Kerksluiting:
Binnen
vijf jaar sluiten 99 kerken in het bisdom Haarlem-Amsterdam

Bijna
honderd kerken in het bisdom Haarlem-Amsterdam zullen de komende vijf
jaar moeten sluiten. Het gaat om 60 procent van het totale aantal kerken
in het bisdom, dat Noord-Holland en een deel van Flevoland omvat.
Het is
financieel onmogelijk om alle kerken open te houden
Haarlem:
Bisschop
Johannes Hendriks maakte dit bekend tijdens een bijeenkomst voor de
parochiebesturen op 10 september. Nog eens 37 kerken worden bestempeld
als ’steunpunt’. Zij hebben als voornaamste doel om de oudere generatie
te bedienen en alleen ’zeer beperkte, noodzakelijke investeringen’ in
het gebouw worden nog toegestaan. Deze kerken krijgen naar verwachting
binnen vijf tot tien jaar ook een andere bestemming.
Reden
voor deze sluitingen is het teruglopende aantal kerkgangers en het
groeiende tekort aan middelen binnen de rooms-katholieke gemeenschap.
Volgens de financiële prognose die tijdens de bijeenkomst werd
gepresenteerd, is er bij ongewijzigd beleid in 2030 geen geld meer in de
parochies.
Centrale kerken
„Het
is financieel onmogelijk om alle kerken open te houden”, zegt Bart
Putter, vicaris-generaal van het bisdom. „In plaats van de parochies een
langzame dood te laten sterven, willen wij dat er in de regio’s centrale
kerken worden aangewezen. Dit moeten levendige, vitale kerken worden met
een sterke uitstraling waarin onze geloofsgemeenschap kan opbloeien.”
Van de
164 kerkgebouwen in het bisdom is het plan om slechts 28 kerken aan te
wijzen als centrale kerk. Het is nog niet duidelijk welke gebouwen
zullen sluiten.
„Er
zit geen lijst achter met kerken die dicht moeten. Maar het zijn wel
streefgetallen die wij serieus nemen en die parochiebesturen ook in
gedachten zullen moeten houden. Zij moeten zich afvragen: welke kerk of
kerken gaan wij over tien jaar nog gebruiken?”
Het
besluit om zoveel kerken af te stoten, komt niet uit het niets. Al in
2004 maakte het bisdom bekend dat het zo niet langer kan. Het bisdom
worstelde met de terugloop in het aantal kerkgangers (en daarmee ook in
financiën) en riep op tot samenwerkingsverbanden of fusies van
parochies. In 2012 werd besloten dat er vijftig tot vijfenvijftig
parochieverbanden zouden overblijven. Dat riep veel weerstand op.
„Niemand wilt dat zijn of haar kerk sluit”, zegt Putter. „Daarom
verloopt dat proces van fuseren en afstoten zo traag. Maar we zijn al in
2004 met deze boodschap begonnen, dus als bisdom denk je: nu moet het
echt eens gebeuren.”
Om
parochies te begeleiden bij het aanstellen van centrale kerken, zet het
bisdom een zogenoemde ’facilitator’ in. Die gaat in gesprek met de
parochiebesturen en helpt ze zo met het maken van de keuzes.
Machtigingen
Een
ander middel dat wordt ingezet, is het bevriezen van bisschoppelijke
machtigingen. Bij uitgaven van 10.000 euro of meer heeft het
parochiebestuur namelijk toestemming nodig van het bisdom.
„Het
is een machtsmiddel dat je eigenlijk niet wilt inzetten, maar je wilt
parochies op de een of andere manier toch sterk aanmoedigen om centrale
kerken aan te wijzen. Daardoor weten we immers of een investering in een
kerk nog zinvol is. Je gaat niet voor 50.000 euro iets aan een dak doen
als je weet dat de kerk binnen een aantal jaar gaat sluiten.”
Putter
benadrukt dat ook het bisdom het zwaar heeft met het afstoten van de
kerken. „Dit doen wij niet om de parochiebesturen en trouwe kerkgangers
te pesten. We doen wat we kunnen om vitale kerken te creëren waar we
onze geloofsboodschap kunnen uitdragen. Daarvoor kunnen we beter een
aantal levendige, centrale kerken hebben dan veel kerken waarmee het
niet goed gaat.”
|