De eerste krant die ik bewaren wilde was die waar je op
de voorpagina ruimtevaarders voet op de maan zag zetten: Eerste
mens betreedt maan, aldus het Haarlems Dagblad op maandag (dag
van de Maan) 21 juli 1969. Later realiseer je je dat die Haarlemse
krant al verscheen in 1656, toen ook in bredere kring het besef
groeide dat de aarde om de zon draait en niet andersom. Zo reikt
één krantentitel astronomisch gezien al van Galileo Galilei
tot Neil Armstrong. De verslaggeving van een spectaculaire
gebeurtenis zal bij de meeste verzamelaars wel de impuls voor het
beginnen van een collectie zijn geweest. Het bewaarde exemplaar
is dan meestal van de krant die toevallig thuis gelezen wordt.
Later ga je vergelijken hoe het nieuws in andere dagbladen
gebracht wordt. Mijn verzamelinteresse laat zich momenteel goed
samenvatten. Ik leg me erop toe van elke titel ter wereld
minstens één volledig exemplaar te hebben, van de eerste tot de
laatste pagina. Verder zoek ik eerste en laatste uitgaven (bij
krantenfusies en nieuw ontstane uitgaven), en groot
nieuws-exemplaren.
In die zomer van 1969 had ik net het eindexamen middelbare
school achter de rug. Voor mij lag de hele wereld nog open: ik
zou het verzamelen met een mondiale insteek aanpakken. Enkele
zomervakanties in Engeland leverden al meteen mooie exemplaren op:
Drugs kill Jimi Hendrix at 24, aldus de Evening News
op 18 september 1970. Net drie weken daarvoor had ik een optreden van hem
bijgewoond, zijn laatste. Ik ging niet alleen groot nieuws in
de gaten houden, maar ook op de lay-out van kranten letten. Was
die bezadigd of onrustig, overheersten kolommen tekst met
standpunten van officiële woordvoerders of foto's van
paparazzi?
De keuze van het nieuws kan frappante verschillen
opleveren: op Koninginnedag 1975 kopte De Waarheid met
VIETNAM BEVRIJD, in grote kapitalen. Andere bladen hebben die
dag vast meer oranje gebruikt. Zo krijg je oog voor bijzondere
journalistieke producten en voor de diversiteit in de
dagbladwereld.
Door het verzamelen krijg je een beeld van de structuur van de nieuwsvoorziening. Zo blijken regionale kranten soms maar heel weinig van elkaar te verschillen. Er zijn editiestelsels: het binnen- en buitenlands nieuws komt van een centrale redactie, streeknieuws van diverse regioredacties. Opvallend is dat in Nederland wel veel buitenlandse kranten te koop zijn, maar dat je bot vangt als je wat meer geïnformeerd wilt worden over wat er in de buurprovincie speelt. Bij geen enkele kiosk zijn tegelijk de Leeuwarder Courant, De Gooi- en Eemlander en de Haagsche Courant te koop, om maar enkele grote niet-nationale dagbladen te noemen. Het lijkt wel of het verboden is. Dat is trouwens bij de omroep het geval: wist u dat regionale en lokale radio niet via de kabel mág worden uitgezonden in de buurregio?
Bij het verzamelen is selecteren een eerste vereiste, ook al neemt het aantal Nederlandstalige titels snel af. Ons land heeft zes grote krantenuitgeverijen, met een dertigtal hoofdredacties die samen ongeveer honderd edities publiceren. De ruim dertig dagbladtitels die België kent zijn merendeels Franstalig. In Nederland vermindert het aantal titels voortdurend door het al tientallen jaren aanhoudende fusieklimaat. Een voorbeeld: in een middelgrote provinciestad als Leiden werden rond 1980 nog door vier uitgeverijen eigen op Leiden gerichte kranten uitgegeven, rond 1950 zelfs door minstens zeven. Daarvan is alleen het Leidsch Dagblad blijven verschijnen. Het behoort inmiddels tot het Telegraaf-concern en wordt in Alkmaar gedrukt.
Echt nieuwe kranten worden in Nederland al vele decennia niet meer geboren, of ze leiden een kortstondig leven. De laatste periode waarin blijvende nieuwe titels zijn ontstaan, waren de oorlogsjaren. Vrij Nederland verloor klinkende namen in 1997, toen de journalistiek roemrijke periode ervan toch al een tijd achter de rug was. Het Parool tracht sinds augustus 1997 met tabloid-bijlagen het vege lijf te redden van het miljoenenverlies dat volgde op een bewonderenswaardig glorieuze periode tussen 1950 en 1965. Trouw doet het nog steeds redelijk goed in onze seculiere maatschappij.
Welke kranten heb ik inmiddels al verzameld en naar welke
zoek ik nog? Voor een deel weet ik dat uit het hoofd, verder voer
ik gegevens in mijn computer in, waarmee je een helder beeld houdt van
je bezit in hangmappen, platte dozen of andere krantenbergingen. In de
Vereniging voor
Kranten- en Tijdschriftenverzamelaars (VKTV) heb ik allerlei
collega-verzamelaars leren kennen. Mensen met hetzelfde of een net weer
even ander historisch besef; met collecties politieke
spotprenten, Nederlands reclamedrukwerk en affiches, kranten uit
de zeventiende eeuw en veel meer. De hulp, suggesties,
aansporingen en uitwisselingen van andere verzamelaars, deels in
ons blad Au
Courant, voegen naar ik ervaren heb een dimensie toe
aan het plezier van het verzamelen.
Paul Klein ( pagklein @ planet.nl )
Bovenstaande tekst werd gepubliceerd in de BOEKAGENDA 1998, welke (voor de eerste maal) in oktober 1997 verscheen bij uitgeverij Arcadia, Ceramstraat 7, 2022 BK Haarlem. Een iets uitgebreidere versie verscheen in Au Courant van november 1997 (Jaargang 12, Nummer 3, pag. 8-10).
Terug naar de beginpagina van deze dagbladen-website.