De gegevens
van Fa. de D.P de Rond zijn mij verschaft door de heer J.L. (Jan) Baas die er
gewerkt heeft van 1943 t/m 1960. De heer J.L Baas is in de functie van
leerling monteur als 16 jarige er begonnen en opgeklommen van chauffeur tot
chef transport. Evenals de twee broers van Dirk: Thijs en Rinus.
Transportonderneming D.P. de Rond was gevestigd aan de Zoutkeetsingel 32a
in Amsterdam tussen 1928 en 1960. Er werd niet alleen aan (zwaar)
transport gedaan maar in die tijd werden ook de volgende diensten aangeboden:
verhuur van trailers voor lang en zwaar materiaal, autotransporten en
verhuizingen door binnen en buitenland, verpakkingen, bergplaats voor inboedels
en koopmansgoederen, in-uitklaring en assurantie zaken.
De
transportonderneming
is gestart door de heer Dirk de Rond in 1928 die met een handkar en een bakfiets
in de 'Amsterdamsche Jordaan' het bedrijf een gezicht gaf. Daarna heeft de heer de
Rond het bedrijf gestaag uitgebouwd, het was een man met toekomstvisie. Toen de 2e wereldoorlog uitbrak bestond het
wagenpark al uit 20 voertuigen. Het merendeel was van het merk Ford en de
aanhangwagens en opleggers waren van een groot deel van Broshuis, dat in die
tijd in Muiden gevestigd was. De auto's waren
groen/rood
gespoten
met gele letters.
In de loop
van de oorlogsjaren werden er regelmatig trucks gevorderd door de bezetter. In
het begin was dat ook om te worden ingezet voor de voedselvoorziening, maar
later ook voor de Duitse Wehrmacht. In het laatste geval raakte je dikwijls het
voertuig kwijt. Er waren uitzonderingen dat de chauffeur met de betreffende
truck werkzaamheden uitvoerde in het belang van de bezetter, dat had als
voordeel dat het voertuig in eigen beheer bleef en ook in het belang van de
voedselvoorziening vrachten kon uitvoeren.
Op een
gegeven moment moesten de voertuigen omgebouwd worden met een houtgasgenerator
van het merk Imbert en werden geleverd door de Kromhoutfabriek te Amsterdam. Maar dat
was van korte duur. Ook die brandstof werd schaars en al vrij snel kon de firma
ook daar niet meer over beschikken zodat er op paarden moest worden overgeschakeld. Het
bedrijf beschikte toen over 7 paarden die per 2 voor de auto's werden gespannen
en 1 reserve. Chauffeurs werden toen koetsiers. De koetsiers namen plaats op het
spatscherm en de 'motorloze chauffeurs' bestuurden toen de voertuigen. 2 man op 1 auto was toen
al heel gewoon. Het
bedrijf had o.a als klanten: Wijnberg & Co, zeg maar de kleine Albert Hein zaken
met vestigingen in Amsterdam, Heemstede en Hillegom. Daarvoor werd één maal per
week de wagen met twee span paarden ingehuurd. Het waren dan meestal erg lange
dagen voor de mannen van D.P. de Rond.
Na de
oorlog kregen ze achtergelaten Amerikaans materieel zoals: Mack, GMC 6x6,
Diamond 6x6, Studebaker, Dodge en Ford. Ze werden aangepast en in de bekende
groen/rode kleur gespoten. Eind 1946 moet Jan Baas in militaire dienst en
vertrekt naar Midden Java om daar eerst als motorordonnans en later als
chauffeur en in noodgevallen als monteur aan de slag te gaan. In maart 1950 komt
hij weer naar Nederland. Hij is door Fa. D.P. de Rond per post op de hoogte gehouden van
het reilen en zeilen van de zaak, de aanschaf van nieuw materieel en hij kan er
weer in dienst treden.
Tijdens
een rit naar Duitsland loopt er bij Frankfurth am Main een drijfstanglager uit
van de Diamond-T met Herculesmotor. Al snel daarna wordt de eerste Scania-Vabis
aangekocht die wel tegen het zware werk bestand is. Het bedrijf neem Fa. Zendveld
over en komt daarmee in het bezit van een Mack trekker en een 'ongeveerde' Netam
dieplader met een laadvermogen van 70 ton! Voor die tijd een unicum in Amsterdam
e.o. Het werk blijft maar uitbreiden en enkele grote klanten zijn: KLM,
Fokker, PTT, Geveke, Werkspoor in Delft, en Louis Reijners waarvoor veel zware
P&H kranen uit Dortmund worden gehaald. Het bedrijf bruist van het leven en
de toekomst ziet er goed uit.