|
|||||
De bedenktijd die je
hebt verschilt nogal per toernooi. Hieronder een overzichtje
van de stand van zaken in januari 2016. Alle gegeven tijden
zijn: de bedenktijd per persoon. De hele partij kan dus
maximaal twee maal zo lang duren. |
|||||
eerste
40 zetten |
volgende
20 zetten |
hele
partij |
plus
extra per zet |
vanaf
zet |
maximale
duur partij van
60 zetten |
zet
1 t/m 40 |
zet
41 t/m 60 |
of:
rest van de partij |
|||
ZZ intern, SGA
competitie en SGA Open veteranenkampioenschap |
|||||
1
u 30 |
15
s |
1 |
3
u 30 min |
||
SGA Persoonlijk
kampioenschap = Wil Haggenburgtoernooi |
|||||
1
u 45 min |
15
min |
15
s |
41 |
4
u 10 min |
|
|
|
|
|
|
|
SGA Rapidtoernooi |
|||||
|
|
20
min |
|
|
|
Tata grootmeesters |
|||||
1
u 40 min |
50
min |
15
min |
30
s |
1 |
6
u 30 min |
Tata vierkampen met
elektronische klok |
|||||
2
u |
15
min |
10
s |
41 |
4
u 36 min 40 s |
|
Tata vierkampen met
mechanische klok |
|||||
2
u |
30
min |
- |
- |
5
u |
|
Tata tienkampen met
elektronische klok |
|||||
2
u |
45
min |
10 |
41 |
5
u 36 min 40 s |
|
Tata tienkampen met
mechanische klok |
|||||
2
u |
1
u |
- |
- |
6
u |
|
|
Hoe word ik kampioen van Nederland ?Hier staat het antwoord! |
|
Hoe luiden de regels eigenlijk?Bekijk
hier de officiële spelregels! |
|
U moet
wèl noteren, meneer! Het onderstaande stukje komt
uit de Volkskrant van 18 april 2015 |
|
Onschuldige
aantekening kost So reglementaire nul |
|
|
het punt toe aan Akobian omdat So op een papiertje onder zijn notatiebiljet
aantekeningen had gemaakt als ‘Deel je bedenktijd verstandig in’ en
‘Controleer varianten twee- of driemaal’.Hoe onschuldig die aansporingen ook
zijn, de arbiter handelde in overeenstemming met de regels. Er is een
reglementsartikel dat spelers verbiedt iets anders op te schrijven dan de
gespeelde zetten, remiseaanbiedingen en de gebruikte bedenktijd. So was al
enkele keren gewaarschuwd en had dus moeten weten wat hem boven het hoofd
hing. Aan de partij
lag het niet: |
|
nieuwe regel in 2014
|
|
Nieuwe
manier om remise te maken in de SGA-competitie In plaats van
remise claimen In de SGA-competitie is een nieuwe
spelregel van kracht: Als je minder dan 2 minuten
bedenktijd hebt dan kun je geen remise meer claimen, maar mag je verzoeken verder te
spelen met een tijdsincrement van 5 seconden per zet. Per 1 juli 2014 zijn de
FIDE-regels gewijzigd. Er zijn nieuwe regels voor versneld beëindigen (alle
resterende zetten in een vaste tijd, zonder increment) die ook op de
SGA-competitie van toepassing zijn. In de situatie dat je nog minder
dan 2 minuten op de klok hebt en vindt dat je tegenstander niet op een
normale manier probeert te winnen (hij speelt zonder winstplan, in de hoop
dat jouw vlag als eerste valt), kon je voorheen de klok stilzetten en remise
claimen bij de scheidsrechter. Die mogelijkheid staat nog wel in de nieuwe
FIDE-regels (artikel G5), maar is in de SGA niet meer van toepassing. In plaats daarvan geldt voortaan
dat je de klok mag stilzetten en de scheidsrechter verzoeken om verder te
spelen met een tijdsincrement van 5 seconden per zet. Dit is geregeld in
artikel G4: Als de aan zet zijnde speler
minder dan twee minuten op zijn klok over heeft, dan mag hij, zo mogelijk,
verzoeken om over te gaan op een niet-opsparende of wel-opsparende tijdsinstelling
met 5 extra seconden per zet voor beide spelers. Dit is ook een
remiseaanbod/-voorstel. Als dit remisevoorstel wordt afgewezen en de arbiter
gaat akkoord met het eerder genoemde verzoek dan moet die extra tijd op de
schaakklok worden ingesteld. De tegenstander krijgt 2 minuten extra tijd en
de partij wordt voortgezet. Van deze mogelijkheid kun je
gebruik maken als je denkt dat je remise kan houden, maar je tijd opraakt.
