niet, zonder een extra bewerking vooraf het zgn. ‘voorprikken’, uit de raat kan worden gehaald.

Dit ‘voorprikken’ geschied met een ericaborstel of een klobtoestel. Beide zijn handwerktuigen met veel naaldvormige pinnen die je voorzichtig in de heidehoning steekt die dan nog in de raat zit. Door de pennen als het ware door de honing te roeren, werd de honing lopend en vloeibaar gemaakt. Plaatst men deze raten vervolgens in de honingslinger dan kan men ze wel eruit slingeren. Heidehoning bevat van nature een, voor honing, hoog aantal eiwitten (0,2%). Dit is de voornaamste oorzaak van het hoge stroperige of tixotropische gehalte van heidehoning.

Heidehoning is daarnaast een honingsoort die een sterke kruidachtige smaak heeft. In de honing zie je vaak lichte zwevende belletjes, dit heeft eveneens alles te maken met het moeilijke oogstproces van deze honing. Veelal zitten er ook nog kleine wasdeeltjes in die deze honing enigszins troebel maakt. Het zeven d.m.v. een honingdubbelzeef is eveneens veel moeilijker dan met andere honingsoorten, deze zijn daarom veelal ook veel helderder.

Terugkomend op de vraag waarom veel mensen een voorkeur hebben voor heidehoning, hierover zijn enkele opmerkingen te maken. Als eerste dient het nostalgische element vernoemd te worden, het is een uit onze streek afkomstige honing en de onze enige najaarshoning. Vooral ouderen hechten grote waarde aan de typische kruidachtige smaak van heidehoning. De heidehoning is op zich een schaarse honing voor Nederland en wordt steeds zeldzamer. Dit heeft zeker ook te maken met de slechtere toestand van onze heidevelden waar vergrassing een steeds groter probleem wordt. Mooie grote aaneengesloten bloeiende heidevelden zijn moeilijk in stand te houden. Verder neemt het aantal imkers in Nederland gestaag af. 20 jaar geleden waren er nog ongeveer 20.000 imkers heden te dage is dit aantal gedaald tot ca 7.000 imkers en de terugloop gaat onverminderd door. De imkers die er nog over zijn, zijn veelal ‘hobbyimkers’ die het vele werk dat het heidehoning winnen met zich mee brengt, niet zo zien zitten.

De enkelen die dit nog wel doen zijn verder erg afhankelijk van de gesteldheid van de struikheide in een bepaald jaar. Een goed heidehoningjaar moet voldoen aan een zeer natte zomer voorafgaand aan de bloeiperiode. De heideplant moet goed sappig kunnen groeien met veel en lange bloeistengels. Tijdens de bloei van de struikheide moeten de temperaturen minstens een week lang boven de 22 graden uitkomen, dan pas is er voldoende nektar-stuwing om veel heidehoning te geven. Al met al verklaart het een en ander tevens de hoge prijs van dit product. Voor verder informatie kunt u terecht bij onze museumimker Frans Hoefnagels.