|
GOUDEN JAREN IN ZOUTELANDE |
|
|
dichter bij zeeuws meisje: otje door corrie |
mariël otten © 2013-06-26 [txt+img] annet / yvette [img] |
Jak aan. Onderkeus, bovenkeus? Een witte onderkeus of liefkeus? Zwarte bovenkeus van kamgaren? Er is een heleboel keus. |
Hosternokke, ik heb niet genoeg haar van mezelf! Tute! Ik krijg haar (van een ander) in een rol (toer) op mijn voorhoofd. Het wordt in een grote streng voor m'n neus bij elkaar gekamd. Het veterbandje zorgt ervoor dat de rest op de juiste plek blijft zitten. Ik heb intussen al een beuk van bloemetjesstof aangekregen.
|
De ondermuts van broderie mét krullen. De twee krullen doen denken aan een kurkentrekker, niet? |
Spelden, spelden, spelden. Er zijn geen knopen en ritsen, dracht sluit met spelden. Ik heb nog niet verklapt dat ook het haar met (heel veel) spelden vastzit. Er mag geen enkel haartje uit mijn muts ontsnappen! |
Tussen onder- en bovenmuts komt in Arnemuiden altijd een blauw tussenmutsje. |
Eindelijk! Mijn eigen tuug rooie kralen. Een bloedkoralen halssnoer van maar liefst vier rijen en een gouden slot! "Turks goud". Daar is overigens niks mis mee. Het is anders van kleur en de prijs is lager, omdat goud nu eenmaal bij de alledaagse Turkse cultuur hoort, maar goud is goud. |
De schortenband moet lekker strak zitten!? |
De Bovenmuts. Een gesteven bovenmuts van broderie. Is het u wel eens opgevallen dat de kap de vorm heeft van een schelp? |
Een gehaakt netje. Dat is netjes. Dit wordt overal buiten Arnemuiden een avonddoekje genoemd. Ik weet ook niet waarom. |
WORDT VERVOLGD  |
|
|
| |