Als je op winst wil spelen, heeft een beroep op deze regel geen zin, want het
verzoek is tegelijk een remiseaanbod. Je tegenstander krijgt er 2
minuten bij. Dit is vermoedelijk bedacht om te voorkomen dat al te vaak een
beroep op deze regel wordt gedaan. Daarnaast is het een tijdcompensatie voor
de verstoring van de partij die plaatsvindt op jouw verzoek. Wat wordt bedoeld met ‘zo
mogelijk’? Er moet een digitale klok voorhanden zijn, waarop een increment
kan worden ingesteld. Met name bij de kleinere clubs in de SGA zijn niet
altijd voldoende DGT’s aanwezig. Als dat het geval is, dan zou de
wedstrijdleider dat bij aanvang van de wedstrijd moeten melden en is G5 (de
oude manier van remise claimen) van kracht in plaats van G4. (artikel overgenomen van de Caïssa-website) |
|
|
Ik heb straks nog maar 2 minuten Ik zet de klok stil Daamee bied ik remise aan Remise
wordt aangenomen of afgewezen. Daarmee vraag ik aan: overgaan op klok ophogen met 5
seconden per zet De
tegenstander krijgt 2 minuten bij de tijd die hij nog had.. En we spelen verder. ** Maar we kunnen natuurlijk ook in onderling
overleg besluiten om de oude regel te blijven hanteren. |
Stel je voor: De situatie is nogal spannend. Zou die speler op de
vlag van de tegenstander uit zijn?? De kaap van de twee minuten nadert De scheidsrechter
moet nóg drie borden in de gaten houden … Het is
NIET mogelijk om één speler op tijdsincrement te zetten en de andere niet. -
‘Maar dat wil ik niet’ -
‘Maar je tegenstander wil het wel, dus de nieuwe instelling
moet’ -
‘Weet iemand welke instelling van de klok dat is?’ -
‘Nou kan hij weer eventjes nadenken terwijl iemand de
handleiding van de klok doorneemt’ -
‘Niet voorzeggen!’ -
‘Het staat hier toch duidelijk: 5.
‘Fischer’- Blitz, Rapid and Slow (Options 10, 11 and 12) This method
applies from the first move, allowing a player to gain extra time apart from the
standard period, as every completed move attracts extra time. By completing
moves in a time
that is shorter than the extra time per move, a player can build up the
thinking time
available for subsequent moves. Note: The
DGT XL remembers, through the operation of the lever at the start of a game, which
player is playing white. The icons and in the display (Fig. 2 F) clearly show which
player is to move. This has consequences for the moment when a player exceeds the
available thinking time for the first time. If black is the first to exceed
the allotted time for
the first period then white receives a double bonus. The correct operation of
the lever is also
important in the ‘Fischer’ and ‘Fischer Tournament’ options.’ - ‘En wat is het verschil tussen standje 10, 11 en 12
dan?’ - ‘Staat hij nou op 5 seconden of op een andere
waarde?’ - ‘Gewoon proberen, joh!’ - ‘Niet van MIJN bedenktijd af alsjeblieft’
** Maar we kunnen natuurlijk ook in onderling
overleg besluiten om de oude regel te blijven hanteren. |
|
|
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2016 |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Magnus Carlsen heeft in november zijn titel verdedigd tegen
uitdager Sergej Karjakin. De match van 12partijen eindigde in 6 - 6, waarvan 10 remises.
