KLASSIEKE HEKSEN
De drie beroemste heksen uit de klassieke wereld zijn Hekate, Circe en Medea. Zij zijn heksengodinnen, geassocieerd met duisternis en de nacht. Deze magische wezens hadden nog niets van de verworden oude krengen die de heksen in de tijd van de christelijke Inquisitie werden, maar zij vertegenwoordigden een noodzakelijke component van de interactie tussen leven en dood die terugging tot veel vroegere tijden. Heksen konden met gezangen de maan naar beneden roepen, figuren van was laten bewegen, de geesten van overledenen aanroepen en liefdesdrankjes brouwen.
   Volgens de Romeinen waren mannen meer geneigd tot diefstal, terwijl vrouwen zich eerder wendden tot hekserij en vergiften. Heksen maakten in hun originele vorm deel uit van een bredere totaliteit, voordat donker en licht zo absoluut gescheiden werden.
HEKATE
De heksengodin Hekate werd geassocieerd met de nacht en de maan. Ze werd 'koningin van de nacht' genoemd door de dichteres Sappho in de zesde eeuw v.Chr.
Ze was de godin van de afnemende maan (Artemis, maagdgodin van de jacht, representeerde de nieuwe maan en Selena of Demeter de volle maan). Hekate was de koningin van de geesten van de doden; ze woonde in graftomben, al kon men haar ook bij de haard vinden. Ze was aanwezig bij de geboorte en het overlijden van een persoon, wanneer de geest een lichaam bezielde of verliet.
   Hekate kon verschijnen bij een kruising in een heldere nacht, met geesten en honden die haar volgden. Deze honden waren heilig en huilden naar de maan. Haar macht was drievoudig, bestreek de hemel, de aarde en de onderwereld. Heksen zouden kruispunten als ontmoetingsplaatsen hebben om daar Hekate aan te roepen, en offerandes van overblijfselen van zuiverende rituelen werden elke maand bij de kruising gelegd om haar tevreden te stellen. De vrouwen die Hekate op die manier aanriepen, waren experts in het maken van vergiften.
CIRCE
Heksen vinden ruim plaats in het werk van de Griekse dichter Homerus, de schrijver van de 'Ilias en Odyssee'. Deze epische gedichten, geschreven in de achtste eeuw v.Chr., zijn gebaseerd op de legende rond de Trojaanse Oorlog. Het eerste werk beschrijft de oorlog en het tweede verhaalt over de strijd van Odysseus om zijn weg naar huis te vinden, de natuur te verslaan.
  Het is een innerlijke queeste naar verlichting, waarbij de reis naar huis een matafoor is voor het terugvinden van de schatten van de ziel.
Odysseus komt aan op het eiland Aeaea, de woonplaats van Circe. Een aantal van Odysseus' manschappen gaat naar haar paleis en wordt uitgenodigd om binnen te komen. Circe geeft hun een toverdrank die hen in zwijnen verandert. Hun geest blijft menselijk. Ze drijft hen naar de stallen. Odysseus gaat op weg om zijn mannen te redden en komt Hermes tegen, die hem een drankje geeft dat hem immuun maakt voor Circes magie. Zodra Circe merkt dat haar toverkunsten niet werken, kan Odysseus haar overhalen zijn mannen te bevrijden en ze gebruikt zalf om de betovering te verbreken.
    Ze blijven een jaar bij Circe, tot de mannen Odysseus eraan herinneren dat het tijd is om verder te gaan. Circe vertelt Odysseus dat hij eerst Hades moet bezoeken, de god van de onderwereld, en Teiresias moet consulteren, een blinde profeet uit Thebe die hem zijn toekomst zal voorspellen. De noordenwind zal zijn schip naar het einde van de wereld brengen, over de rivier waar hij Hades' rijk kan betreden. Odysseus moet een geul graven waar hij honing, melk, zoete wijn en water ten offer moet brengen aan de doden. Ook moet hij twee schapen offeren, waarbij hij erop moet letten dat geen van de geesten bij het bloed komt voor hij de profeet heeft gesproken. Odysseus volgt de instructies van Circe en ontmoet allerlei geesten, onder wie de gevallen helden van Troje, zijn overleden ouders en Teiresias.
    Op zijn terugreis naar het paleis van de heks wordt Odysseus gewaarschuwd door Circe voor de gevaren die op de loer liggen. Allereerst de Sirenen, nimfen die betoveren met hun goddelijke stemmen, maar het land waar zij zingen ligt bezaaid met skeletten. Circe zegt Odysseus dat hij bijenwas in de oren van zijn mannen moet stoppen, zodat ze het gezang niet kunnen horen. En als Odysseus de gezangen wil horen, moeten zijn mannen hem vastbinden aan de grote mast. Circe waarschuwt hem bovendien voor de zwervende rotsen waar hij tussen de monsterlijke Scylla, die met haar twaalf voeten en zes hoofden aan lange nekken iedere zeeman binnen haar bereik verslindt, en Charybdis door moet varen, een kolk die schepen naar de zeebodem zuigt.
Circe symboliseert de vrouw die mannen verleidt door betovering, hekserij en haar vaardigheden. Ze is de poort naar de duisternis en geeft Odysseus instructies om veilig de onderwereld binnen te komen. Dit is veelal geinterpreteerd als de innerlijke zoektocht naar de 'schatten der ziel'. Bovendien geeft ze advies over de magische vallen die hij onderweg tegenkomt, de sirenen, Scylla en Charybdis. Ze is een heks in die zin dat ze meesteres is van de duisternis, maar ze helpt degenen die ze liefheeft verlichting te vinden door een ontmoeting met de onderwereld.
MEDEA
Medea heeft net als Circe kennis van toverspreuken en krachtige brouwsels om slaap of veranderingen van bewustzijn op te roepen. Ze is de ongebreidelde duistere kracht die in alle verhalen over haar uiteindelijk chaos en destructie creeert. In de 'Metamorfosen' van Ovidius roept Medea de nacht aan wanneer zij op het punt staat iets vreselijks te begaan: "O, nacht, trouwe bewaker van mijn geheimen, en gouden sterren die met de maan de heldere dag naar de kroon steken." Op een ander punt roept ze ook Hekate aan, de 'nacht-zwervende koningin van de onderwereld'.
    Medea's voornaamste rol in de legenden is tijdens de expeditie van Jason en de Argonauten, wanneer zij verliefd wordt op Jason en hem helpt het Gulden Vlies te winnen en te behouden. Als Jason het bed deelt met de dochter van Kreoon, de koning van Korinthe, wil Medea wraak. Opnieuw roept ze Hekate aan en wordt vervuld van magische kracht, die ze gebruikt om de vrouw te martelen. Medea stuurt haar kinderen met een betoverde bruidsjurk, gedoopt in vergif, die aan het lichaam van de prinses zal kleven en haar zal doden. Dan, in een vlaag van waanzin, vermoordt Medea ook haar eigen twee zonen en wordt ze weggedragen door de lucht in een kar die wordt getrokken door draken.
Terug naar bibliotheek
Terug naar hekserij