
Scratch speelt gitaar.
Elke vergelijking met een zanger-gitarist als Hendrix, SRV, of met slechts
een halve van een van de drie Kings loopt volledig mank, want mank zingt
en speelt Scratch niet. En hij draagt een bril. Net als Albert.
Hoe dan wel zult u vragen? Kom dan luisteren bij een optreden of zet
een Mp3 aan, dan is die vraag ook weer beantwoord.

Scratch
woont in Groningen-stad. Niet alleen. Met Baukje, Thomas en Steven. De
poes heet Fyber; waarom is niet duidelijk. Wel dat hij graag pizza lust
- Scratch, niet de poes. Zijn oogkleur noemt hij turquoise, dat is iets
van blauw-grijs-groen.
Voor z'n vorige paspoort moest hij die kleur spellen en prompt stond er
bij kleur ogen: teurkwaaze.
Minimale
humor, zelfspot en cynisme, en achteraf pas zeuren; zo kent iedereen hem.
Zijn
eerste gitaar kreeg hij voor zijn 15e verjaardag. Dat was een Hofner-jazzgitaar
zonder elementen. Een Schallertje heeft hij er later opgelijmd. Voor de
rekenaars: hij speelt vanaf 1970.
Verder is
hij lid
van het
Groningse
theater-
en muziekgezelschap
De Tiepstra's,
alsmede
actief in
de Groningse
blues-,
funk en
soulscene.
Als musicalmaker
werkt hij
bij ALPEKROT en
hij acteert
regelmatig
voor Krabbenbos & Ko.
Qua
jazz-scene
speelt hij standards met Jazzophie, combo rond de prachtige stem van Sophie Kuipers.
Op dit moment speelt hij bas in Gerard Julsings 'Bluesdaddies' (Blues).
Zijn muzikale verleden leest als een anamnese: Eternal (Symphorock - eigen
werk), Tickle (Top 40), Go Bananas (Soul/R&B), Gek-die-je-Band (covers
from the States), Frantic Romantic (Top 100 dansorkest), Brady Bunch (Reggae,
soca en rocksteady), Hinderwetjes (Ned-Mex), Jerrycan Blues Band (Blues),
Bluecille (Blues), Daze Band (All-round), BluesTrain (Blues), BigBand Moonlight (Latin/Swing), Uncle G (Blues) Jazzophie (poppy jazz) Spring Afrobeat (AfroFunk); je hebt
belangstelling genoeg maar je komt er niet doorheen...

Waarom
toch
steeds weer die blues?
Volgens
Scratch
is blues
een van
de meest
eenvoudige
muziekvormen
die juist
daarom
veel ruimte
laat voor
de expressie
van het
indivuele
gevoel
van de
muzikant.
Scratch
kan dat
zingend
en solerend
goed kwijt.
Ook ligt
hier het
fundament
waarop
de meest
lekkere
rock-,
funk-
en soulliedjes
op voortborduren.
De nummers hebben een duidelijke signatuur, dynamiek en sfeer en daardoor
voldoende variatie.
Het werken met 'grooves' is in de blues algemeen gebruikelijk, maar ScratchWood
doet dat heel eigenwijs dan toch net weer anders! Hierdoor gaat voor Scratch
èn voor het publiek de blues nooit vervelen. "Als ik een traan
zie glinsteren ergens in het publiek, loop ik soms een week met mijn hoofd
in de wolken", meldt Scratch megalomaan.
Uiteindelijk gaat het om het gevoel en de sfeer, de soul, de 'feel', net
als bij veel andere rootsmuziek: en echt shuffelen kan bijvoorbeeld een
computer nog steeds niet. Niet voor niets raden de 'lichte' docenten van
het conservatorium je aan om dat maar in de praktijk te leren (waar gebeurd!).
Zo zie je behoorlijk veel gestudeerde muzikanten een gefrustreerd hoofd
trekken bij het meespelen van zulke, toch simpele eenvoudige
muziek.

Over
de drie verlokkingen van elke muzikant meldt onze held: “Drank is
lekker en geeft een makkelijk bluesje, drugs zijn lekker en geven een
inspirerend roesje; vrouwen zijn lekker, vooral in een doorkijkbloesje,
teveel van het een en ander spoel ik weg met een douche.”
Toch lachen, elke keer weer.
We hopen dat deze uitspraak van Scratch er niet toe zal leiden dat alle
Opzij-lezende en bluesminnende vrouwen nu denken: wat is dat een macho.
Want Scratchwood
is er ook voor hen!
Tenslotte tech-talk
voor de kenners:
Als Scratch
zingt
doet hij
dat het
liefst
over zijn
vertrouwde
SM58ß.
De geur
en kleur
van de
plopkap
geeft
hem dat
'thuisgevoel' alsmede
het tapijtje
om op
te staan
spelen.
Met alle bands speelt hij het liefst op de - volledige - Mackie-set, met een warm, transparant en gearticuleerd geluid. Zonder gratis-fluit-in-de-oren-mee naar huis!

Hij bespeelt oa een
John Scofield
van Ibanez, met piezo-brug voor een akoestisch geluid en de mogelijkheid een GR-33 binnen te komen. Voor jazzier gigs een Epiphone Joe Pass II met een Seth Lover hijgend in de neck,

Voor het heavier werk: een 87'er rode Gibson U2 met Seymour Duncan Little '59 en de halspositie, een single coil met P-90 aspiraties van VintageVibe Guitars en een Lawrence L-500 in de brugpositie. En een 'zwevende jengelzwengel'; misbruik ligt op de loer!

Ook een witte chocola-kleurige Fenix-strat met Fender Texas Specials met de mogelijkheid een GR-33 aan te sturen; een GK-3 dus.


Eindelijk is de Don Hofstee af; goedgekeurd en op wat kleine details na compleet. PU: P-Rails van Seymour Duncan, gebouwd rond de P-90 van hun: er zit een single coil naast, die erbij geschakeld een HB oplevert. Wat een palet aan sounds...Plus faseschakeling voor dat ene speciale soundje!
Deze gitaar zal als Don Scratch door het leven gaan.

Ontbreekt de Telecaster? Nee, Scratch heeft een Squier Telcaster Custom op de kop getikt; net twee p-90's van Seymour Duncan.
Maple neck en woestijnzand-kleurig.

Om het
geluid
staand
te houden
worden
de gitaren
bespannen
met een merk-onafhankelijke set
(Scratch
wil daar
als endorsement
eventueel
nog wel
een merk
ingevuld
hebben - hebberig als altijd)
0.10 of 0.11 snaren.
In
de FX-koffer
zitten
nu:
vanaf de Time Machine Boost van Keeley, in de
Fulltone
OCD
(transparante
treble-booster/OD),
naar de Hardwire SC-2 Valve Distortion.
Handig
en klinkend! Vooral voor kleine gigs met de AER. Verder een Boss-koffer met mode-schakelaars voor de Diezel en de tijdsgerelateerde FXs Hardwire CR-7 Stereo Chorus, DL-8 Delay en RV-7 Reverb (Lexicon) voor het Diezel send/return gebeuren of als stereomakertje voor een grote, maar 'nog cleane' sound.
In de
opslag
bevind
zich een
stokoude
Klemt
Echolette
S.
De leeftijd
van deze
klassieker
is niet
bekend
(ergens
tussen
1960-1970),
maar de
buizensound
van zo'n
bandecho
is met
digitaal/solid-statespul
niet te
benaderen! Toch ook te koop...
|