Er volgden 4 rapidpartijen (25 min. p.p.p.p.) En laat de
wereldkampioen nou ook wereldkampioen rapid zijn … Het werd 3 - 1 voor Carlsen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geen revanche! Van
vrijdag 7 november t/m vrijdag 28 november 2014 is in Сочи (alwéér)
de revanchematch tussen Carlsen en Anand gespeeld. Magnus
Carlsen bleef aan de bal. Uitslag:
6½ - 4½ (De 12e
partij werd niet meer gespeeld). Zie ook
: deze link |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tegenwoordig
gebruiken we de ´algebraïsche notatie´, maar in sommige boeken vind je nog de
oude engelse notatie. Op zich
is hij nog wel te begrijpen, al zul je er in het begin beslist vreemd
tegenaan kijken. De
velden hebben allemaal hun eigen naam. Die naam verschilt voor de witspeler
en de zwartspeler! Je
bekijkt het bord namelijk altijd vanaf je eigen kant. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit zijn de velden als je wit hebt. Damevleugel is links en
koningsvleugel rechts.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Smith-notatie
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Korte
samenvatting De
Smith-notatie (bedacht door
Warren Smith) geeft zonder mogelijke verwarring de zetten weer. Er is geen
nadere ingave nodig met welk stuk er gespeeld wordt, zoals bij de
algebraïsche notatie. Je kunt met de Smith-notatie gemakkelijk een partij
zowel vooruit als achteruit volgen. Zodoende is de Smith-notatie geschikt
voor computertoepassingen. Beschrijving: <van> <naar> [<slaan ?>][<promotie tot
?>] 2
tekens 2
tekens 0 of 1 teken 0 of
1 teken Je
geeft met p of n of b of r of q aan welk stuk er wordt geslagen. Kleine
letters: wit; hoofdletters: zwart. Waarmée
er geslagen wordt volgt al uit de opgegeven coördinaten. “c” betekent: korte rokade (de
coördinaten zijn die van de koningszet), en C
betekent: lange rokade, "E" geeft
aan: slaan en passant Dit
veld blijft leeg als er niets geslagen wordt of gerokeerd, Bij
promotie geeft "NBRQ" aan welk
stuk er wordt gekozen. Voorbeelden: e4g5p zwart paard van e4 gaat naar g5 en spaat
daarbij een witte pion.
f7g8Q witte pion gaat van f7 naar g8 en
promoveert tot (witte) dame
f7g8nQ witte
pion slaat van f7 een zwart paard g8 en promoveert tot (witte) dame |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
FEN = Forsyth-Edwards Notatie |
|
Ze zeggen dat hij handig is. Dat computers er zo handig mee
manipuleren Je krijgt een rij tekens als: bijvoorbeeld: r4rk1/1b2bppp/ppq1p3/2pp3n/5P2/1P1BP3/P1PPQ1PP/R4RK1
w - - 0 1 Je ziet natuurlijk heel snel dat daarmee de volgende stelling
bedoeld wordt: Uitleg: Er staan achtereenvolgens 8 horizontale rijen genoteerd (begin
bij rij 8), gescheiden door een schuine streep / kleine letter = zwart hoofdletter = wit cijfer = aantal lege velden naast elkaar / = volgende rij begin met noteren in rij 8 / 7 / 6 / 5 .... begin met noteren bij veld h8 r = (zwarte) toren n =(zwarte) paard b =(zwarte) loper q = (zwarte) dame k = (zwarte) koning p = (zwarte) pion beginstelling = rnbqkbnr/pppppppp/8/8/8/8/PPPPPPPP/RNBQKBNR w
KQkq - 0 1 De laatste paar codes zijn voor: Wie is er aan zet?, En
passant? en: Mag er nog gerokeerd worden? Voor de
complete uitleg: zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Forsyth-Edwards_Notation |
|
|
|
||
Je vlag dreigt te vallen, maar je eigen stelling is hopeloos verloren. Kun je remise claimen?
Uit artikel 20 van het
SGA-reglement “Maar de wedstrijdleider MOET de
partij verloren verklaren voor een speler die zijn bedenktijd heeft
overschreden, zelfs als beide spelers dit niet willen.” “Als de stelling echter zodanig
is dat de tegenstander de koning van de speler nooit mat kan zetten, door
welke reeks reglementaire zetten dan ook (zelfs bij het slechtst mogelijke
tegenspel), dan is de partij remise.” Het komt dus aan op: ..wat is er mogelijk bij het slechtst
mogelijke tegenspel? Jammer maar helaas: Er is heel
veel mogelijk. Het is maar zelden remise. In de twee voorbeelden heb je
wit, en wit gaat “in gewonnen positie” door zijn vlag. Wit claimt remise – maar dat is
onterecht omdat zwart met het beschikbare materiaal nog mat had kunnen geven.
Zwart wint hier. |
|||
Je hebt remise bij: K tegen K+L K tegen K+P |
Je hebt verloren als de
tegenstander heeft: K+D K+T K+L+P K+pion Meer materiaal op het bord doet
er niet toe. De tegenstander mag ook nog
méér materiaal hebben. Als het in de weg staat kan hij het weggeven en bij
slecht tegenspel neem je dat dan aan. Je zou zelf ook nog meer
materiaal kunnen hebben. Maar bij ècht stom spel geef je dat weg. |
||
|
Je hebt óók verloren bij: K+randpion tegen K+P K+randpion tegen K+L
Je moet altijd even scherp naar
het materiaal kijken: Valt er een matpositie mee te
bouwen? (Ik geef toe, je mag het
intussen wel bijna zelfmat noemen).
