Tijdens de bijeenkomst in de Nieuwe Kerk wordt herdacht dat Michieltje 340 jaar geleden, op 11 februari 1676, zesentwintig Hongaarse predikanten bevrijdde uit de slavernij. Het leverde hem de eeuwigdurende dankbaarheid op van het Hongaarse volk en een gedenknaald in Debrecen. Hier bij het praalgraf hangt een zilveren lauwerkrans met de (26) namen en sinds 2007 is er ook een plaquette bij Michieltje in Vlissingen. Je kunt er geen actiefilm op baseren want de "bevrijding" had niet veel meer
om het lijf dan dat de mannen na enig aandringen van De Ruyter - in zijn dagen al een held en man van aanzien - zonder slag of stoot werden overgedragen aan de Nederlandse vloot.
Vorig jaar schreef ik in de aanloop naar de première van "Michieltje: de film" elke dag een geïllustreerd verhaaltje op Facebook - nu terug te lezen en te bekijken op Kapitein Otje op zoek naar Zeeland. De bevrijding van de Hongaarse predikanten ontbrak tot nu toe in die reeks. Het beeld van Michieltje-als-slavenbevrijder stuitte me tegen de borst. Dan had hij toch beter zijn best moeten doen.
Later die dag sta ik te demonstreren tegen Pegida en een kameraad uit strijdbaarder dagen merkt op: "De Ruyter was een boef", waarop ik zonder aarzelen zeg: "Mijn vader was ook een boef". Dat lijkt mij een diplomatieker antwoord dan "Intaminatus fulget honoribus" ("hij blinkt in onbezoedelde eer", komt van de dichter Horatius, opschrift op De Ruyter's familiewapen). Ik vraag mij af waar Michieltje vandaag zou staan: bij de Dokwerker om te betogen vóór hulp
aan mensen in nood of bij de Stopera om te demonstreren tegen de komst van vluchtelingen? |