Sint-Barbara
Ik ben geboren in Eygelshoven, in de Nederlandse Oude Mijnstreek waartoe ook mijnsteden/dorpen Kerkrade, Heerlen, Schaesberg en Hoensbroek behoren.
In die Oude Mijnstreek werd op 4 december Sint-Barbara - Sinte Berb - gevierd. Ze was zelfs een vrije dag waard. Zij was en is de schutspatroon van de mijnwerkers, de koelpieten of koempels, zoals ze hier genoemd werden.
Als lagereschoolknul wist ik dat het plaatselijke Barbaracomité ook voor de snoepzak zorgde die een dag later - met Sinterklaas - op onze school werd uitgedeeld. Ik hielp mijn vader met het vullen van deze snoepzakken voor zijn eigen Catharinaschool. En al zakkenvullend kwam Sint-Barbara ook ter sprake.
Hiernaast haar beeldtenis in haar altaar in de Basiliek van Meerssen.
Dpl artillerist lichting 75-6
Tijdens mijn diensttijd bij de artillerie kwam ik Sint-Barbara weer tegen. Bij de artillerie was het Barbarafeest ook een dag om niet te vergeten; een sportdag met o.a. 25-ponders trekken en de Barbaracross; als je 's avonds maar moe was. Het eerste biertje voor of bij het Barbaradiner schoot mij meteen door tot in je tenen.
Op de SROA op de Knobbel in 't Harde - ik was daar helaas maar kort - hadden we onze mascotte Barbertje. Zijn naam was afgeleid van de schutspatroon van de artilleristen. Deze teddybeer had het registratienummer 32-02-30-013 en had alles al gedaan waar wij toen nog aan mochten beginnen: blauwe MLV-speld, luchtwaarnemerswings, para-insigne, Vierdaagse-medaille, scherpschutter 1ste klas; noem maar op...
44 AVA SSVBT
Ook bij de 44AVA, mijn ‘parate hap’, werd Sint-Barbara gevierd met o.a. een cross en andere echt vermoeiende zaken en taken.
De 44ste Afdeling Veldartillerie (in de wandelgang de ‘Rokende puinhoop’ die toen met de M-109 schoot) was de voortzetting van de 4 t/m 9de Afdeling Veldartillerie uit Ned. Indië, waar vandaan het embleem met de vulkaan was meegekomen.
Mijn kamermaten bij het verbindingspeloton van de 44e AVA Stafbatterij van toen: Nus Tuasela uit Wierden, Peter van der Vloet-Breda, Rinus van Grinsven-Sint Michielgestel, Willem Bos-Deventer, Frans van Dun-Eindhoven, Willem Straver-Leiden, Cor van de Kaay-Leiden, Jappie van Dijk-Rotterdam, Harrie ter Berge-Apeldoorn en Hans Schooneberg-Roermond.
TS’ers waren o.a. Lauw Meijers. Onze wachtmeester waren o.a. Gerrit van Gemert, Jan Klootwijk (die woont nu bij mij ‘om de hoek’ in Rimburg) en Siem Stroet. Onze kornet was Aleid Bosch en onze verbindingsofficieren - zij mochten meerijden in ‘mijn jeep’, de Staf 3 - waren achtereenvolgens kapitein Doornweerd en luitenant later kapitein Friesen. Friesen is nu Lkol bd en directeur geweest van het Nederlands Artilleriemuseum op de Knobbel in ‘t Harde - een bezoek beslist waard.
Sint-Barbara en de artillerie
Centraal binnen de geschiedenis van de artillerie staat Sinte Barbara, schutspatrones van de artilleristen en mortieristen. Omdat het werken met kruit en vuur niet geheel zonder gevaren was, had men een sterke behoefte aan de verering van een heilige ter bescherming, een normaal verschijnsel in de (late) Middeleeuwen. Dit is later als non-religieuze traditie overgenomen. Sinte Barbara werd kennis van springstoffen toegeschreven en zij zou in staat zijn muren te splijten.