Wat te
doen met: K+L
tegen K+T+L+2 verbonden pionnen? Nou:
Dat is gewoon gewonnen voor K+L Zwart
geeft mat!. |
|
|
|
|
|
|
|
Wie zonodig halve of hele punten
wil claimen of anderszins moeilijkheden heeft kan beter éérst hier kijken: Wat zegt het reglement? Klik en lees de
officiële FIDE-regels. Veel plezier! Als je daar doorheen bent: Wij
spelen in de SGA-competitie, en ook daarvoor gelden nog wat extra afspraken,
te lezen in het SGA-competitiereglement.
Heb
je nou nòg niet genoeg gelezen, dan is er ook nog een SGA-bekerreglement.
|
||
Scheidsrechter
zijn is nog niet zo simpel. Wat zou jij beslissen als zich het volgende
voordoet …. (Klik voor de test) Op de website van de Schaakclub Utrecht staat een
nadere uitleg van de regels. Zoek verder onder: Informatie / reglementen /
artikel 10.2 |
|||
|
|||
|
|
||
Schakers
hebben zo hun speciale zegswijzen. Daarom
is er nu ook een serieus speciaal schaakwoordenboek met 500 schaaktermen en
-uitdrukkingen. Klik hier
voor meer informatie. Maar
voor wie een lijst wil zien van schaakuitdrukkingen-met-een-knipoog is er een
alternatief amerikaans schaakwoordenboek En daarop is ook weer een lijst met aanvullingen verschenen. |
|||
|
|||
|
|||
|
Chessmen, art and
history is de
titel van een boek, geschreven door Mathieu en Ine Kloprogge. Prachtig.
In het
boek wordt een beschrijving gegeven van de ontwikkeling van de schaakstukken
vanaf de Perzische tijd tot aan de 21e eeuw en van schaakstukken in alle
delen van de wereld. De schrijvers hebben zich niet beperkt tot een
technische verhandeling van de stukken en schaakspellen die zij hebben
verzameld, maar plaatsen deze in hun historische, politieke en culturele
context. In het
boek en op de bijbehorende CD is bovendien een groot aantal foto’s en
afbeeldingen opgenomen. De stukken waar wij gewoonlijk mee spelen,
en die officieel door de FIDE zijn goedgekeurd, zijn de zgn. Stauntonstukken
(eerste foto).
|
||
De
Engelsman Howard Staunton leefde van 1810 tot 1874. In 1843 versloeg hij de
Fransman Saint-Amant, waarna hij als de sterkste speler van Europa en dus van
de wereld werd beschouwd. In navolging van Raymond Keene noemen de Kloprogges
Staunton de eerste wereldkampioen, maar wereldkampioenen waren er in die tijd
nog niet. In 1851 organiseerde Staunton in Londen het eerste internationale
schaaktoernooi. Eigenlijk was dat een schaakcongres, waar nog meer werd
gedaan dan schaken. Zo was het de bedoeling meer eenheid in de spelregels aan
te brengen. Staunton vond ook dat iedereen met dezelfde stukken moest spelen.
Hij propageerde een type dat was ontworpen door Nathaniel Cook in 1835 en dat
in 1849 op de markt werd gebracht door de firma Jacques in Londen. Het was
waarschijnlijk de eerste keer dat een beroemde naam werd gebruikt om een
commercieel product te promoten. De
discussie over de standaardisering van de schaakstukken was echter al veel
eerder begonnen door Philidor (1726-1795). De eerste stukken die in
aanmerking kwamen waren de stukken die werden gebruikt in het beroemde Café
de la Régence in Parijs. In “Chessmen. Art and History” staat een foto van
een typisch Régence-spel. Staunton kon weinig waardering opbrengen voor deze
stukken, die minstens een halve eeuw ouder waren dan de stukken van Cook en
Jacques. In hoeverre dat verband hield met Frans-Engelse animositeit is niet
bekend. Kenmerkend
voor de Régence-stukken zijn de vaasvormige buiken van de koning en de dame
en de bolvormige buiken van de lopers en de paarden. Bij de Stauntonstukken
ontbreken de buiken geheel. De “kop” staat op een stam die op een basis rust.
