A-Cheval (1)

Wordt gebruikt in het libre en kader om aan te geven dat een bal niet entré ligt. Dit kan nuttig zijn als bal 2 net aan de ene kant en bal 3 net aan de andere kant van de lijn ligt en dit voor toeschouwers en tegenstander vanaf de kant onmogelijk te constateren is.

Amortiseren

Stootvorm, die tot doel heeft de loop van de speelbal te remmen. De speelbal wordt 'dood gespeeld' door deze in het hart of even daaronder te raken. Speciaal bij het rappelleren wordt deze stootvorm veel toegepast.

Anker (2)

Vierkante belijning aan de snijlijn van een kaderlijn met de band.  Het daarmee ontstane vak (1), waarin dezelfde beperkingen gelden als in een kadervak of hoekzône, overlapt dus twee kadervakken (2,3). Bij posities in het anker geeft de arbiter een dubbele annonce, één voor het kadervak en één voor het anker.

 Biljarderen

De pomerans is nog in aanraking met de speelbal op het moment dat deze de tweede bal of een band raakt.

Carambole

Een carambole wordt gemaakt door met jouw bal de twee anderen te raken. Of daarbij banden gebruikt dienen te worden is afhankelijk van de spelsoort.

Dedans

Situatie die ontstaat als nadat entree is geconstateerd bal 2 of 3 (dus niet de bal waarmee gestoten wordt) bij het maken van een carambole het 'vak' niet verlaat.

Doorschieten

Stootvorm waarbij de bal boven het hart wordt geraakt. De speelbal krijgt hierdoor een extra rotatie die het mogelijk maakt hem in dezelfde of bijna dezelfde richting te laten lopen als de geraakte bal

Effect (3)

Draaiende beweging van de stootbal, die verkregen wordt zodra hij een andere beweging heeft dan zuiver rollen (het in één omwenteling afleggen van een afstand gelijk aan de omtrek van de bal). De bal rolt zuiver wanneer men hem circa 1cm boven het hart raakt.

Entree

Situatie waarbij de beide ballen waarop gecaramboleerd moet worden in eenzelfde anker, kadervak of hoekzone liggen, zonder dat er in dat vak reeds een carambole is gemaakt Ketsen (4)

Een bal heeft maar een beperkt raakvlak. Raakt men met de pomerans de bal te veel aan de buitenkant dan heeft de bal onvoldoende draagvlak en glijdt de pomerans er vanaf. Dit afglijden noemt men ketsen.

Massé

Stootvorm met verticale keu, waardoor de speelbal een voorwaartse curve krijgt. Gemaskeerde stootposities kunnen op deze wijze worden bespeeld.

 

Berekening van het gemiddelde spelniveau van een speler over een bepaalde periode door het totaal aantal gemaakte caramboles te delen door het daarvoor benodigde totaal aantal beurten.

                                          

Piqué

Trekstootvorm, uit te voeren met een verticale keu, waarbij de speelbal in voorwaartse richting de aanspeelbal raakt en vervolgens terugloopt naar de derde bal.

Jargon

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

Jargon

Home

Bestuur en Ereleden VABB

Verenigingen

Activiteiten

Teamtoernooien

Persoonlijke Kampioenschappen

Foto’s

Links

Biljart weetjes

Privacyverklaring