Categorie: struik, overblijvend, kuipplant, half winterhard

Grootte: 150-200 cm

Blad: grof geveerd, 10-15 cm, lichtgroen

Bloem: aan eind tak in trossen, 7 cm buisbloem heldergeel, trossen 5-10 bloemen.

Bloeitijd: voorjaar en najaar, of hele jaar als warm weer

Vermeerdering: zaad uit lange hangende peulen, als sperciebonen.

Opkweek uit zaad:

Het gevleugelde zaad kiemt in 1.5-2 weken bij 20 °C. Zaai in flinke kunststof pot met goede, liefst klei bevattende potgrond. Bedek het zaad met 5-10 mm grond en druk licht aan. Besproei met plantenspuit en bescherm tegen uitdrogen met een plastic zak. Zet op een warme plaats (20-25°C), liefst bij een raam op het zuiden. Verwijder de zak zodra de zaailing de eerste blaadjes ontvouwt. Nu goed licht en warm houden. Als de planten 10 cm hoog zijn, verpotten in de uiteindelijke kuip of in de volle grond.

Kuip: min. 40 cm bovendoorsnede, liefst nog groter. De verhuizing van binnen naar buiten bij voorkeur als het zacht, rustig en bewolkt weer is. De eerste week nog geen fel licht of zonlicht! Na het overwennen, op een zonnige plek zetten. De bloemen verschijnen aan het einde van de eenjarige twijgen. De plant kan flink gesnoeid worden om hem klein te houden. Overwinteren: voor de eerste vorst. De plant is bladverliezend wanneer niet in een warme kas gehouden. Dan binnenshuis koel en licht overwinteren, weinig water geven. Vanaf maart de temperatuur weer verhogen.

Vollegrond: niet veeleisend voor de grondsoort, kan goed tegen droogte. Zorg voor een zonnige plek. De verhuizing van binnen naar buiten bij voorkeur als het zacht, rustig en bewolkt weer is. De eerste week nog geen fel licht of zonlicht! Desgewenst snoeien om een mooie vorm te houden en te verjongen. De plant zou tegen -12 °C kunnen, maar het is misschien verstandiger om de plant binnen te halen.