De schutspatrones is herkenbaar door de afbeelding met een toren, later geïnterpreteerd als symbool voor de opslagplaats van springstoffen (kruittoren).
Bron: nederlandsartilleriemuseum.nl
Viering van Sint-Barbara
In het begin van de 19de eeuw werd in Nederland, net als de Franse artilleristen al deden, een poging gedaan de viering van Sint-Barbara ook hier te introduceren.Prins Frederik, de jongere zoon van koning Willem I, nodigde op 4 december 1820 in Breda officieren van de artillerie bij zich uit 'ter eere van Sainte-Barbara', maar deze viering kreeg geen vervolg.
Pas een eeuw later, in 1936 werd de viering weer opgepakt, toen 63 artillerieofficieren op 4 december bijeenkwamen in een zaal van Bagatelle in 's-Gravenhage. Sinds de Tweede Wereldoorlog wordt het feest ieder jaar door officieren van de artillerie gevierd. Meestal gebeurt dat 's avonds in de officiersmess; de aanwezigen zijn daarbij traditioneel in burgerkleding. Het samenzijn wordt geopend met het nuttigen van enige vloeibare versnaperingen, waarbij het eerste glas wordt geheven op 'de artillerie' of op Sint-Barbara.
Jonge officieren worden op deze avond soms getest op hun kennis van het Lied der Artillerie en worden bestraft als ze niet voldoende weten met betrekking tot tekst en/of melodie.
Voordrachten worden soms gehouden en meestal vertelt een van de aanwezigen de legende van Sint-Barbara op min of meer serieuze wijze.
Hieronder de tekst die de (toen) kapitein der artillerie De Pont, dat hij op 4 december 1952 voordroeg bij het Sint-Barbaradiner in Bergen op Zoom bij het Regiment Veldartillerie Prins Frederik:
De geschiedenis van Sint-Barbara in 60 seconden
In Nicomedië woonde een maagd,
Vanwege haar schoonheid voortdurend belaagd,
Haar vader wou haar duur verkopen,
Menig minnaar is dan ook afgedropen.
Voordat hij een lange reis gaat maken
Regelt hij ook Barbara's zaken.
Een nieuw badhuis wordt erbij gebouwd,
Waar hij zijn dochter gevangen houdt.
In die tijd gaat ze over tot het christendom,
Als papa dat hoort, dan barst de bom.
Ze wordt gemarteld, geslagen, gekweld.
En zelfs voor een deel ontveld.
Als ze vader geen beterschap belooft,
Wordt ze persoonlijk door hem onthoofd.
De hemel stuurt een bliksem neer,
Met opdracht: "Raak die ouwe heer".
Nu is Barbara voorspraak in bittere nood
En als 't gaat om niet voorziene dood.
Mijnwerkers, steenhouwers en artilleristen,
Zijn lieden die om haar liefde twisten.
En voor als u meer dan 60 seconden tijd hebt...
Hebt u meer tijd en wilt u meer over Sint-Barbara te weten komen? Dan kunt u nog even doorlezen.
Haar levensgeschiedenis
Barbara was de mooie dochter van de rijke Romeinse edelman Dioscorus, uit Nicomedië, Klein-Azië aan de zee van Marmara. Hij aanbad de Romeinse goden - toen heel normaal - maar zij werd op haar 20ste Christen. Dat was niet de bedoeling en daarom, en men zegt ook om haar schoonheid, liet hij een toren bouwen om haar daarin te op te bergen.
Toen de bouwers in deze toren twee ramen wilden maken, beval Barbara één raam meer - drie ramen - aan te brengen. Immers van de Heilige Drie-Eenheid moest haar ziel het licht ontvangen. Zo bemerkte haar vader dat zijn mooie dochter Christen was geworden en hij wilde haar daarom doden. Maar Barbara vluchtte tot boven op de toren, vanwaar ze door de engelen werd weggedragen.