Een ander verschil is dat de koning en de dame van de Stauntonstukken een
kroon dragen en die van de Régence-stukken niet. |
|||
In de
vorm van de Stauntonloper is nog de bisschopsmijter te herkennen. Bij het
Régencespel is de loper (evenals de dame) geheel abstract. Het verschil is te
herleiden tot de politieke situatie van de Franse Revolutie toen de
monarchie, de kerk en de aristocratie in discrediet waren geraakt. Het paard
is groter dan de loper. In een ontwerp van de Encyclopedisten Diderot en
d’Alembert uit 1751 is ook het paard, dat de adel symboliseert, geheel
geabstraheerd. De Stauntonstukken zijn al tientallen jaren de officiële
internationale standaardstukken. De
Régence-stukken zijn zeer populair gebleven tot aan de 20e eeuw. Ze zijn
massaal geproduceerd en vanuit Frankrijk geëxporteerd naar alle landen van
Europa en naar de Verenigde Staten. (Dit
stuk is overgenomen van s.v. de Promotie, Zoetermeer, Ruurd Kunnen). |
|
||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
niet inslikken
|
aanraken
|
loslaten
|
|
Dit speelgoed bevat kleine
onderdelen die los kunnen raken en verstikkingsgevaar kunnen opleveren voor
kleine kinderen |
Uitkijken
voor je een stuk aanraakt. Niet
het optillen telt. Als je het stuk aangeraakt
hebt, ben je verplicht er mee spelen.. |
Gezet
is gezet |
|
|
|
|
klok indrukken
|
noteren
|
vóór je promoveert:
|
op tijd opgeven
|
Niet
vergeten. Je
tegenstander kan immers rustig zelf gaan nadenken en afwachten tot je zelf op
het idee komt …. |
Je bent
bij een officiële partij verplicht de notatie bij te houden. De tegenstander
mag erom vragen de notatie bij te werken! |
het
hoeft niet altijd een dame te zijn! |
Speel
nou niet zinloos door als het ècht niks meer kan worden. Behalve
als bij een externe wedstrijd de teamleider anders adviseert |
|
|
|
|
En controleer altijd even of de rechterhoek wel een wit veld is, en dus niet
links! |
||||||
…..tot in het graf |
|||||||
Koning
links? Cijfertjes langs de rand ….
Da’s foute boel! |
|||||||
|
|
||||||
|
|
||||||
Het is wel zo netjes om de
tegenstander de hand te schudden bij het begin van de partij. Zo niet – dan kán de partij
door de scheidsrechter verloren worden verklaard. Ivan Cheparinov was zo
onbeleefd (Corus 2008). Na een appel bij de beroepscommissie en excuses mocht
hij alsnog twee keer handen schudden met Nigel Short. Een keer aan het begin van
de partij èn een keer toen hij opgaf. “Any player who does not shake hands with the
opponent (or greets the opponent in a normal social manner in accordance with
the conventional rules of their society) before the game starts in a FIDE
tournament or during a FIDE match (and does not do it after being asked to do
so by the arbiter) or deliberately insults his/her opponent or the officials
of the event, will immediately and finally lose the relevant game.” Voor Rita-fans: Groeten volgens
de eigen culturele regels mag dus óók. |
|
||||||
|
Het is
óók niet netjes om je tegenstander opzettelijk af te leiden En je mag maar met één hand tegelijk
stukken aanraken (die
Bulgaren ook altijd ….) |
|
|||||
|
|
|
|||||
….. maar hij kàn wél wat! |
|
|
|||||
|
|
|
|||||
|
|||||||
|
|
||||||
De scheidsrechter houdt de steling bij en controleert of de
zetten wel regelementair zijn (spelers: Etxagibel – Lakunza) |
Hoe
groter de simultaan, des te vermoeiender voor de simultaangever |
||||||
|
|||||||
|
|
|||||||||
|
|
||||||||
|
De schaakbond KNSB krijgt steun van het NOC-NSF. Op voorwaarde dat er een dopingreglement is. Wat valt daar
onder en wat niet? Spierversterkers – die zullen we niet nodig hebben. Gemiddeld
til je in een partij 500 gram aan stukken op. Zeer snel met het handje naar de klok kunnen gaan …. als je
het in de laatste 5 minuten dáár nog van moet hebben heb je toch in de
voorgaande 100 minuten al een aantal dingen fout gedaan. Betablokkers worden wel door biljarters gebruikt om trillende
