Inleiding:
Glycogenese is de vorming of synthese van glycogeen uit glucose.
Glycogeen is een polysaccharide die in
de lever wordt gevormd en in de lever en de spieren wordt opgeslagen.
Glycogeen dient als reserve voedsel voor het lichaam.
Glycogeen is een vertakt glucan en heeft een structuur die gelijkenis
vertoont met die van amylopectine. De glucose eenheden zijn via alpha-1,4
en alpha -1,6 bindingen aan elkaar gekoppeld. De hoge graad van
vertakkingen heeft tot gevolg dat er veel eindstandige glucose-eenheden
aanwezig zijn.
Als er plotseling veel energie nodig is
of als zware spierarbeid wordt verricht, kan er snel veel glucose
beschikbaar komen door enzymatische hydrolyse van de vele zijketens van
glycogeen.
Metabole pad:
Het eerste stadium in de glycogenese is de beschikbaarheid van glucose;
dit is afhankelijk van de locatie:
- In skeletspieren:
• De opname van glucose uit het plasma.
• De minimale contributie uit de directe omzetting van lactaat tot
glucose in de spieren.
- In de lever:
• De absorptie van glucose uit portaal bloed, met name na een maaltijd.
• glyconeogenese
Vervolgens wordt door het enzym hexokinase
zowel in de spieren als in de lever de glucose gefosforyleerd tot
glucose-6-fosfaat. Het lever iso-enzym werd ook wel eens glucokinase
genoemd.
- Hexokinase
Synoniemen voor dit enzym zijn: Glucokinase; Hexokinase type
IV.
ExPASy:
EC 2.7.1.1
Hexokinase is verantwoordelijk voor de overdracht
van een fosforylgroep van ATP naar verschillende hexoses.
ATP + D-hexose <=> ADP + D-hexose 6-phosphate
C10H16N5O13P3
+ C6H12O6 <=> C10H15N5O10P2
+ C6H13O9P
Human Genetic Disease(s):
OMIM:
Hemolytic anemia due to hexokinase deficiency
OMIM:
Clinical Synopsis
OMIM:
Maturity-onset diabetes of the young, type II (MODY2)
OMIM:
Clinical Synopsis
OMIM:
Hyperinsulinism; autosomal dominant
- Phosphoglucomutase
Synoniemen: Glucose phosphomutase,
Phosphoglucose mutase
ExPASy:
EC 5.4.2.2
alpha-D-glucose 6-phosphate <=>
Alpha-D-glucose 1-phosphate
C6H13O9P <=> C6H13O9P
- UDP-sugar diphosphatase
Synoniemen: UDP-sugar
pyrophosphatase, UDP-sugar hydrolase,
Nucleosidediphosphate-sugar pyrophosphatase,
Nucleosidediphosphate-sugar diphosphatase
ExPASy:
EC 3.6.1.45
UMP + sugar 1-phosphate
<=> UDP-sugar + H2O
C9H13N2O9P + sugar
1-phosphate <=> UDP-sugar + H2O
- Glycogen (starch) synthase
Synoniemen: UDP-glucose-glycogen
glucosyltransferase
ExPASy:
EC 2.4.1.11
UDP-glucose + {(1,4)-alpha-D-glucosyl}(N)
<=> UDP + {(1,4)-alpha-D-glucosyl}(N+1)
C15H24N2O17P2 +
HO(C6H10O5 )n <=> C9H14N2O12P2
+ HO(C6H10O5 )n+1
Human Genetic Disease:
Glycogen
Storage Disease 0
( Glycogeen stapelingsziekte type 0 )
Synoniemen: GSD 0;
Hypoglycemia with deficiency of glycogen synthetase in the liver;
Liver glycogen synthase deficiency
OMIM:
240600
OMIM:
Clinical Synopsis
e-Medicine:
Glycogen Storage Disease Type 0
- 1,4-alpha-glucan branching
enzyme
Synoniemen: Glycogen branching
enzyme, Amylo-(1,4 to 1,6)transglucosidase, Branching enzyme,
Amylo-(1,4-1,6)-transglycosylase
ExPASy:
EC 2.4.1.18
Reactie: de formatie van 1,6
glucoside bindingen van glycogeen
Human Genetic Disease:
Glycogen storage disease IV
( Ziekte
van Andersen )
Synoniemen:
glycogen-branching enzyme deficiency; amylopectinosis; brancher
deficiencyOMIM:
232500
Omim:
Clinical Synopsis
Who Named It?:
Dorothy Hansine Andersen
e-Medicine:
Glycogen Storage Disease Type IV
Extra informatie:
klik
HIER
Vertakken:

Glycogeen is sterk vertakt ; op deze
manier kan er snel veel glucose beschikbaar komen wanneer daar vraag naar
is.
De regels voor het vertakken van glucose zijn:
-
De hoofdketen moet op
zijn minst 11 monomeren lang zijn.
-
Er worden 7 monomeereenheden verplaatst
van de hoofdketen naar de vertakkingsplaats.
-
Het vertakkingspunt moet op
zijn minst 4 eenheden van een bestaande vertakkingspunt zijn.
Het vertakken wordt bereikt door het enzym "branching
enzyme" , waarbij een alpha 1,4 binding wordt verbroken en een alpha 1,6
binding wordt gemaakt.
 |
Hoofdmenu |
|