Gramsbergen
Gramsbergen heeft al lang stadsrechten en onderdelen bestonden ook al heel lang (vergelijkbaar met Ommen). Het bestaat of bestond uit een aantal buurtschappen en de stad Gramsbergen. De buurtschappen waren Holtheme, de Meene, Holthone, Ane, Anevelde, Anerveen, De Krim (sinds 1869), de Schans, Den Velde, Loozen en Engeland/Varel (zie ook het bijgevoegde kaartje). Lange tijd waren de buurtschappen onderdeel van het Schoutambt Hardenberg terwijl Gramsbergen apart stond en erdoor omringt was. In de Meene stond de boerderij de Klokhenne waar veel Kwanten/Quanten woonden en daar vlakbij was er heel vroeger een doorwaadbare plaats in de Vecht ('voorde', 1591), later is dit vervangen (of aangevuld?) door een veer. De buurtschap de Meene werd door ca. 5 gezinnen bewoond en bestond uit of omvatte de Mommeriete, de Bisschopsdijk en de Woagkolk (=Bisschopskolk). Hieronder is een deel van een kaart uit 1864 weergegeven.
De
Bisschopsdijk is al in 1232 aangelegd om de Vecht om te leiden zodat Coevorden
onderwater zou komen te staan (na de slag bij Ane). Dit lukte toen bijna maar
bij een storm brak de dijk (1232) onder andere bij de Meene, bij de erven
Gieljan en Beenen. Rond 1673 werd de dijk, die toen langs de Klokhenne liep,
weer door de bisschop hersteld en weer kwam Coevorden bijna blank te staan. Ook
nu gooide een storm roet in het eten en brak de dijk. Hierbij ontstond de
Woagkolk. De naam 'Meene' wordt over het algemeen gebruikt voor grond die in
gemeenschappelijk bezit is (vergelijk 'gemeente') of gemeenschappelijk gebruikt
wordt. Is dit een gevolg van het feit dat dit de doorwaadbare plaats was die
iedereen nodig had? Noordelijk, westelijk en oostelijk van Gramsbergen was er
een groot veengebied waardoor je maar moeilijk kon reizen. Er was slechts een
beperkt aantal wegen en transport over water was daarom nodig voor grotere
ladingen (vooral turf, Bentheimer zandsteen, hout). In het noordelijke veen lag
Coevorden, een stad die al heel erg oud is en die vaak tegen de heer van het
land (de bisschop) in opstand kwam.
De
familie Kwant (Quant) is lang verbonden geweest met 'de Klokhenne', een
boerderij/herberg aan het veer in de Meene (zie het kaartje hierboven en
hiernaast: 1620?). Het huis was later eigendom van baron van Bentinck en rond
1800 van de baron van Coevorden. De naam van deze boerderij betekent zoveel als
'kloek' of kip met kuikens, wat ook bleek uit het uithangbord wat een kip met
drie jongen liet zien. Waar deze naam vandaan komt is (nog) niet bekend maar het
zou kunnen wijzen op 'zorgzaamheid', iets wat reclame zou kunnen zijn voor een
herberg. De boer had een driedubbele functie want naast het boerenbedrijf was er
een herberg en verzorgde hij ook het veer over de Vecht. Ter hoogte van de Meene
was er al heel lang een doorwaadbare plaats wat, gezien de afhankelijkheid van
de waterstand van de regenval, slechts delen van het jaar zo geweest zal zijn
(of misschien zelfs nooit). Aan dezelfde kant van de rivier lag de Haandrik, een
boerderij, die mogelijk ook in het bezit van Quant was of is gekomen. Later zijn
er ook Kwanten die op de Vilsterborg (Vilsterberg) leefden en een kaartje van
Rijkswaterstaat van ca. 1830 laat zien dat de vroegere Vilsterborg ook aangeduid
wordt met 'Huis Quant' (als je heel goed leest). In de kadastrale kaart van 1832
is dit ook het geval.