handjes te voorkomen, maar de kalmerende werking lijkt me mogelijk wel
handig. Alcohol en cafeïne –dat zal nog wel lukken toch? Daar heeft Jan Timman nog een punt van gemaakt. Na 1988 heeft
hij het Nederlands Kampioenschap een aantal jaren geboycot. Jan mag namelijk,
ook bij een partij, graag een glaasje wijn drinken. En dan zou je na afloop nog eens je plas kunnen gaan
inleveren. En de controleurs op de hoogte houden waar je je ophoudt voor
‘out-of-competition tests’ zeker? Een conflict dus. In 2005 is de zaak
bijgelegd. |
||||||||
|
wijn of
water ? |
|
|||||||
Hoe het zit:
|
|
||||||||
Er
geldt sinds 1 januari 2005 een nieuwe lijst. Het geldende reglement is lang en keihard –
alleen lijkt het vooral toegesneden op wielrenners en atleten (zie de
uitgebreide passages over de Testosteron-Epitestosteron-verhouding. Het
verwijst naar de dopingautoriteit. En de WADA. En die hebben
weer een uitgebreide lijst van verboden stoffen en
(per jaar) een lijst van toegestane (genees)middelen. Gelukkig
voor ons: Er wordt vooral werk van gemaakt bij de Geregistreerde Doelgroep
voor Dopingcontroles, met name die topspelers die Nederland internationaal
gaan vertegenwoordigen. En er is ook nog een dispensatieregeling. En die
alcohol? De dopingautoriteit stelt inderdaad eisen, maar je komt de adem-
en/of bloedtest alleen tegen bij: autosport (0,10 g/l), biljarten (0,20 g/l),
handboogschieten (0,10 g/l), jeu de boules (0,10 g/l), karate (0,10 g/l),
luchtvaart (0,20 g/l), moderne vijfkamp, alleen bij schietonderdelen (0,10
g/l), motorsport en skiën (0,10 g/l). Sinds 1
januari 2004 komt cafeïne niet meer voor op de WADA-lijst. Maarrrr
…De organisatoren kunnen wel zelf zo hun eisen stellen. Bij Corus geldt
bijvoorbeeld: “Roken,
het nuttigen van alcoholische dranken en het gebruik van mobiele telefoons is
niet toegestaan in de speelzalen.” |
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
(klik
op het paard voor het antwoord) De
allersterkste schaker is …
De allersterkste vrouwelijke schaker is …
De allersterkste jonge schaker …
Het allersterkste meisje …
De allersterkste nederlandse schaker is …
Het allersterkste schaakland (de 10 beste spelers) is … |
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
|
|
||||||||
per persoon |
stand |
|
|||||||
5
minuten |
1 |
OK |
|||||||
25
minuten |
2 |
OK |
|||||||
normale
partij 1 uur 45 minuten |
3 |
en dan
zelf zonodig
de tijd instellen |
|||||||
Stand en
tijd: klik net zo lang op +1 tot je tevreden bent over wat er staat; daarna
op OK. En als
je ècht de hele handleiding van de DGT 2000 wil zien: klik hier (Dat is
voor de wedstrijdleider die iemand er twee minuten bij moet geven, en zo). |
|||||||||
|
|||||||||
|
|||||||||
|
|
|
|||||||
Volgens
artsen is TPR: Temperatuur,
Pols en Respiratie. ben ik gestegen of gedaald?
Je hebt
een aantal partijen gespeeld. Welke
invloed heeft dat nou op je rating? Link:
Bereken in excel je eigen TPR volgens het KNSB-systeem. Ook bij
CERN hebben ze een rating-calculator gemaakt. Een
rating is pas echt betrouwbaar wanneer je per jaar méér speelt dan alleen
maar zeven competitiewedstrijden. De
uitleg van de TPR volgens de KNSB vind je hier Het KNSB
systeem wordt uitgebreid uitgelegd in het Nederlandse Elo-Rating boek door
Henk Jonker (1992 van Spijk Venlo). Er
staat ook een uitleg voor simpele zielen in Wikipedia |
|
WP
(weerstandspunten)heet ook wel SOS (sum of opponent's scores). WP of
Buchholz/Solkoffscore van een speler is de som van de gescoorde punten die
zijn tegenstanders in de tot op dat moment gespeelde ronden hebben
behaald(Gijssen/Haggenburg 1988). WP is altijd
een hoger getal dan SB. SB (Sonnenborn-Berger) heet ook wel SODOS (sum of defeated opponent's
scores). SB-score
van een speler is de som van de gescoorde punten van de tegenstanders van wie
de betreffende speler heeft gewonnen, vermeerderd met de halve som van de
gescoorde punten van die tegenstanders, waarmee hij remise heeft gespeeld.