Haar vader kreeg haar later toch weer te pakken. Ze werd gemarteld en toen ze ook naakt in de straten rondgeduwd werd, kwam een engel haar lichaam met een sluier bedekken. Omdat haar vader moest toezien dat zijn pogingen om haar te doden mislukten, nam hij haar mee naar de top van een berg waar hij haar onthoofdde. Maar God strafte onmiddellijk: Dioscorus werd ter plekke door de bliksem gedood.
Een variant zegt dat Barbara ontsnapte uit de toren en naar een grot ging. Maar daar werd zij verraden door een herder, die ook onmiddellijk werd gestraft. De herder veranderde in een marmeren beeld, zijn schapen in sprinkhanen.
Mooie verhalen, maar het bestaan van Sint-Barbara is zeer twijfelachtig.
Haar beeltenis
Barbara wordt veelal voorgesteld als een gekroonde jonge vrouw met heel wat attributen: de palm der martelaren, het zwaard, pauwenveer (omdat de gesels die haar vader gebruikte in zachte pauwenveren veranderden), een kanon, een ciborie. En vrijwel nooit ontbreekt de toren met de drie ramen.
De oudst gekende voorstelling van Sint-Barbara is in Rome te zien. Het is een gebeeldhouwde steunpilaar in de Santa Maria Antica-kerk uit de 7de eeuw. Sint-Barbara staat er met een pauw afgebeeld.
De pauw is een symbool van verrijzenis en onsterfelijkheid en is ook een belangrijk zonnesymbool.
De patroonheilige
Sint-Barbara geldt als beschermster tegen brand en bliksem. Ook kan haar hulp ingeroepen worden als storm het land verwoest. Ze is de schutspatroon van artilleristen, infanteristen, genisten, ingenieurs, mijnbouwers, brandweerlieden, architecten, boeren, dakdekkers, metselaars, bouwvakkers, klokkengieters, metaalgieters, smeden, steenhouwers, beiaardiers, koks, hoedenmakers, slagers, gevangenen, meisjes, stervenden, torens, vestingen en van inwoners van Vreeswijk.
De verspreiding in Nederland
Het verhaal gaat dat in 1448 een man - Henry Kock - bijna verbrandde bij een brand in Gorkum. Hij riep Sint-Barbara aan en zij hielp hem uit de brand te ontsnappen, zodat hij de laatste sacramenten kon ontvangen en in vrede kon sterven.
Ook dit verhaal droeg in ons land bij aan de verering van Sint-Barbara.
Patroon van mijnwerkers
Dat Sint-Barbara in het Nederlandse de patroonheilige van de mijnwerkers werd, is goeddeels te danken aan de Poolse en Sloveense mijnwerkers die haar meenamen toen zij na de 1e wereldoorlog naar onze mijnstreken kwamen en haar in die mijnen installeerden waar zij aan de slag gingen. Tot aan het einde van de 2de wereldoorlog waren ook Sint-Catharina, Sint-Anna (Duitsland en het Land van Rode), Sint-Jozef, Sint-Callistus (met pleitbezorgers in Terwinselen/Landgraaf en Neerbeek) en Sint-Leonard (Wallonië) nog in de running, maar Sint-Barbara won het pleit.
M2015 - Barbara revisited
In Sittard-Museum Het Domein was t/m 28 juni 2015 een tentoonstelling over deze zegetocht van Sint-Barbara. Dit bij de start van het ‘Jaar van de mijnen’ in 2015; M2015.
Op 4 december 2015 sloot het Jaar van de mijnen af met een concert in de Rodahal en een Barbara-documentaire op L1.
Inwijding gedachteniskapel
In 2002 waren de Jachthoornblazers Sint Hubertus Nieuwenhagen als groep een kort moment verbonden aan Sint-Barbara. We luisterden op 8 september 2002 de inzegening op van de gedachteniskapel in Terwinselen/Schaesberg door onze bisschop monseigneur Frans Wiertz.
