We kregen een foldertje mee met de bouwgeschiedenis van de Oostkerk (©dah210809) en lezen: "In de jaren 1995-1997 heeft er een grote restauratie plaats moeten vinden. De kerk werd bezocht door vele, vele ongenode gasten: de bonte knaagkever. De larven van dit schadelijke insektje holden den eeuwen oude eiken balken in de kapconstructie uit waardoor de draagkracht sterk afnam en de kap begon scheef te zakken. De restauratie werd met kracht ingezet en door gebruik te maken van moderne middelen
o.a. epoxyhars werden aangetaste balken gerepareerd. Die balken welke niet meer voor reparatie in aanmerking kwamen werden vervangen door een Afrikaanse hardhout soort: Bilinga. Balken die niet vertrouwd werden, werden preventief behandeld door kanaaltjes te boren tot op het hart van de balk. Vervolgens werden in die kanaaltjes terugslagventieltjes geplaatst waarna de kanaaltjes onder een druk van 1 atm. werden gevuld met een insecticide. Hierdoor ontstonden er rond de kanaaltjes cirkels van 'vergiftigd' hout
waardoor de larven niet meer naar buiten en de bonte knaagkever niet meer naar binnen kunnen. Zo zitten er in de kapbalken ruim 100.000 kanaaltjes zoals boven omschreven. Voorwaar, in deze, specifiek voor de protestantse eredienst gebouwde kerk is een waar monnikenwerk verricht." |