(Gijssen/Haggenburg 1988). Alle
reglementaire uitslagen (dus naast vrije ronde, ook niet of te laat
verschijnen) gelden bij WP en SB als remise tegen zichzelf. Bijgenaamd:
Sonnema Beerenburg-score. |
|||||||
|
||||
|
ELO
|
sterkte
|
|
|
|
|
|
|
|
|
< 1000 |
Beginner (kent de
regels) |
|
|
|
1000-1200 |
Gelegenheidsspeler |
|
|
|
1200-1400 |
Clubspeler |
|
|
|
1400-1600 |
Gemiddelde
clubspeler |
|
|
|
1600-2100 |
Goede clubspeler |
|
|
|
2100-2300 |
Internationaal
niveau |
|
|
|
2300-2450 |
Internationaal
Meester (IM) |
|
|
|
2450-2600 |
Grootmeester (GM) |
|
|
|
> 2600 |
Wereldtop |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
||||
Zie ook de beschrijving van de KNSB. De Elo-rating is een relatieve maatstaf van de bekwaamheid van
de speler Wat is een rating en hoe wordt deze berekend? Een rating is een getalsmatige, relatieve maatstaf van
schaaksterkte. Ze heeft enkel een betekenis in relatie tot andere ratings. Een rating is een richtsnoer voor het meten van prestaties in
toernooien en om een speler te rangschikken ten opzichte van andere spelers. Het ratingsysteem mag mysterieus lijken, het is gebaseerd op
statistische theorie. Duidelijk is, dat twee spelers met dezelfde rating een gelijke
kans hebben van elkaar te winnen. Minder duidelijk is, dat het gelijke
ratingverschil een zelfde kans op winst betekent. Een speler met rating 2400 die tegen een speler met rating
2200 speelt heeft dezelfde kans op winst als een 1400 tegen een 1200. Het
ratingverschil is in beide gevallen 200. Het ratingsysteem is bedacht door Arpad Elo en wordt Elo
rating systeem genoemd. De waarschijnlijkheid dat speler A van speler B zal winnen
wordt berekend met de volgende formule: P =
winstverwachting, waarbij RA de rating van speler A is en RB
de rating van speler B |
||||
|
verschil in rating
en kans (verkorte tabel)
|
|||
|
20 |
53 % |
tegen 47 % |
|
50 |
57 % |
tegen 43 % |
|
100 |
64 % |
tegen 36 % |
|
200 |
76 % |
tegen 34 % |
|
500 |
95 % |
tegen 5 % |
|
|
|
|
kans en verschil in rating (uitgebreide
tabel)
|
|||||||||||||
|
|
P |
D |
P |
D |
P |
D |
P |
D |
P |
D |
|
|
|
|
.99 |
|
.80 |
240 |
.60 |
72 |
.40 |
-72 |
.20 |
-240 |
|
|
|
|
.98 |
677 |
.79 |
230 |
.59 |
65 |
.39 |
-80 |
.19 |
-251 |
|
|
|
|
.97 |
589 |
.78 |
220 |
.58 |
57 |
.38 |
-87 |
.18 |
-262 |
|
|
|
|
.96 |
538 |
.77 |
211 |
.57 |
50 |
.37 |
-95 |
.17 |
-273 |
|
|
|
|
.95 |
501 |
.76 |
202 |
.56 |
43 |
.36 |
-102 |
.16 |
-284 |
|
|
|
|
.94 |
470 |
.75 |
193 |
.55 |
36 |
.35 |
-110 |
.15 |
-296 |
|
|
|
|
.93 |
444 |
.74 |
184 |
.54 |
29 |
.34 |
-117 |
.14 |
-309 |
|
|
|
|
.92 |
422 |
.73 |
175 |
.53 |
21 |
.33 |
-125 |
.13 |
-322 |
|
|
|
|
.91 |
401 |
.72 |
166 |
.52 |
14 |
.32 |
-133 |
.12 |
-335 |
|
|
|
|
.90 |
383 |
.71 |
158 |
.51 |
7 |
.31 |
-141 |
.11 |
-351 |
|
|
|
|
.89 |
366 |
.70 |
149 |
.50 |
0 |
.30 |
-149 |
.10 |
-366 |
|
|
|
|
.88 |
351 |
.69 |
141 |
.49 |
-7 |
.29 |
-158 |
.09 |
-383 |
|
|
|
|
.87 |
335 |
.68 |
133 |
.48 |
-14 |
.28 |
-166 |
.08 |
-401 |
|
|
|
|
.86 |
322 |
.67 |
125 |
.47 |
-21 |
.27 |
-175 |
.07 |
-422 |
|
|
|