Daarmee ging de droom van Martin Herbergs uit Simpelveld in vervulling. Al sinds 1969 speelde hij met het idee dat er iets tastbaar moest zijn voor de nabestaanden van de verongelukte mijnwerkers, ondergronds (1.169) en bovengronds (286).Op zijn initiatief werd het 'dodenhuisje' van de Staatsmijn Wilhelmina gerenoveerd en op die 8ste september in gebruik genomen als gedachteniskapel.
In de kapel staan een mooi beeld van de patrones van de mijnwerkers. Het is gemaakt door de Limburgse kunstenaar en oud-mijnwerker Sjef Drummen (1922-1996). Het stond eerst in het OVS-gebouw van de Staatsmijn Emma in Treebeek/Hoensbroek en was eigendom van aalmoezenier Jos Senden. Zijn erfgenamen, de familie Senden uit Kerkrade, gaven het beeld spontaan af voor in deze gedachteniskapel.
Gebeden en gedichtjes over Sint-Barbara
Sint Barbara
De delver zwoegt in stof en puin,
Maar dan knielt ook in ‘s hemels tuin
Sint Barbara om te bidden.
Terwijl de koollaag scheurt en breekt
Is Zij het die voor delvers spreekt
En dan toeft in hun midden.
Zij maakt geen kolen, schept nog stut,
Maar is dan waakzaam en beschut
De werkers die er zwoegen,
En die, voordat hun zware hand
Ging breken aan het kolenpand,
Om Haar bescherming vroegen.
En als een delver in de nood
De adem voelt van pijn en dood,
Is dat de wil des Heren;
Dan staat Sint Barbara hem bij
En zijn de Hemelscharen blij
Want zij zal triomferen!
Sint Barbara gebenedijd,
Laat ons niet in de laatst strijd
Uw liefde en bijstand derven.
Wie, jong of oud, met hoop en geloof
In Uw handen legt zijn hoofd,
Zal daarna zalig sterven.
C.L Herinx
Hillege Barbara
He woar allling
doa onge in gen koel
mit zieng gedanke
zieng lamp
en ziene sjatte
Massieve steegevoar
vuur hem
hinger hem neaver hem
en boave hem
Iewig is der berg
der stee, de koale
et lit verflauwt
dooft langzaam oet angst
Onzichtbaar schleet de Hillige Barbara
der erm um hem hin
nit mie alling
Vuur bene hillige barbara
blief bei de koempels
die os zunt vuurgegange
en lot och os nit alling
bescherm os Hillige Barbara
Herkomst onbekend
Aan Sint Berbke, patrones van de Keuldesch
Sint Berbke, Gier begriept en wit
Wie ozze keulder,weult en schwit,
Om veur oos landj de koale,
Die jus zoe nuudig zint wie broed,
In deze tied van zurg en noed,
oet schtub en drek te hoale.
Wäe zow mit Ozze Lieve Hier
Nog bäeter wete dan wie Gier,
Wat häe aan krach mot gäeve;
Ich meen-dan uuverdrief ich neet-
Häe gief mit wat häe daag'lijks deed
Een schtukske van zien läeve.
Doarum häet häe Uch oetgezoch
Wat van oos Hiemels Vader mog,
Dat Gier hem zult bewake;
Went häe de koale makt en schupt
en het gevoar van onval lupt
Went 't boewwerk schteet te krake.
Sint Berbke, schtoat der keulder bie,
Ooch zien tied is ens vorbie,
Dan zal häe aan uch denke.
Zien schtief vereelte henj tesaam
Reupt häe Uch duudelik bie der naam
en wacht tot Gier zult wenke.
Veur heum is ooch der grotste noed
dat letste uurke van der doed,
Dat häe ooch mit mot make
En dan een gow hulp hubbe mot,
Om vuur der rechterschtool van God,
Te regele zien zake.
Sinte, sinte sinte Barbara
alle koelluuj höbbe dich zoeë leef
Sinte, sinte sinte Barbara
Bewaar ons veur ‘t noeëdlot ezzebleef
Terug naar de start