Rust en recuperatie
Het maken van een lange wandeling is ook voor je hond geen alledaagse activiteit. Hij zal aan het einde net als jij moe zijn en behoefte hebben uit te rusten. Als het een hele lange wandeling is geweest, zal hij ook de volgende dag nog bij voorkeur lekker in zijn mand willen blijven liggen. En verbaas je niet dat je hond de volgende dag misschien wat stram is, en net als jij pas na wat lichte beweging weer wat soepeler gaat lopen.
Ik denk dat dat niet erg is bij een eendaagse wandeling. Maar bij een meerdaagse wandeling moet de hond de volgende dag wél uitgerust zijn en ten volle in staat zijn de vermoeienissen van de nieuwe dag aan te kunnen. Dat betekent waarschijnlijk, dat de etappes bij een meerdaagse wandeling wat korter moeten zijn dan bij een eendaagse wandeling. Realiseer je dat je hond je niet kan vertellen dat hij moe is. Hij zal het uiterste doen om je bij te benen.
Nat en koud
Ik maak altijd eendaagse wandelingen Daarbij reizen we (de hond en ik) met openbaar vervoer naar het punt waar we de vorige week zijn geeindigd. Aan het eind van de middag reizen reizen we ook weer met openbaar vervoer naar huis terug. Ik zorg er voor dat ik een handdoek bij me heb om hem voor de thuisreis begint zonodig droog te maken. 's Winters, bij hele lage temperaturen, trek ik de hond dan nog een dekje aan, zodat hij warm blijft bij het wachten op de bus of trein, en zonder problemen ook op koude ondergrond kan gaan liggen.
Voeten
Schenk aandacht aan de voeten van de hond. Houd de haren tussen de kussentjes kort zodat er geen klitten kunnen vormen en 's winters de kans op ijsklompen vermindert. Controleer na een wandeling de kussentjes op kloofjes. Doe dat vooral als je op steenachtige, scherpe ondergrond, bijvoorbeeld in de bergen, hebt gelopen en je hond dat niet regelmatig doet. Bij sneeuw en vorst smeer ik de kussentjes in verband met zout en pekel in met vaseline of liever nog speciaal voetenvet en was ik de poten en de voeten goed uit met lauw water om pekel te verwijderen.
Teken
Om te voorkomen dat mijn hond teken krijgt, draagt mijn hond vanaf het begin van het voorjaar tot in de herfst een tekenband. Maar na een wandeling controleer ik dan toch nog op de aanwezigheid van teken. Overigens draag ikzelf vanwege het tekengevaar altijd een lange broek.
Eten en drinken
Je hond krijgt van de inspanning extra dorst en honger!
Ik ga altijd met 3 liter water op stap: voor mijzelf en de hond. Op warmere dagen gaat dat water ook op. Overigens gaat mijn hond graag het water in, niet alleen om te drinken, maar vooral voor afkoeling. Ook als het een modderplas in het bos is, sta ik hem dat als het even kan toe.
En wat het eten betreft: mijn hond bedelt normaliter bij ons nooit en hij krijgt tussen zijn maaltijden ook zelden wat extra's. Maar tijdens de wandeling is dat anders. Net zoals ikzelf regelmatig tijdens het wandelen wat eet omdat ik honger krijg, zo krijgt mijn hond natuurlijk ook honger. Ik geef hem dan ook nogal wat extra eten op zo'n dag: om te beginnen snoepjes, maar ook, als ik een boterham eet, het laatste stukje daarvan. Ik maak mij sterk, dat hij ook daarom het wandelen zo leuk vindt.
Mede om te vermijden dat ik de hond moet aandoen dat hij ergens onderweg op de vloer of op een terras van een uitspanning moet gaan liggen, zorg ik er voor, dat ik met eten en drinken zelfverzorgend ben en dat ik op een voor de hond prettige plek kan pauzeren.
Overige uitrusting
Ik doe de hond bij het wandelen altijd een tuig aan. De aanleiding hiervoor is, dat hij, als het moet, zich los kan wringen van zijn halsband. En dat wil je zeker niet laten gebeuren als je door een wei met vee loopt. Maar bedenk ook dat je bij een wandeling je hond misschien wel tientallen keren op een dag moet los- en weer vastmaken. Dan is het makkelijker als je dat op de rug van de hond aan een tuig kan doen, dan onder de nek van de hond aan een halsband.
Tenslotte kan ik iedereen aanbevelen om, als hij met een papieren gidsje loopt, het gidsje in een doorzichtige, in een koortje om de hals hangende, documentenmap te dragen. Ook als je de hond aan de lijn hebt, heb je dan altijd nog een hand vrij. Zo'n documentenmap is sowieso handig. Het gidsje blijft droog. De meeste gidsjes zijn ook zodanig uitgevoerd dat je op de ene pagina een kaartje hebt en op de tegenoverliggende pagina de routebeschrijving. Door het gidsje bij de betreffende pagina open gevouwen in het mapje te steken (wat altijd wel mogelijk is) heb je zowel kaartje als routebeschrijving altijd bij de hand, zonder de hele dag met een boekje in de hand en met een vinger tussen de pagina's rond te hoeven lopen.
