Familie: Bombacaceae

Categorie: struik-boom, overblijvend, kuipplant.

Grootte: 2 m.

Blad: handvormig gedeeld blad

Algemeen

Dit is een van de grootste bomen van het regenwoud! De machtige, met stekels bezette stam kan meters dik worden, de takken steken boven de rest van de bomen uit. De boom is makkelijk te herkennen, een gedeelte van het jaar draagt de boom geen blad en zijn de takken kaal. Dan volgt de bloei met grote rode of witte bloemen, waarna afhangende, peervormige vruchten ontstaan. Als deze dan uiteindelijk openbarsten, komt een grote hoeveelheid kapokpluis naar buiten, met daarin de erwtgrote zaden die zo door de wind verspreid worden.

Tegenwoordig zie je jonge planten vaak als sierplant in subtropische tuinen, waar ze opvallen door de gezwollen, groene stam met grijze stekels, en de parasol van horizontale takken erboven. De boom groeit snel en bloeit al na enige jaren, waarna ook de vruchten ontstaan. De kapok werd vroeger veel gebruikt om matrassen en kussens mee te vullen.

Verzorging.

Zaai in zaaigrond bij kamertemperatuur. Na opkomst licht en warm opkweken, binnenshuis. Kan in de zomer naar buiten, in een kuip of eventueel ingegraven in de tuin op een zonnige plek. Als de bladeren geel worden en afvallen, treedt een rustperiode aan, dan weinig water meer geven, de grond bijna laten uitdrogen en natuurlijk niet mesten. Wanneer nieuw blad gevormd gaat worden, weer langzaam natter houden. Niet beneden 12 graden houden.