|
.85 |
309 |
.66 |
117 |
.46 |
-29 |
.26 |
-184 |
.06 |
-444 |
|
|
|
|
.84 |
296 |
.65 |
110 |
.45 |
-36 |
.25 |
-193 |
.05 |
-470 |
|
|
|
|
.83 |
284 |
.64 |
102 |
.44 |
-43 |
.24 |
-202 |
.04 |
-501 |
|
|
|
|
.82 |
273 |
.63 |
95 |
.43 |
-50 |
.23 |
-211 |
.03 |
-538 |
|
|
|
|
.81 |
262 |
.62 |
87 |
.42 |
-57 |
.22 |
-220 |
.02 |
-589 |
|
|
|
|
.81 |
251 |
.61 |
80 |
.41 |
-65 |
.21 |
-230 |
.01 |
-677 |
|
|
De tabel relateert verwachte wedstrijdresultaten aan
ratingverschillen. De kolom P is het verwachte percentage van het
resultaat van een wedstrijd. De kolom D is het ratingverschil dat met dat verwacht
resultaat correspondeert. Bijvoorbeeld, twee spelers met dezelfde rating ( D= 0 )
hebben elk 50% ( P = 0.50 ) kans om de wedstrijd te winnen. Evenzo, heeft een speler met een rating 100 punten meer dan
zijn tegenstander ( D = 102 is de dichtstbijzijnde waarde in de tabel)
64% ( P =0.64 ) kans om de wedstrijd te winnen. |
|
|||||||
voorbeeld
Laten we aannemen dat je 3 winstpartijen, 2 verliespartijen en
een remise scoort tegen tegenstanders met een gemiddelde rating van 1500. Je score is 3.5–2.5, met een percentage van 58% ( P =0.58)
. De waarde voor P = .58 in de tabel komt overeen met D
=57 . Je prestatie is berekend als 1500 + 57 = 1557. Als je dezelfde
score had bereikt tegen tegenstanders met een gemiddelde rating van 2000, zou
de prestatie 2057 zijn. Deze methode wordt gebruikt om een initiële rating te
berekenen voor een speler die voorheen geen rating had. Hoe meer wedstrijden in de berekening worden gebruikt, hoe
accurater de initiële rating zal worden. Voor spelers met een rating wordt de volgende formule gebruikt |
||||||||
|
Rn = |
Ro + K·(W – We) |
|
|||||
|
Rn |
Nieuwe rating |
|
|||||
|
Ro |
Oude rating |
||||||
|
K |
Waarde van een enkele wedstrijd |
||||||
|
W |
Score;
1,0 voor winst, 0,5 voor remise |
||||||
|
We |
Verwachte
score gebaseerd op Ro |
||||||
|
||||||||
Als het
evenement is geëindigd, wordt de nieuwe rating van een speler berekend op
basis van de oude rating gecorrigeerd met het resultaat behaald in het
evenement. De
aanpassing is gelijk aan het verschil tussen het werkelijke resultaat van de
speler en het verwachte resultaat, dat gebaseerd is op de oude rating. Het
verschil wordt vermenigvuldigd met een coëfficiënt ( K ), een getal
tussen 10 en 40. Een
lagere coëfficiënt geeft meer gewicht aan eerdere evenementen en wijzigt de
rating in een lager tempo. Een
hogere coëfficiënt geeft meer gewicht aan de recente evenementen en wijzigt
de rating sneller. De
coëfficiënt is afhankelijk van de rating van de betrokken speler. Onder
2000 en boven 2400 is de coëfficiënt een vaste factor en daartussen varieert
het proportioneel met de rating om zodoende een continue factor te bereiken. |
||||||||
|
Rating |
K |
|
|||||
<
2000 |
30 |
|||||||
2000 -
2400 |
130 - R/20 |
|||||||
2400
< |
10 |
|||||||
Ratings
geven de mogelijkheid om spelers meer op gelijke sterkte in te delen. |
||||||||
|
||||||||
|
||||||||
ZZ qn¡ↄʞɐɐɥɔs / schaakclubZZ
3 december 2016
[x1]ZZ = Zugzwang, zetdwang