Op- en aanmerkingen en aanvullingen:
Het maken van een lange wandeling is ook voor je hond geen alledaagse activiteit. Hij zal aan het einde net als jij moe zijn en behoefte hebben uit te rusten. Als het een hele lange wandeling is geweest, zal hij ook de volgende dag nog bij voorkeur lekker in zijn mand willen blijven liggen. En verbaas je niet dat je hond de volgende dag misschien wat stram is, en net als jij pas na wat lichte beweging weer wat soepeler gaat lopen.
Ik denk dat dat niet erg is bij een eendaagse wandeling. Maar bij een meerdaagse wandeling moet de hond de volgende dag wél uitgerust zijn en ten volle in staat zijn de vermoeienissen van de nieuwe dag aan te kunnen. Dat betekent waarschijnlijk, dat de etappes bij een meerdaagse wandeling wat korter moeten zijn dan bij een eendaagse wandeling. Realiseer je dat je hond je niet kan vertellen dat hij moe is. Hij zal het uiterste doen om je bij te benen.

Nat en koud
Ik maak altijd eendaagse wandelingen Daarbij reizen we (de hond en ik) met openbaar vervoer naar het punt waar we de vorige week zijn geeindigd. Aan het eind van de middag reizen reizen we ook weer met openbaar vervoer naar huis terug. Ik zorg er voor dat ik een handdoek bij me heb om hem voor de thuisreis begint zonodig droog te maken. 's Winters, bij hele lage temperaturen, trek ik de hond dan nog een dekje aan, zodat hij warm blijft bij het wachten op de bus of trein, en zonder problemen ook op koude ondergrond kan gaan liggen.
Voeten
Schenk aandacht aan de voeten van de hond. Houd de haren tussen de kussentjes kort zodat er geen klitten kunnen vormen en 's winters de kans op ijsklompen vermindert. Controleer na een wandeling de kussentjes op kloofjes. Doe dat vooral als je op steenachtige, scherpe ondergrond, bijvoorbeeld in de bergen, hebt gelopen en je hond dat niet regelmatig doet. Bij sneeuw en vorst smeer ik de kussentjes in verband met zout en pekel in met vaseline of liever nog speciaal voetenvet en was ik de poten en de voeten goed uit met lauw water om pekel te verwijderen.
Teken
Om te voorkomen dat mijn hond teken krijgt, draagt mijn hond vanaf het begin van het voorjaar tot in de herfst een tekenband. Maar na een wandeling controleer ik dan toch nog op de aanwezigheid van teken. Overigens draag ikzelf vanwege het tekengevaar altijd een lange broek.
Eten en drinken
Je hond krijgt van de inspanning extra dorst en honger!
Ik ga altijd met 3 liter water op stap: voor mijzelf en de hond. Op warmere dagen gaat dat water ook op. Overigens gaat mijn hond graag het water in, niet alleen om te drinken, maar vooral voor afkoeling. Ook als het een modderplas in het bos is, sta ik hem dat als het even kan toe.
En wat het eten betreft: mijn hond bedelt normaliter bij ons nooit en hij krijgt tussen zijn maaltijden ook zelden wat extra's. Maar tijdens de wandeling is dat anders. Net zoals ikzelf regelmatig tijdens het wandelen wat eet omdat ik honger krijg, zo krijgt mijn hond natuurlijk ook honger. Ik geef hem dan ook nogal wat extra eten op zo'n dag: om te beginnen snoepjes, maar ook, als ik een boterham eet, het laatste stukje daarvan. Ik maak mij sterk, dat hij ook daarom het wandelen zo leuk vindt.
Mede om te vermijden dat ik de hond moet aandoen dat hij ergens onderweg op de vloer of op een terras van een uitspanning moet gaan liggen, zorg ik er voor, dat ik met eten en drinken zelfverzorgend ben en dat ik op een voor de hond prettige plek kan pauzeren.
Overige uitrusting
Ik doe de hond bij het wandelen altijd een tuig aan. De aanleiding hiervoor is, dat hij, als het moet, zich los kan wringen van zijn halsband. En dat wil je zeker niet laten gebeuren als je door een wei met vee loopt. Maar bedenk ook dat je bij een wandeling je hond misschien wel tientallen keren op een dag moet los- en weer vastmaken. Dan is het makkelijker als je dat op de rug van de hond aan een tuig kan doen, dan onder de nek van de hond aan een halsband.
Tenslotte kan ik iedereen aanbevelen om, als hij met een papieren gidsje loopt, het gidsje in een doorzichtige, in een koortje om de hals hangende, documentenmap te dragen. Ook als je de hond aan de lijn hebt, heb je dan altijd nog een hand vrij. Zo'n documentenmap is sowieso handig. Het gidsje blijft droog. De meeste gidsjes zijn ook zodanig uitgevoerd dat je op de ene pagina een kaartje hebt en op de tegenoverliggende pagina de routebeschrijving. Door het gidsje bij de betreffende pagina open gevouwen in het mapje te steken (wat altijd wel mogelijk is) heb je zowel kaartje als routebeschrijving altijd bij de hand, zonder de hele dag met een boekje in de hand en met een vinger tussen de pagina's rond te hoeven lopen.
Op- en aanmerkingen en aanvullingen: