Algemeen

Carambolebiljart wordt gespeeld met 3 ballen ,één rode ,één ongemerkte witte en één witte bal met merkteken dan wel gele bal. Beide spelers hebben ieder hun eigen speelbal , de ene speelt met de ongemerkte witte bal ,de  andere met de gemerkte of gele bal.Het doel van het biljartspel is zoveel mogelijk caramboles te maken door met de speelbal, ook wel stootbal ,de beide andere ballen te raken.

Het carambole biljarten kent drie basisvormen , libre,bandstoten ,driebanden en Fantasie Klassiek.Daarnaast zijn er nog diverse andere mogelijkheden ,zoals bijvoorbeeld tien over rood ,met kegeltjes en dobbelstenen.

Libre:

Dit is de eenvoudigste spelsoort. Het is dan ook aan te raden om hier mee te beginnen. Er zijn geen andere dan de algemene restricties. Het al dan niet gebruik maken van de banden is hierbij niet van belang. In de vier hoeken van het biljart zijn kleine driehoekige vakken aangegeven. Als bal 2 en 3 in het vak komen heet het entree. Zij mogen daar 1 carambole in blijven, dan heet het dedans. Daarna moet één bal het vak verlaten, anders is het resté dedans en is de beurt over. Als je erg goed wordt in dit spel (moyenne van 10 en hoger) krijgt je de eerste handicap, de spelsoort heet dan "libre grote hoeken".

Kader

Het kaderspel is een librevorm, waarbij beperkingen worden opgelegd bij het caramboleren. Deze beperkingen kunnen varieren. Afhankelijk van de grootte van de tafel kennen we kader 38/2, 57/2 en 57/1 [voor de 230-tafel] en 47/2, 47/1 en 71/2 [voor de 280-tafel].

Op een afstand van de banden worden parallelle lijnen getrokken, waarbij in de hier genoemde ‘breuken’  het eerste getal die af­stand aangeeft [bij 38/2 dus 38 centimeters vanuit de band]. Hierdoor wordt het speelveld in vakken ver­deeld. De beperking bestaat uit de restrictie aan het aantal caramboles dat in een vak gemaakt mag worden: bij het zogenaamde twee-stoots-kader [zie het tweede getal van de breuk 38/2] mogen in een vak twee caramboles worden gemaakt, waarna een van beide ballen waarop gecaramboleerd wordt dit vak verlaten moet hebben.

Wanneer bedoelde twee ballen in hetzelfde vak liggen of komen annonceert de arbiter ‘entree’; na het maken van de volgende carambole annonceert de arbiter ‘dedans’ voor zover een van beide ballen het vak niet reeds verlaten heeft. Bij de volgende carambole moet ten minste één van de twee ballen het vak verlaten hebben [mag daarin wel weer terugkeren, waarbij dan weer ‘entree’ ontstaat]. Is dat niet het geval dan annonceert de arbiter ‘resté dedans’ en verliest de speler zijn beurt. De laatste carambole wordt dan niet geteld.

Bij één-stoots-kader vervalt het ‘entree’ en wordt meteen ‘dedans’ geannonceerd.

 

Bandstoten

Bij bandstoten moet je om een carambole te maken voordat je de laatste bal raakt een band geraakt hebben. Dit levert twee minimum mogelijkheden:

· bal2-band-bal3 , band-bal2-bal3

Meer banden mag natuurlijk ook. Dit maakt het spel een stuk moeilijker. Deze spelsoort wordt niet in competitie verband beoefent, maar wel in de persoonlijke kampioenschappen.

Driebanden

Driebanden is de moeilijkste spelsoort en de enige die wel eens op TV wordt uitgezonden. Het is dan ook de populairste spelsoort onder biljarters. Een carambole wordt gemaakt door drie banden te raken voordat je de laatste bal raakt, maar meer banden mag ook. Dit spel heeft dus 4 minimum mogelijkheden:

bal2-band-band-band-bal3,   band-bal2-band-band-bal3,

band-band-bal2-band-bal3  en   band-band-band-bal2-bal3

 

Pentathlon

 

Vanaf 1933 wordt er ook pentathlon of vijfkamp gespeeld. Dit is eigenlijk geen aparte discipline maar een kampioenschap waarin alle disciplines voorkomen. Men speelt vrij(libre), band, drieband, kader 45/2 en kader 71/2. Deze kampioenschappen kunnen zowel individueel als voor ploegen worden gespeeld.

 

Klassieke Fantasie of Artistiek Biljart

 

Daarnaast bestaat er ook nog de Klassieke Fantasie of het Artistiek Biljarten. Dit is een zeer aparte vorm van biljarten waarbij men een aantal vastgestelde figuren moet trachten te maken. Dit zijn allemaal ingewikkelde stoten die veel stoot beheersing vragen en die ook aangepast materiaal vragen. In 1931 wordt er een eerste proefneming gedaan in de "Klassieke Fantasie" te Vichy met 12 opgelegde figuren. Een jaar later in Rijsel zijn er reeds 48 figuren waarmee 299 punten te verdienen zijn. Vanaf 1935 zijn er 64 figuren te spelen waarmee 416 punten te verdienen zijn. Na twintig jaar wordt het tijd om wat aanpassingen te doen, bepaalde figuren werden altijd foutloos gespeeld, voor andere figuren klopte de moeilijkheidscoëfficient niet meer. Vanaf nu zijn er 76 figuren te maken met een totaal van 500 punten. Ook noemt deze discipline vanaf nu officieel "Artistiek Biljart".

 

Mag het eens wat anders zijn?

 

Dit waren de officiële disciplines, maar er is niemand die zegt dat er altijd zo gespeeld moet worden. Hieronder volgen enkele andere manieren om het gezellig te maken rond de biljarttafel. Deze lijst heeft zeker niet de bedoeling volledig te zijn. Een bijkomend voordeel van de meeste van dit soort spelletjes is dat het aantal deelnemers niet beperkt is tot 2 spelers.

 

Panaché (In Nederland Annonceetje):

 

Er wordt op voorhand afgesproken hoeveel caramboles er op een bepaalde wijze moeten gemaakt worden. Vb 5 vrij (libre), 3 over 1 band, 3 over 2 banden, 3 driebanden en 3 losse-bandstoten (eerst een band raken). Nu moet men voor dat men stoot aangeven op welke wijze men de carambole gaat maken. De carambole is dan enkel geldig indien hij gespeeld is zoals hij geannonceerd was.

 

Spel met vier ballen:

 

Hier gebruikt men naast de 3 normale ballen ook nog een vierde (blauwe) bal. Ook hier spelen alle spelers met dezelfde speelbal. Maakt men een carambole door de witte bal en de rode OF blauwe bal te raken krijgt men 1 punt, een carambole op de rode EN blauwe bal levert 4 punten op en indien men erin slaagt een carambole te maken op alle 3 de ballen verdient men 20 punten. Weer spreekt men op voorhand af naar hoeveel punten men speelt (100, 150, 200, ...). Een extra variant is dat men juist op dit aantal moet eindigen, vb men speelt naar 100 punten, iemand heeft 90 punten en heeft in zijn huidige reeks reeds 8 punten. Indien hij nu een carambole maakt op rood en blauw zou hij 4 punten bijkrijgen, zo komt hij echter op 102 dus wordt de laatste reeks niet geteld (hij blijft op 90).

Spelsoorten

Kader

Home

Bestuur en Ereleden VABB

Verenigingen

Activiteiten

Teamtoernooien

Persoonlijke Kampioenschappen

Foto’s

Links

Biljart weetjes

Privacyverklaring